Cultuurconvenant 2013 – 2016, Ministerie van OCW – landsdeel Zuid

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan,

en hierna te noemen: minister van OCW,

en

De provincie Noord-Brabant, handelend als rechtspersoon en gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, handelend als bestuursorgaan, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, mevrouw B. Van Haaften, gemachtigd bij besluit van de commissaris van de Koningin d.d. 23 april 2013, handelend ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten d.d. 8 november 2011 en hierna te noemen: ‘provincie Noord-Brabant’;

Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, dhr. N.M.J.G. Lebens en hierna te noemen: ‘provincie Limburg’;

Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, dhr. drs. B.J. de Reu en hierna te noemen: ‘provincie Zeeland’;

Burgemeester en wethouders van de Eindhoven, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, drs. M.A. Schreurs en hierna te noemen: ‘gemeente Eindhoven’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. J.E.L. Costongs en hierna te noemen: ‘gemeente Maastricht’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. J.A.W.P. Weyers en hierna te noemen: ‘gemeente ’s-Hertogenbosch’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. O.S. Akinci, en hierna te noemen: ‘gemeente Breda’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, mw. M. Frenk, en hierna te noemen: ‘gemeente Tilburg’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. J.B.C.W. Van den Heuvel, en hierna te noemen: ‘gemeente Helmond’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. drs. B.H.J. Braeken, en hierna te noemen: ‘gemeente Heerlen’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. P.H.M.M. Geenen, en hierna te noemen: ‘gemeente Sittard Geleen’;

Hierna te noemen: ‘Partijen’,

Overwegende dat:

  • rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de culturele infrastructuur in Nederland;

  • algemene afspraken tussen de minister van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn vastgelegd in het op 16 april 2012 ondertekende ‘Algemeen Kader Interbestuurlijke Verhoudingen Cultuur’;

  • Partijen met het oog op de gewenste beleidsafstemming gesprekken hebben gevoerd over de culturele basisinfrastructuur, uitgaande van de uitgangspunten voor het cultuurbeleid uit de nota Meer dan Kwaliteit (Kamerstukken II 2006/07, 28 989, nr. 44); over de politiek-bestuurlijke prioriteiten op stedelijk en provinciaal niveau en over cultuureducatie;

  • het wenselijk is om op hoofdlijnen tot afstemming te komen over het wederzijdse cultuurbeleid;

  • het wenselijk is dat er coördinatie plaatsvindt over de subsidiering van instellingen die onderdeel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur van het rijk en de culturele infrastructuur van landsdeel Zuid (inclusief geheel Brabantstad);

  • het wenselijk is deze afspraken en coördinatie vast te leggen in dit convenant.

Komen het volgende overeen:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Partijen bevorderen dat zij over en weer voldoende geïnformeerd zijn over het te voeren beleid.

Artikel 2

De afspraken in dit convenant zijn niet in rechte afdwingbaar.

Paragraaf 2. Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Artikel 3

  • 1. De in de bijlage 1 opgenomen instellingen zijn onderdeel van de landelijke culturele basisinfrastructuur en Partijen beschouwen de subsidiering van deze instellingen gedurende 2013 tot 2016 als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

  • 2. Partijen zullen de in het eerste lid bedoelde instellingen subsidiëren door middel van beschikkingen die waar wenselijk op elkaar aansluiten en zoveel mogelijk gelijktijdig worden afgegeven.

  • 3. Partijen beschouwen het Zuid-Nederlands Orkest als een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarbij de overeengekomen uitgangspunten, te weten twee volwaardige en gelijkwaardige orkestvestigingen (Maastricht en Eindhoven), evenwichtige verdeling van concerten en activiteiten tussen de provincie Noord-Brabant en Limburg en het ondernemingsplan ‘Sorghdrager’ leidend blijven.

Artikel 4

  • 1. Partijen beschouwen de instellingen opgenomen in bijlage 2 die door middel van matching via het Fonds Podiumkunsten en het Fonds Cultuurparticipatie gefinancierd worden, tot gezamenlijke verantwoordelijkheid.

  • 2. Partijen van het Landsdeel en het Fonds Podiumkunsten stemmen af over prestaties van de instellingen opgenomen in bijlage 2 die door middel van matching gefinancierd worden.

Artikel 5

Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Zij verplichten zich gedurende periode 2013-2016 tot financiering via het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. De matchingsbedragen zijn in bijlage 2 opgenomen.

Artikel 6

Partijen stellen elkaar tijdig schriftelijk op de hoogte van tussentijdse voorgenomen beleidswijzigingen ten aanzien van de in de bijlage bij artikel 3 genoemde instellingen. Daarbij stellen Partijen elkaar actief in de gelegenheid te reageren op voorgenomen beleidswijzigingen.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 7

Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en eindigt op 31 december 2016. Partijen treden uiterlijk een jaar voor het beëindigen van dit convenant in overleg over eventuele voortzetting van dit convenant.

Artikel 8

  • 1. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat dit convenant billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, zullen Partijen over een eventuele wijziging van dit convenant in overleg treden.

  • 2. Indien dit overleg niet binnen drie maanden tot overeenstemming heeft geleid, mag elke der Partijen dit convenant schriftelijk opzeggen.

Artikel 9

De aan dit convenant gehechte bijlagen maken daarvan deel uit.

Artikel 10

Binnen 6 weken na ondertekening van dit convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de staatscourant.

In 12-voud opgemaakt te Eindhoven/Maastricht, 6 mei 2013

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

B. van Haaften, gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant,

N.M.J.G. Lebens, gedeputeerde van de provincie Limburg,

B.J. de Reu, gedeputeerde van de provincie Zeeland,

M.A. Schreurs, wethouder van de gemeente Eindhoven,

N.M.J.G. Costongs, wethouder van de gemeente Maastricht,

J.A.W.P. Weyers, wethouder van de gemeente ’s Hertogenbosch,

O. S. Akinci, wethouder van de gemeente Breda,

M. Frenk, wethouder van de gemeente Tilburg,

J.B.C.W. van den Heuvel, wethouder van de gemeente Helmond,

B.H.J. Braeken, wethouder van de gemeente Heerlen

P.H.M.M. Geenen, wethouder van de gemeente Sittard-Geleen

DEZE BIJLAGEN BEHOREN BIJ HET CULTUURCONVENANT 2013-2016, MINISTERIE VAN OCW –– PROVINCIE LIMBURG, PROVINCIE NOORD-BRABANT, PROVINCIE ZEELAND, GEMEENTE EINDHOVEN, GEMEENTE HEERLEN, GEMEENTE ‘S HERTOGENBOSCH, GEMEENTE BREDA, GEMEENTE MAASTRICHT, GEMEENTE SITTARD-GELEEN, GEMEENTE TILBURG, GEMEENTE HELMOND

Bijlage 1 behorende bij artikel 3

Culturele Basisinfrastructuur 2013–2016 (bedragen per jaar in euro)

Naam instelling

Provincie Limburg

Provincie Noord-Brabant

Eindhoven

Maastricht

Sittard-Geleen1

Tilburg

OCW

Het Zuidelijk Toneel

 

200.000

     

466.953

1.592.766

Toneelgroep Maastricht

135.000

   

101.000 en 50.000 (talentontwikkeling)

   

1.592.766

Artemis

 

300.000

       

530.589

Het Laagland

345.000

     

35.000 (2013 en 2014)

 

530.589

MU

   

363.531

     

530.589

Stg. Centrum Beeldende Kunst Maastricht (Marres)

100.000

   

203.000

   

530.589

Jan van Eyck Academie

100.000

   

40.000

   

1.013.199

Zuid-Nederlands Orkest

1.750.000

2.000.000

90.420 (2013)

202.000

   

7.092.393

Opera Zuid

300.000

300.000

75.750

   

1.017.177

X Noot
1

Sittard-Geleen financiert vanaf seizoen 2013/2014 jaarlijks de huurlasten van Het Laagland

Bijlage 2 behorende bij artikel 4

Fonds Podiumkunsten1 (bedragen per jaar in euro’s)

 

Provincie Limburg

Provincie Noord-Brabant

Provincie Zeeland

Breda

Eindhoven

Tilburg

Maastricht

FPK

Stichting de Stilte

 

200.000

 

82.147

     

375.000

Stichting Project Sally

40.000

         

25.000

142.500

Stichting T.R.A.S.H.

 

100.000

     

47.500

 

120.000

Stichting Musica Sacra

80.000

         

100.000

125.000

Stichting Tromp Muziek Biënnale

 

30.000

   

111.481

   

25.000

Stichting November Music

 

150.000

         

125.000

Stichting Theaterproductiehuis Zeelandia

   

500.000

       

614.250

Stichting Matzer

 

100.000

         

277.500

Stichting Hoge Fronten

30.000

         

25.000

117.000

Fonds Cultuurparticipatie2 (bedragen per jaar in euro’s)

 

Provincie Limburg

Provincie Noord-Brabant

Eindhoven

‘s Hertogenbosch

Breda

Sittard-Geleen

Tilburg

FCP

Wereld Muziek Concours

80.000

           

200.000

Prinses Christina Concours

10.000

           

167.500

Popsport

20.000

           

140.000

Kunstbende

50.000

60.000

15.000

10.340

10.000

15.000

 

500.000

Vocaal Talent

           

2.000

100.000

Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (bedragen per jaar in euro’s)

Matchingsbedrag vanuit Fonds Cultuurparticipatie (FCP) en vanuit de provincies en de gemeenten:

   

FCP

Provincie Noord Brabant

897.410

897.410

Provincie Zeeland

209.750

209.750

Provincie Limburg

397.744

395.166

Breda

97.079

97.079

Eindhoven

171.610

171.610

Helmond

48.839

48.839

’s-Hertogenbosch

78.021

78.021

Tilburg

114.131

114.131

Heerlen

48.946

48.946

Maastricht

95.630

95.630

Sittard Geleen

51.974

51.974


X Noot
1

Het Fonds Podiumkunsten en het Fonds Cultuurparticipatie verstrekken subsidies voor de periode 2013–2014. Na deze twee jaar volgt een toets op basis waarvan wordt besloten of de bijdrage nog eens met twee jaar wordt verlengd.

X Noot
2

Het Fonds Podiumkunsten en het Fonds Cultuurparticipatie verstrekken subsidies voor de periode 2013–2014. Na deze twee jaar volgt een toets op basis waarvan wordt besloten of de bijdrage nog eens met twee jaar wordt verlengd.

Naar boven