Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2013, kenmerk 169401-113162-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2014 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 69, tweede lid van de Zorgverzekeringswet en artikel 3, tweede lid, Wet op de zorgoeslag;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt te luiden als volgt:

BIJLAGE 4 VAN DE REGELING ZORGVERZEKERING

Bijlage behorend bij artikel 6.3.1 van de Regeling zorgverzekering en artikel 3, tweede lid, Wet op de zorgoeslag

Het in artikel 6.3.1, eerste lid, van deze regeling en in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag bedoelde verhoudingsgetal voor het jaar 2014, de gemiddelde uitgaven voor zorg in het woonland en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor Nederland voor het jaar dat overeenkomt met het jaar waarvoor de kosten in het woonland zijn berekend, zijn in onderstaande tabel opgenomen in respectievelijk de kolom Woonlandfactor, de kolom Gemiddelde zorgkosten woonland en de kolom Gemiddelde zorgkosten Nederland en luiden als volgt:

Land

Berekeningsjaar

Gemiddelde zorgkosten woonland

Gemiddelde zorgkosten Nederland1

Woonlandfactor

België

2011

2.358,90

3.512,63

0,6715

Bosnië-Herzegovina

2011

214,75

3.512,63

0,0611

Bulgarije

2011

185,46

3.512,63

0,0528

Cyprus

2011

586,23

3.512,63

0,1669

Denemarken

2011

3.170,35

3.512,63

0,9026

Duitsland

2011

2.486,19

3.512,63

0,7078

Estland

2011

527,91

3.512,63

0,1503

Finland

2011

2.132,57

3.512,63

0,6071

Frankrijk

2011

2.528,47

3.512,63

0,7198

Griekenland

2011

1.261,10

3.512,63

0,3590

Hongarije

2009

398,91

3.262,21

0,1223

Ierland

2010

3.168,42

3.418,65

0,9268

IJsland

2011

2.448,44

3.512,63

0,6970

Italië

2011

1.861,08

3.512,63

0,5298

Kaapverdië

2009

87,51

3.262,21

0,0268

Kroatië

2011

628,31

3.512,63

0,1789

Letland

2010

275,61

3.418,65

0,0806

Liechtenstein

2011

2.779,85

3.512,63

0,7914

Litouwen

2011

381,82

3.512,63

0,1087

Luxemburg

2011

2.602,22

3.512,63

0,7408

Macedonië

2010

152,21

3.418,65

0,0445

Malta

2010

954,73

3.418,65

0,2793

Marokko

2002

30,56

2.448,29

0,0125

Montenegro

2011

266,00

3.512,63

0,0757

Noorwegen

2011

4.885,77

3.512,63

1,3909

Oostenrijk

2011

2.126,74

3.512,63

0,6055

Polen

2011

392,01

3.512,63

0,1116

Portugal

2010

1.167,42

3.418,65

0,3415

Roemenië

2010

197,61

3.418,65

0,0578

Servië

2011

262,21

3.512,63

0,0746

Slovenië

2010

986,46

3.418,65

0,2886

Slowakije

2011

647,10

3.512,63

0,1842

Spanje

2011

1.425,73

3.512,63

0,4059

Tsjechië

2011

855,22

3.512,63

0,2435

Tunesië

2006

62,02

2.874,25

0,0216

Turkije

2007

246,17

2.890,21

0,0852

Verenigd Koninkrijk

2010

2.155,44

3.418,65

0,6305

Zweden

2010

2.513,99

3.418,65

0,7354

Zwitserland

2011

2.200,79

3.512,63

0,6265

X Noot
1

De gemiddelde zorgkosten van Nederland komen telkens overeen met het jaar waarvoor de gemiddelde zorgkosten van het woonland zijn berekend.

Bronvermelding gegevens (voor het genoemde berekeningsjaar):

België

Nota rekencommissie EU – A.C. 460/13 – 08-10-2013

Bosnië-Herzegovina

Info Hauptverband der Österreichischen Sozialversicherungsträger – 21-09-2012

Bulgarije

Nota rekencommissie EU – A.C. 483/13 – 27-08-2013

Cyprus

Nota rekencommissie EU – A.C. 461/13 – 07-10-2013

Denemarken

http://www.statbank.dk en http://www.oecd.org/statics

Duitsland

Nota rekencommissie EU – A.C. 399/12 – 27-09-2012

Estland

Nota rekencommissie EU – A.C. 109/13 – 16-04-2013

Finland

Nota rekencommissie EU – A.C. 099/13 – 08-04-2013

Frankrijk

Nota rekencommissie EU – A.C. 488/13 – 17-10-2013

Griekenland

Nota rekencommissie EU – A.C. 479/13 – 26-09-2013

Hongarije

Nota rekencommissie EU – A.C. 388/10 – 29-10-2010

Ierland

Nota rekencommissie EU – A.C. 477/13 – 16-10-2013

IJsland

http://www.statice.is/Statistics/National-accounts-and-public-fin/Public-finances

Italië

Nota rekencommissie EU – A.C. 191/13 – 26-04-2013

Kaapverdië

Jaarverslag 2009 Instituto Nacional de Previdência Social

Kroatië

Brief Croatian Institute for Health Insurance in Zagreb – 15-06-2012

Letland

Nota rekencommissie EU – A.C. 525/12 – 28-12-2012

Liechtenstein

Nota rekencommissie EU – A.C. 445/12 – 29-10-2012

Litouwen

Nota rekencommissie EU – A.C. 432/12 – 22-10-2012

Luxemburg

Nota rekencommissie EU – A.C. 457/13 – 11-10-2013

Macedonië

Brief Fond Za Zdravestveno Osiguruvanje Na Makedonija, Skopje – 11-05-2011

Malta

Nota rekencommissie EU – A.C. 523/12REV – 31-12-2012

Marokko

Rapport Royaume de Maroc ‘CNSS’ – 30 december 2005

Montenegro

Brief Fond Za Zdravestveno Osiguranje, Podgorica – 29-04-2013

Noorwegen

Nota rekencommissie EU – A.C. 025/13 – 01-03-2013

Oostenrijk

Nota Oostenrijk van 2 juli 2012

Polen

Nota rekencommissie EU – A.C. 458/13 – 02-10-2013

Portugal

Nota rekencommissie EU – A.C. 526/12 REV2 – 06-05-2013

Roemenië

Nota rekencommissie EU – A.C. 520/12 REV – 18-12-2012

Servië

Brief Republic Health Insurance Fund of Serbia, Beograd – 03-10-2012

Slovenië

Nota rekencommissie EU – A.C. 557/11REV2 – 06-10-2011

Slowakije

Nota rekencommissie EU – A.C. 219/13 – 09-05-2013

Spanje

Nota rekencommissie EU – A.C. 414/12 – 15-10-2012

Tsjechië

Nota rekencommissie EU – A.C. 426/12 – 18-10-2012

Tunesië

Caisse Nationale de Securite Sociale – 05-04-2011

Turkije

Brief Directorate of Social Security Institution ‘SGK’ – 29-04-2010

Verenigd Koninkrijk

Nota rekencommissie EU – A.C. 429/12 – 19-10-2012

Zweden

Nota rekencommissie EU – A.C. 507/12 – 12-12-2012

Zwitserland

Nota rekencommissie EU – A.C. 422/12 – 10-09-2012

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering bepaalt dat de voor een persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale zorgverzekeringen in Nederland. Evenzo bepaalt artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag, dat de in die wet bedoelde standaardpremie voor personen, bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, op eenzelfde wijze wordt berekend. Dit verhoudingsgetal, de woonlandfactor, wordt berekend door het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Op 29 oktober 2013 heeft het CVZ het advies over de woonlandfactoren voor 2014 aan mij uitgebracht. In deze toelichting is aangegeven op welke wijze het CVZ de woonlandfactor van de verschillende woonlanden voor het jaar 2014 heeft berekend en welke uitgangspunten daarbij in aanmerking zijn genomen.

De woonlandfactoren die in de tabel zijn opgenomen, gelden voor de bijdrage die verdragsgerechtigden in het jaar 2014 verschuldigd zijn en voor de berekening van de zorgtoeslag die ze over dat jaar zullen ontvangen, en worden jaarlijks uiterlijk in november opnieuw vastgesteld en gepubliceerd.

De gegevens die aan de woonlandfactoren ten grondslag liggen, zijnde de gegevens over de kosten van de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale verzekering in het woonland en in Nederland, kunnen jaarlijks fluctueren. Als het aansprakenpakket van een land wordt aangepast, heeft dat immers gevolgen voor de kosten van dat pakket. Daarnaast kunnen demografische ontwikkelingen van invloed zijn

De berekening van de woonlandfactor vindt plaats volgens de formule:

Woonlandfactor = gemiddelde zorgkosten woonland / gemiddelde zorgkosten Nederland

De gemiddelde zorgkosten in een woonland worden bepaald door het totaalbedrag van zorgkosten in het woonland te delen door het aantal rechthebbenden in het woonland. Op basis van beide bestanddelen komt een vast bedrag aan kosten per persoon tot stand.

De zorgkosten zijn de kosten voor die geneeskundige verstrekkingen waarop aanspraak bestaat op grond van de wetgeving inzake de sociale ziektekostenverzekering van het woonland, voor zover deze kosten door het woonland gebruikt worden bij de berekening van de gemiddelde kostenbedragen, die dit land in het kader van de toepassing van de betreffende verdragsregeling en de Europese sociale zekerheidsverordening aan andere landen in rekening brengt.

De modaliteiten van de berekening zijn vastgelegd in deze Europese verordening of in een bilateraal verdrag inzake sociale zekerheid.

Rechthebbenden zijn zij die recht hebben op geneeskundige verzorging op grond van de wetgeving over de sociale ziektekostenverzekering voor geneeskundige zorg van het woonland. Overeenkomstig de regeling is uitgegaan van alle rechthebbenden van het betreffende verdragsland, ongeacht hun status of leeftijd. Voor het bepalen van het aantal rechthebbenden zijn waar mogelijk dezelfde brongegevens gebruikt als voor de zorgkosten.

De gemiddelde zorgkosten in Nederland zijn op dezelfde wijze bepaald en resulteren eveneens in een vast bedrag aan kosten per persoon. De Nederlandse zorgkosten bestaan uit de kosten voor geneeskundige verstrekkingen waarop aanspraak bestaat op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet, voor zover deze kosten gebruikt worden door Nederland bij de berekening van de gemiddelde kostenbedragen die Nederland aan andere landen in rekening brengt.

Voor de (historische) cijfers van vóór 2006 zijn de kosten en de respectievelijke kring van verzekerden voor de verzekeringen ingevolge de Ziekenfondswet (Zfw) en de AWBZ bepalend. Voor latere jaren is uitgegaan van cijfers op grond van de Zorgverzekeringswet en de AWBZ.

Het bedrag van gemiddelde zorgkosten per rechthebbende wordt voor deze jaren bepaald volgens de formule:

Gemiddelde zorgkosten per rechthebbende = (totale AWBZ-kosten/rechthebbenden AWBZ) + (totale Zfw (resp. Zvw)-kosten / rechthebbenden Zfw (resp. Zvw))

Gegevensbronnen

De gemiddelde zorgkosten voor Nederland zijn bepaald op basis van de nota’s die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend (als bedoeld in artikel 101, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 574/72 resp. artikel 74 van Verordening (EG) nr. 883/2004). Op basis van deze gegevens wordt per jaar de noemer van de factorbepaling bepaald: de gemiddelde kosten voor zorg per rechthebbende in Nederland.

De gemiddelde zorgkosten per rechthebbende in de diverse woonlanden is bepaald op basis van verschillende bronnen. Niet voor al deze landen zijn dezelfde gegevensbronnen beschikbaar.

Het berekeningsjaar

De gemiddelde zorgkosten woonland van een bepaald jaar zijn gebaseerd op de laatst bekende documenten, dan wel op informatie die door het betreffende land aan het CVZ bekend is gemaakt. De bepaling van de factor geschiedt hiermee op basis van historische cijfers van verdragslanden.

Het beschikbaar stellen van benodigde cijfers wordt door verschillende landen op verschillende momenten en op verschillende manieren gedaan. Voor de vaststelling van de woonlandfactoren 2014 heeft het CVZ de meest actuele gegevens als uitgangspunt genomen. Voor een juiste verhouding worden tegenover de buitenlandse gemiddelde zorgkosten in een bepaald jaar de gemiddelde zorgkosten voor Nederland van het overeenkomende jaar gebruikt.

Afrondingen

De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.

De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 0,3543):

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden; indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.

Rekenen met vreemde valuta

Bij de bepaling van de woonlandfactor voor de niet-euro landen dienen bedragen in vreemde valuta omgerekend te worden naar euro’s. Doordat deze woonlandfactoren worden bepaald op basis van historische cijfers, is gebruik gemaakt van gemiddelde valutakoersen naar de euro over het berekeningsjaar.

Voor de jaarkoersen is (op basis van beschikbaarheid) in de aangegeven volgorde gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

  • 1. Gegevens van De Nederlandsche Bank;

  • 2. Gegevens van de Europese Centrale Bank;

  • 3. Gegevens OANDA online valuta berekening (volgens www.oanda.com ).

Gebruik van gegevens uit bronnen

Zoals aangegeven kunnen de bronnen voor het bepalen van de gemiddelde zorgkosten per land verschillen. Gebruikte documenten hebben niet altijd een uniforme indeling en opgenomen cijfers zijn niet altijd rechtstreeks vergelijkbaar. Onderstaand zijn de randvoorwaarden genoemd, waarmee bewaakt wordt dat uit de diverse documenten zo zuiver en zo vergelijkbaar mogelijke cijfers zijn overgenomen voor de bepaling van de woonlandfactoren. Uiteraard gelden de voorwaarden zowel voor de Nederlandse bronnen als voor de bronnen van de diverse landen.

  • 1. Gespecificeerde posten die niet zijn meegenomen bij het bepalen van de woonlandfactor:

    • a. kosten voor arbeidsongevallen;

    • b. posten die opgenomen zijn voor de kosten van niet-verzekerden. Alleen kosten die gemaakt zijn door ‘rechthebbenden’ (verzekerden) zijn opgenomen. De groep ‘niet-verzekerden’ is in de populatie ook niet opgenomen;

    • c. eventuele eigen betalingen (van rechthebbenden) voor zorg.

  • 2. Bepaalde verdragslanden werken met een voorgerekend bedrag voor gemiddelde zorgkosten per rechthebbende in het land. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is er gebruikt gemaakt van deze gegevens.

  • 3. Bepaalde verdragslanden werken met steekproeven voor bepaling van de componenten. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is gebruik gemaakt van de gegevens uit de steekproef.

  • 4. Bepaalde verdragslanden werken met (toekomstige) schattingen voor bepaling van de componenten. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is er gebruikt gemaakt van deze gegevens.

Bijzonderheden

Bij de vaststelling van de woonlandfactoren voor 2014 zijn de volgende bijzonderheden van belang.

De uitgangspunten voor de berekening van de woonlandfactoren 2014 zijn dezelfde als die voor de voorafgaande jaren. Zo zijn de gemiddelde zorgkosten voor Nederland gebaseerd op de laatst bekende nota die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend. Voor de woonlandfactoren 2014 zijn dit de gemiddelde zorgkosten voor het jaar 2011.

Nieuwe gegevens zijn bekend van de landen België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Montenegro, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Als gevolg hiervan wijzigen voor deze tweeëndertig landen de woonlandfactoren 2014.

Uit de analyse van de woonlandfactoren blijkt dat de woonlandfactor van een aantal landen in sterkere mate is toe- of afgenomen. De voornaamste oorzaken hiervoor zijn een aanzienlijke wijziging in de hoogte van de gemiddelde zorgkosten in de betreffende landen, het feit dat sommige landen in het afgelopen jaar hun gemiddelde zorgkosten over meerdere jaren hebben bekendgemaakt en koersverschillen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven