Cultuurconvenant 2013–2016 Ministerie van OCW – landsdeel Midden

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan,

en hierna te noemen: minister van OCW,

en

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, mw. A.M.A. Pennarts-Pouw en hierna te noemen: ‘provincie Utrecht’.

Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, dhr. J. Lodders en hierna te noemen: ‘provincie Flevoland’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. drs. F.C.W.C. Lintmeijer en hierna te noemen: ‘gemeente Utrecht’;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. B. Scholten, en hierna te noemen: ‘gemeente Almere;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur, dhr. P. van den Berg, en hierna te noemen: ‘gemeente Amersfoort’;

Hierna te noemen: ‘Partijen’,

Overwegende dat:

  • rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de culturele infrastructuur in Nederland;

  • algemene afspraken tussen de minister van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn vastgelegd in het op 16 april 2012 ondertekende 'Algemeen Kader Interbestuurlijke Verhoudingen Cultuur';

  • Partijen met het oog op de gewenste beleidsafstemming gesprekken hebben gevoerd over de culturele basisinfrastructuur, uitgaande van de uitgangspunten voor het cultuurbeleid uit de nota Meer dan Kwaliteit (Kamerstukken II 2006/07, 28 989, nr. 44) en de uitgangspunten van het cultuurbeleid van de gemeente Utrecht uit de cultuurvisie 2012–2022 ‘Open ruimte’, de uitgangspunten van het cultuurbeleid van de provincie Utrecht uit de Kadernota Cultuur voor U 2012–2015, de cultuurnota 2013–2016 van de provincie Flevoland en de uitgangspunten van het cultuurbeleid van Almere zoals geformuleerd in de visie Cultuur 2.0;

  • het wenselijk is om op hoofdlijnen tot afstemming te komen over het wederzijdse cultuurbeleid;

  • het wenselijk is dat er coördinatie plaatsvindt over de subsidiering van instellingen die onderdeel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur van het rijk en de culturele infrastructuur van landsdeel Midden;

Komen het volgende overeen:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Partijen bevorderen dat zij over en weer voldoende geïnformeerd zijn over het te voeren beleid.

Artikel 2

De afspraken in dit convenant zijn niet in rechte afdwingbaar.

Paragraaf 2. Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Artikel 3

  • 1. De in de bijlage 1 opgenomen instellingen zijn onderdeel van de landelijke culturele basisinfrastructuur en Partijen beschouwen de subsidiering van deze instellingen gedurende 2013 tot 2016 als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

  • 2. Partijen zullen de in het eerste lid bedoelde instellingen subsidiëren door middel van beschikkingen die waar wenselijk op elkaar aansluiten en zoveel mogelijk gelijktijdig worden afgegeven.

Artikel 4

Partijen beschouwen de instellingen opgenomen in bijlage 2 die door middel van matching via het

Fonds Podiumkunst, het Fonds Cultuurparticipatie, het Mondriaan Fonds, het Letterenfonds en het Filmfonds gefinancierd worden, tot gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Artikel 5

Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Zij verplichten zich gedurende periode 2013–2016 tot financiering via het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. De matchingsbedragen zijn in bijlage 2 opgenomen.

Artikel 6

Partijen stellen elkaar tijdig schriftelijk op de hoogte van tussentijdse voorgenomen beleidswijzigingen ten aanzien van de in de bijlage bij artikel 3 genoemde instellingen. Daarbij stellen Partijen elkaar in de gelegenheid te reageren op voorgenomen beleidswijzigingen.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 7

Conform hetgeen is opgenomen in het Integraal Afspraken Kader Almere maken de gemeente Almere en het ministerie van OCW op basis van de Visie cultuur 2.0. waar nodig en waar mogelijk nadere afspraken.

Artikel 8

Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en eindigt op 31 december 2016. Partijen treden uiterlijk een jaar voor het beëindigen van dit convenant in overleg over eventuele voortzetting van dit convenant.

Artikel 9

  • 1. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat dit convenant billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, zullen Partijen over een eventuele wijziging van dit convenant in overleg treden.

  • 2. Indien dit overleg niet binnen drie maanden tot overeenstemming heeft geleid, mag elke der Partijen dit convenant schriftelijk opzeggen.

Artikel 10

De aan dit convenant gehechte bijlagen maken daarvan deel uit.

Artikel 11

Binnen 6 weken na ondertekening van dit convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de staatscourant.

In vijfvoud opgemaakt teUtrecht, 15 mei 2013

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

A.M.A. Pennarts-Pouw, gedeputeerde van de provincie Utrecht,

J. Lodders, gedeputeerde van de provincie Flevoland,

F.C.W.C. Lintmeijer, wethouder van de gemeente Utrecht,

B. Scholten, wethouder van de gemeente Almere,

P. van den Berg, wethouder van de gemeente Amersfoort,

BIJLAGEN BIJ HET CULTUURCONVENANT 2013–2016 MINISTERIE VAN OCW – LANDSDEEL MIDDEN

Bijlage 1, behorende bij artikel 3

Culturele Basisinfrastructuur 2013–2016 (bedragen in euro’s per jaar)

Naam instelling

Provincie Utrecht

Gemeente Utrecht

OCW

Het Filiaal

 

395.964

530.599

Nederlands Filmfestival

235.700

365.337

719.479

BAK, basis voor actuele kunst

 

470.000

212.436

De Utrechtse Spelen

 

500.000

1.592.766

Museum Catharijneconvent

   

4.607.696

Huis Doorn

   

313.702

Geldmuseum

   

533.893

Bijlage 2 behorende bij artikel 4

Fonds Podiumkunsten (bedragen in euro’s, subsidieverlening per jaar voor 2013 en 2014)

Naam instelling

Provincie Utrecht

Provincie Flevoland

Gemeente Utrecht

Almere

FPK

Theater- en productiehuis Almere

 

110.000

 

221.500

333.000

Vis-á-Vis

 

60.000

 

150.500

412.500

Suburbia

 

25.000

 

145.000

291.000

Moderne Dans en Beweging

136.187

 

350.000

 

150.000

Organisatie Oude Muziek

147.968

 

407.228

 

250.000

Storm

130.145

 

196.945

 

300.000

De Nederlandse Bachvereniging

   

32.901

 

533.750

Holland Baroque Society

   

30.588

 

268.500

Stuim

   

80.000

 

350.250

De Warme Winkel

   

100.000

 

334.500

Room with a View

   

100.000

 

198.000

Fonds Cultuurparticipatie (FCP) (bedragen in euro’s, subsidieverlening per jaar voor 2013 en 2014)

Naam instelling

Provincie Utrecht

Gemeente Utrecht

Amersfoort

FCP

Kunstbende

10.000 (2013)

8.152

2.376

500.000

Vocaal Talent Nederland

 

1.000

 

100.000

DOX

 

245.773

 

320.000

Mondriaan Fonds (in euro’s per jaar, verlening voor 2013 en 2014)

Naam instelling

Gemeente Utrecht

Mondriaan Fonds

Fotodok

75.000

60.000

Impakt

179.514

140.000

Letterenfonds (in euro’s per jaar, verlening voor 2013 en 2014)

Naam instelling

Provincie Utrecht

Gemeente Utrecht

Letterenfonds

Het Literatuurhuis

20.000*

225.000

110.000

* geoormerkt voor het City2Cities Festival

Filmfonds (in euro's per jaar, verlening voor 2013 en 2014)

Naam instelling

Provincie Utrecht

Gemeente Utrecht

Filmfonds

Holland Animation Film Festival

20.000

76.903

115.000

Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Matchingsbedragen vanuit de gemeenten en de provincies

FCP

Provincie Utrecht** € 424.922

Flevoland € 111.273

Gemeente Utrecht € 249.766

Amersfoort € 81.527

Almere € 152.589

** Provincie Utrecht draagt 446.250 bij (= 323.250 direct + 123.000 via gemeenten)

Naar boven