Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 28 november 2013, nr. WJZ/13177025, houdende wijziging van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen in verband met de aanpassing van tarieven

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor de behandeling van een aanvraag:

    • a. tot verlening van kwekersrecht als bedoeld in artikel 55 van de wet , is de aanvrager aan de Raad een bedrag verschuldigd van € 426;

    • b. tot toelating van een ras als bedoeld in artikel 36 of 85 van de wet , is de aanvrager aan de Raad een bedrag verschuldigd van € 426 voor een ras van een tuinbouwgewas en € 527 voor een ras van een landbouwgewas;

    • c. tot zowel de verlening van kwekersrecht voor een ras als bedoeld onder a als de toelating van datzelfde ras als bedoeld onder b, mits de aanvragen gelijktijdig zijn ingediend, is de aanvrager aan de Raad een bedrag verschuldigd van € 426 voor een ras van een tuinbouwgewas en € 527 voor een ras van een landbouwgewas.

b. In het tweede lid wordt ‘€ 53’ vervangen door: € 54.

c. In het vierde lid wordt ‘€ 41’ vervangen door: € 42.

B

In artikel 32, eerste lid, wordt ‘€ 3,80’ vervangen door: € 4.

C

Bijlage 1 behorende bij artikel 21, eerste lid, wordt vervangen door de bijlage behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 november 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL F

Bijlage 1, behorende bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

Nr.

Gewasgroep

Bedrag

 

Landbouwgewassen

 

1

Zaadgewassen

€ 1499

2

Vegetatief vermeerderde gewassen

€ 1765

3

Oliehoudende gewassen

€ 1907

4

Grasgewassen

€ 1887

5

Bieten

€ 1663

6

Vezelgewassen

€ 2213

7

Gewassen met bijzonder onderzoeksprogramma

€ 1744

8

Instandhoudingsrassen van aardappelgewassen

€ 408

9

Instandhoudingsrassen van granen

€ 255

10

Andere landbouwgewassen

€ 1907

 

Siergewassen

 

11

Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt

€ 2428

12

Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, korte teelt

€ 2315

13

Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange teelt

€ 2030

14

Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, korte teelt

€ 1850

15

Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt

€ 1948

16

Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, korte teelt

€ 1734

17

Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange teelt

€ 1683

18

Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, korte teelt

€ 1683

 

Groentegewassen

 

19

Veldonderzoek

€ 1826

20

Veldonderzoek instandhoudingsrassen

€ 213

21

Onderzoek onder glas

€ 2315

22

Onderzoek onder glas instandhoudingsrassen

€ 333

 

Fruitgewassen

 

23

Fruitgewassen

€ 2550

24

Struiken

€ 2550

TOELICHTING

1. Doel en strekking

Met deze regeling wordt de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen gewijzigd in verband met een aantal tariefswijzigingen. De aanpassing van de tarieven betreft voornamelijk een correctie van 2% in verband met de inflatie. De tarieven voor een aantal sier- en boomkwekerijgewassen worden daarnaast verhoogd vanwege toename van de Europese eisen aan sier- en boomkwekerijonderzoek voor kwekersrecht.

2. Regeldrukeffecten

Tarieven worden niet aangemerkt als kosten die voortvloeien uit bij de wet- of regelgeving ingevoerde informatieverplichtingen; met de onderhavige wijzigingsregeling worden derhalve geen nieuwe administratieve lasten geïntroduceerd.

Voor sier en boomkwekerijgewassen gaan de onderzoekstarieven met gemiddeld € 300 omhoog omdat de tariefsgroepen voor enkele sier en oomkwekerijgewassen zijn gewijzigd. Na instemming van het Community Plant Variety Office (CPVO) worden de tariefsgroepen van gewassen met een levende referentiecollectie in rekening gebracht. Voor het nationaal kwekersrecht gaat om ca. 200 gevallen X € 300 = € 60.000.

De aanvraagtarieven, kwekersrecht en toelating, voor cultuur- en gebruikswaardenonderzoek (CGO) voor Landbouwgewassen stijgen met € 50 vanaf 1 januari 2014. Dit maakt deel uit van een stapsgewijze operatie om te komen tot een kostendekkend tarief in het CGO onderzoek. De meeropbrengst van de circa 220 aanvragen die het betreft is € 11.000.

De 2% indexering levert ca. € 70.000 meer inkomsten op, dit geldt zowel voor de aanvraagkosten als onderzoekskosten.

In totaliteit stijgt dus de lastendruk met 141.000 euro.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Publicatie vindt echter niet twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaats. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten voor regelgeving (VVM). In verband met de begrotingssystematiek en het feit dat de bij deze regeling vastgestelde tarieven Europees worden afgestemd, en deze afstemming voor de tarieven van 2014 pas laat in het jaar 2013 was afgerond, was publicatie voor 1 november niet mogelijk. De inwerkingtreding per 1 januari is noodzakelijk omdat latere inwerkingtreding zou leiden tot ongewenste financiële consequenties, namelijk een tekort aan inkomsten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven