Bestuursovereenkomst A1 Capaciteitsuitbreiding Apeldoorn – Azelo, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

DE ONDERGETEKENDEN

  • 1. de Minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: “de Minister” en als rechtsgeldig vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: “het Rijk”;

  • 2. de provincie Overijssel, te dezen vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Mobiliteit de heer G.J. Kok, lid van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel, ter uitvoering van besluit ‘Bestuursovereenkomst A1 Azelo – Apeldoorn’ van GS d.d. 15 oktober 2013, registratiekenmerk 2013/0343304, handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van de provincie Overijssel, namens de commissaris van de Koning met gebruikmaking van de verleende machtiging ingevolge artikel 176, tweede lid, van de provinciewet, hierna te noemen “de Provincie Overijssel”;

  • 3. de provincie Gelderland, te dezen vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Mobiliteit, mevrouw mr. C.G. Bieze-van Eck, lid van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ter uitvoering van besluit A4 van GS d.d. 27 augustus 2013 zaaknummer 2009-011732, handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van de provincie Gelderland, namens de commissaris van de Koning met gebruikmaking van de verleende machtiging ingevolge artikel 176, tweede lid, van de provinciewet, hierna te noemen “de Provincie Gelderland”;

  • 4. Regio Twente, ten dezen vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Mobiliteit, de heer drs. J. Bron, namens het dagelijks bestuur van Regio Twente, handelende als bestuursorgaan, en als vertegenwoordiger van Regio Twente, ter uitvoering van besluit 'regiobijdrage capaciteitsuitbreiding A1' van de Regioraad d.d. 10 december 2012 registratienummer12006031, namens de voorzitter met gebruikmaking van de verleende machtiging ingevolge artikel 20, derde lid, van de Regeling Regio Twente, hierna te noemen "Regio Twente";

partijen 2 tot en met 4, hierna te noemen: “Regionale partijen”;

partijen 1 tot en met 4, hierna te noemen: “Partijen”;

OVERWEGENDE DAT:

  • de A1 zowel op regionaal (verbinding tussen regio’s Stedendriehoek/Gelderland en Twente/Overijssel), als nationaal (belangrijke route tussen Randstad en Oost-Nederland) en internationaal niveau (transportas die mainports Schiphol en Rotterdam verbindt met Duitsland, Scandinavië, de Baltische Staten en Oost-Europa) een belangrijke hoofdtransportas vormt;

  • Partijen hebben besloten, op grond van uitgevoerde analyses waaruit blijkt dat er een verkeersveiligheids-, doorstromings- en bereikbaarheidsprobleem blijft op de A1 Apeldoorn – Azelo, ook na uitvoering van reeds geplande MIRT-projecten, tot capaciteitsuitbreiding op dit traject;

  • Partijen, in uitwerking van de afspraken van het voorjaarsoverleg BO MIRT 2011, in gezamenlijkheid gewerkt hebben aan een definitieve scope, actuele kostenraming en een voorstel voor realisatie, financiering en fasering van de capaciteitsuitbreiding A1 Apeldoorn- Azelo, in de vorm van opwaardering van de A1 naar 2x4 rijstroken tussen Apeldoorn-Zuid en Deventer-Oost (binnen het beschikbare brugprofiel bij Deventer) en 2x3 rijstroken tussen Deventer-Oost en Azelo;

  • Partijen daarmee voor het gehele tracé A1 Apeldoorn-Azelo, de gebiedsgerichte MIRT-verkenning A1-zone in november 2010 hebben afgerond;

  • Partijen, ten aanzien van het ruimtelijk ontwerp bij de integrale gebiedsontwikkeling in de A1-zone, zijn overeengekomen dat:

    • het principe van “dubbele bundeling”, als richtinggevend uitgangspunt;

    • de Duurzaamheidsscan, als gedeeld product uit de A1-zone;

    • en de door de Regionale partijen opgestelde “Handreiking Omgevingskwaliteit” (2010), als inspiratiebron;

    worden betrokken bij de Planuitwerking binnen de in deze Bestuursovereenkomst gestelde financiële kaders. Daarnaast wordt gestreefd naar actieve bovengemeentelijke afstemming om zodoende te borgen dat de optelsom van verspreide ontwikkelingen, hoe goed ook ingepast op elke individuele locatie, geen afbreuk doet aan de landschappelijke en toeristisch-recreatieve kwaliteiten van de groene gebieden. De Provincies zullen de naleving van deze afspraken over het toepassen van ruimtelijke principes monitoren;

  • Partijen hebben besloten te trachten, tijdens de verdere planuitwerking en de uitvoering van het Project, de methodiek van “werk met werk maken” intensief te benutten om omgevingskwaliteit te realiseren, waaronder het voorkomen of mitigeren van barrièrewerking van nieuwe infrastructuur;

  • de resultaten van de verkenning door de Partijen gedeeld zijn met bestuurders, burgers, vervoerders- en milieubelangengroepen en daaruit is gebleken dat het voorkeursalternatief kan rekenen op voldoende draagvlak;

  • Partijen het wenselijk vinden om de start van de uitvoering van de realisatie van de capaciteitsuitbreiding A1 tracé Apeldoorn – Azelo in 2017 te laten plaatsvinden;

  • Partijen beogen afspraken vast te leggen met betrekking tot de wijze van samenwerking tijdens de verdere planuitwerking en realisatie en de daaraan gekoppelde bekostiging van de uitvoering van de capaciteitsuitbreiding van de A1 Apeldoorn – Azelo.

EN ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:

1. MIRT:

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport.

2. BO MIRT:

periodiek Bestuurlijk Overleg over het MIRT tussen Minister(s)/Staatssecretaris(sen) en de bestuurders van de “Regionale Partijen”.

3. Het Project:

gezamenlijke aanpak van de verkeersproblematiek op de A1 Apeldoorn-Azelo bestaande uit de Projectscope zoals beschreven in bijlage 1 en de aanvullende maatregelen zoals beschreven in bijlage 3.

4. (Project)Scope:

het maatregelenpakket om tot capaciteitsuitbreiding van de A1, tracé Apeldoorn – Azelo te komen zoals omschreven in bijlage 1 van deze overeenkomst.

5. Versoberingsmaatregelen:

door Partijen vastgestelde maatregelen die in werking treden in het geval van hoger uitvallende projectkosten na planuitwerking en aanbesteding zoals omschreven in bijlage 2.

6. Aanvullende maatregelen:

door Partijen vastgestelde maatregelen, die behoren tot het Project maar buiten de Scope vallen zoals omschreven in bijlage 3.

7. BBG:

Bestuurlijke BegeleidingsGroep. Het bestuurlijk voortgangsoverleg waarin de Partijen zitting hebben, over het Project zoals bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst.

8. IBOI:

het jaarlijks toegekende percentage Indexcijfer Bruto Overheidsinvesteringen, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën.

9. Taakstellend budget:

maximaal budget dat door Partijen gezamenlijk beschikbaar wordt gesteld om het Project uit te voeren. Dit budget is opgebouwd uit planstudiekosten, de kosten van de toekomstvaste capaciteitsuitbreiding van de A1 (inclusief voorbereidingskosten en grondverwerving en wettelijke maatregelen) en de kosten van verbeteringen bij negen aansluitingen op het Onderliggend Wegennet.

10. Planuitwerkingsfase:

de fase in het MIRT-besluitvormingsproces waarin de werkzaamheden (de planuitwerking) worden verricht ten behoeve van het opstellen van het (Ontwerp) Tracébesluit.

11. Vaststelling voorkeursalternatief:

de beslissing van de Minister waarmee een eenduidige en concrete scope voor een project (voorkeursalternatief) wordt beschreven (inclusief de beschikbare middelen).

12. Bestuurlijk voorkeursalternatief:

de door Partijen voorgestane minimale capaciteitsuitbreiding van het traject Apeldoorn – Azelo naar 2x4 rijstroken tussen Apeldoorn-Zuid en Deventer-Oost en 2x3 stroken op het traject Deventer-Oost -Azelo binnen de scope van de bestaande IJsselbrug, conform bijlage 1, de Projectscope.

13. Tracébesluit:

het door de Minister op basis van de Tracéwet voor een project te nemen besluit, waaronder mede is begrepen een besluit van wijziging van dat besluit.

14. Uitvoeringsbesluit:

het besluit van de Minister om de daadwerkelijke realisatie van een project uit te voeren en het agentschap Rijkswaterstaat de bevoegdheid te geven de in het MIRT gereserveerde middelen aan dit project te besteden.

15. Voorbereiding van de Realisatiefase:

werkzaamheden voorafgaand aan het Uitvoeringsbesluit, waaronder de voorbereiding van het contract voor de aannemer, het (voorbereiden van het) aanvragen van vergunningen en grondverwerving.

16. Realisatiefase:

de fase in het MIRT-besluitvormingsproces na het Uitvoeringsbesluit, waarin de uitvoering van het Project plaatsvindt binnen de afgesproken kaders, zoals Scope, planning en Taakstellend budget.

17. Oplevering:

de dag waarop het project is overgedragen aan betreffende beheersorganisaties. Oplevering aan laatste beheerder telt.

18. Fase 1:

uitvoering van capaciteitsuitbreiding A1 op de wegvakken Twello – Deventer en Deventer-Oost – Rijssen.

19. Fase 2:

uitvoering van capaciteitsuitbreiding A1 op de wegvakken Apeldoorn-Zuid – Twello, Deventer – Deventer-Oost en Rijssen – Azelo.

20. DB-contract:

contractvorm waarbij zowel ontwerp als aanleg van infrastructuur in handen van dezelfde partij zijn. Financiering en beheer van de betreffende infrastructuur maken geen deel uit van een dergelijke overeenkomst.

Artikel 2 Doel van de overeenkomst

  • 1. Partijen zullen met het oog op gemeenschappelijke belangen gezamenlijk de verkeersproblematiek op A1 Apeldoorn – Azelo aanpakken. In het kader daarvan willen zij intensief samenwerken met betrekking tot de planuitwerking en (voorbereiding van de) realisatie van de capaciteitsuitbreiding A1 Apeldoorn – Azelo.

  • 2. Partijen verbinden zich in deze overeenkomst ertoe afspraken vast te leggen over:

    • het bestuurlijk voorkeursalternatief, dat nader zal worden uitgewerkt tot het Tracébesluit;

    • het taakstellend budget voor het Project;

    • de financiële afspraken voor de Planstudie van het Project;

    • de financiële afspraken voor de (Voorbereiding) van de Realisatiefase van het Project;

    • de wijze van voorfinanciering;

    • de bijbehorende fasering van het Project;

    • de taakverdeling en de wijze van samenwerking in de Planstudie en de (Voorbereiding van de) Realisatiefase van het Project;

    • en de wijze van besluitvorming gedurende de verdere planuitwerking en de uitvoering van het Project;

  • 3. Partijen zullen zich maximaal inspannen ten einde te bereiken dat de Projectscope zoals beschreven in artikel 3 van deze overeenkomst gerealiseerd wordt.

Artikel 3 Projectscope en scopeaanpassingen

  • 1. Partijen spreken hun voorkeur uit voor het realiseren van het Project zoals omschreven in de Projectscope (bijlage 1) en de Aanvullende maatregelen (bijlage 3).

  • 2. Partijen zijn in overleg gekomen tot vaststelling van een pakket Versoberingsmaatregelen die in werking treden in het geval, tijdens de planuitwerking, het voortschrijdende inzicht in de projectkosten laat zien dat het taakstellend budget wordt overschreden. Deze Versoberingsmaatregelen zijn omschreven in bijlage 2. Eventuele toepassing van de Versoberingsmaatregelen gebeurt na goedkeuring van de BBG en hierop volgende besluitvorming door de Minister.

  • 3. Partijen kunnen in overleg komen tot aanvullende scopeversoberingen. Deze versoberingen zullen worden besproken in de BBG. Scopeversoberingen worden schriftelijk vastgelegd en zullen – na goedkeuring van de BBG en hierop volgende besluitvorming door de Minister – aanvullend onderdeel uitmaken van deze overeenkomst.

  • 4. Bij aanvullende scopeversoberingen mag het principe van het Bestuurlijk voorkeursalternatief niet worden aangetast.

  • 5. Partijen zijn in overleg gekomen tot vaststelling van een (indicatief) pakket aanvullende maatregelen. Het gaat om inpassingmaatregelen die de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid bevorderen zoals een drietal maatregelen welke zijn omschreven in bijlage 3.

  • 6. Partijen kunnen in overleg additionele aanvullende maatregelen toevoegen aan de Projectscope. Deze maatregelen kunnen enkel worden meegenomen na goedkeuring van de BBG. Aanvullingen op de Projectscope worden schriftelijk vastgelegd en zullen – na goedkeuring van de BBG en hierop volgende besluitvorming door de Minister – onderdeel uitmaken van deze overeenkomst. Aanvullingen op de Projectscope worden gefinancierd door de partij die ze in wil brengen.

  • 7. Wijziging van de Projectscope vindt slechts plaats met toepassing van artikel 10, lid 2 t/m 5.

  • 8. Wijzigingen van de Projectscope zijn uiterlijk bekend voor aanvang van de Planuitwerkingsfase.

Artikel 4 Bestuurlijke BegeleidingsGroep

  • 1. Partijen stellen een bestuurlijk voortgangsoverleg in, waarin gemandateerde vertegenwoordigers van de Partijen zitting hebben. Dit voortgangsoverleg wordt aangeduid als de Bestuurlijke BegeleidingsGroep (BBG). De BBG heeft tenminste eenmaal per jaar zitting.

  • 2. Naast genoemde Partijen is een vertegenwoordiger van de Regio Stedendriehoek lid van de BBG.

  • 3. De BBG wordt namens het Rijk voorgezeten door een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat. Het secretariaat wordt verzorgd door Rijkswaterstaat.

  • 4. De BBG adviseert de Minister over de Planuitwerkingsfase, inclusief het (ontwerp)Tracébesluit, en (voorbereiding van de) Realisatiefase van het Project. Het advies van de BBG is niet bindend. Besluitvorming over deze onderwerpen vindt altijd door de Minister plaats.

  • 5. De BBG houdt op te bestaan uiterlijk bij Oplevering van het Project.

Artikel 5 Communicatie

  • 1. Rijkswaterstaat coördineert, namens het Rijk, de externe communicatie voor het Project.

  • 2. Rijkswaterstaat stelt namens het Rijk eens per jaar een voortgangsrapport op.

  • 3. Het voortgangsrapport bevat een in ieder geval:

    • analyse van de voortgang;

    • maatschappelijke, juridische, technische, financiële en beheersmatige risico’s van het Project.

  • 4. Het voortgangsrapport wordt besproken in de BBG.

Artikel 6 Uitgangspunten samenwerking Planuitwerkingsfase

  • 1. De Directeur-Generaal Bereikbaarheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is namens het Rijk de opdrachtgever voor de Planuitwerking.

  • 2. Rijkswaterstaat is namens het Rijk uitvoerder van de Planuitwerking.

  • 3. Rijkswaterstaat coördineert en organiseert tijdens de Planuitwerkingsfase en de (voorbereiding van de) Realisatiefase het overleg met de Regionale partijen en andere betrokken organisaties, burgers en bestuursorganen.

  • 4. Partijen spannen zich in om hun interne besluitvorming ten behoeve van onderdelen van de Planuitwerking en de (voorbereiding van de) Realisatiefase zodanig in te richten dat daardoor geen vertragingen ontstaan.

Artikel 7 Taakstellend budget

  • 1. Het Taakstellend budget voor de voorbereiding van de realisatie en de realisatie van het Project wordt gesteld op € 403 miljoen (inclusief voorbereiding, grondverwerving en planstudiekosten, prijspeil 1 januari 2012, 19% BTW daarbij inbegrepen).

  • 2. De Regionale partijen dragen 25% bij aan het Taakstellend budget ten bedrage van € 101 miljoen (prijspeil 2012), waarvan € 62 miljoen door de Provincie Overijssel, € 29 miljoen door de Provincie Gelderland en € 10 miljoen door de Regio Twente. Deze bedragen worden als een bijdrage in de activa van derden beschikbaar gesteld waarbij aan de bijdrage geen voorwaarden worden verbonden die afwijken van dan wel in strijd zijn met de in deze overeenkomst gemaakte afspraken. De regio levert hiermee een bijdrage aan de investering van het Rijk in de A1. De juridische basis voor het beschikbaar stellen van de bijdrage is subsidie.

  • 3. Het Rijk draagt 75% bij aan het Taakstellend budget, ten bedrage van € 302 miljoen (prijspeil 1 januari 2012). De kosten voor de Planuitwerkingsfase à € 6 miljoen zijn hierin opgenomen.

  • 4. De in lid 1 t/m 3 genoemde bedragen worden vanaf 2012 jaarlijks geïndexeerd conform de door het CPB geraamde IBOI bij MEV, tenzij de Minister van Financiën besluit de middelen die samenhangen met deze IBOI niet of niet volledig uit te keren aan de Minister van IenM.

  • 5. Alle partijen nemen hun interne apparaatskosten voor eigen rekening. Alle partijen committeren zich de benodigde personele capaciteit ter beschikking te stellen voor uitvoering van het Project.

  • 6. De beheer- en onderhoudskosten van de uiteindelijk door middel van de uitvoering van het Project gerealiseerde werken zijn voor rekening van het Rijk, voor zover het Rijkswegen betreft, en voor rekening van de betreffende Regionale partijen, voor zover het wegen van het Onderliggende Wegennet betreft.

  • 7. Indien voor de (voorbereiding van de) realisatie van het Project gronden verworven moeten worden die in bezit zijn van één der Partijen (of eventueel in bezit van derden), trachten Partijen dit zoveel mogelijk via grondruil te regelen.

  • 8. Partijen realiseren zich dat het Taakstellend budget is gebaseerd op een raming in de Verkenning en dat de raming gedurende de Planuitwerkingsfase nog kan wijzigen. Indien de raming hoger uitvalt, treden Partijen in overleg om te bepalen hoe hiermee om te gaan. Hierbij wordt het uitgangspunt gehanteerd dat Partijen ten eerste de mogelijkheden van versoberingen van het Project onderzoeken.

  • 9. Alle partijen stemmen, in het geval van hoger uitvallende projectkosten na planuitwerking en aanbesteding, in met het toepassen van de reeds gezamenlijk bepaalde Versoberingsopties voor circa € 5 à 6 miljoen (prijspeil 1 januari 2012). Deze Versoberingsopties zijn omschreven in bijlage 2a. Wanneer de opties zoals beschreven in bijlage 2a geen verdere mogelijkheden bieden om te versoberen, komen de opties als genoemd in bijlage 2b aan de orde over welke op dat moment tussen partijen overleg zal worden gevoerd.

  • 10. Naast de Projectscope is een pakket Aanvullende maatregelen vastgesteld. De totale kosten (bovenop het taakstellende budget) hiervan (€ 10,5 miljoen, prijspeil 1 januari 2012) zullen volledig worden gedragen door de Provincie Overijssel. Het pakket bestaat uit ecologische en inpassingmaatregelen welke onder meer zijn omschreven in bijlage 3.

  • 11. In het geval van tijdens Planuitwerkings- of realisatiefase optredende meer- of minderkosten, treden Partijen in overleg waarbij het uitgangspunt geldt dat, in geval van meerkosten, de benodigde versoberingsopties aan de BBG ter instemming worden voorgelegd, gebruik makend van bijlage 2. Uitgangspunt is dat de versoberingsopties het principe van het voorkeursalternatief van 2x4 rijstroken tussen Apeldoorn – Deventer en 2x3 rijstroken tussen Deventer – Azelo niet aantasten. Minderkosten optredende in Fase 1 komen ten goede aan Fase 2 van het project. De verrekening van minderkosten tussen Rijk en regio vindt plaats naar rato van de financiële bijdrage van Partijen (respectievelijk 75%-25%) na afronding van het Project, na Oplevering (Fase 2).

  • 12. Wijzigingen van de kostenverdeling worden schriftelijk tussen Partijen vastgelegd als wijzigingen van deze overeenkomst. Voor wijzigingen wordt de procedure zoals omschreven in Artikel 10 gevolgd.

Artikel 8 Beschikbaarstelling van het budget

  • 1. De regionale bijdrage voor realisatie van de capaciteitsuitbreiding A1 tussen Apeldoorn en Azelo (€ 101 miljoen, prijspeil 1 januari 2012) wordt door Regionale partijen beschikbaar gesteld vóór 1 januari 2016 om versnelde ombouw van trajectdelen te realiseren (fase 1, trajectonderdelen Twello – Deventer en Deventer-Oost – Rijssen), uitgaande van toepassing van een DB-contract voor Fase 1 van het Project.

  • 2. Naast de eigen regionale bijdrage, stellen de Regionale partijen in 2015 (geïndexeerd conform bij Art. 7 lid 4 genoemde voorwaarden) ook voorfinanciering ten bedrage van € 38,5 miljoen (prijspeil 1 januari 2012) beschikbaar voor de versnelling van projectonderdelen. De totale regionale bijdrage (inclusief voorfinanciering) is bestemd voor de volgende trajecten (fase 1, bedragen prijspeil 1 januari 2012):

    • voor het trajectonderdeel Deventer-Oost – Rijssen: € 98,0 miljoen

    • voor het trajectonderdeel Twello – Deventer: € 36,0 miljoen

    • voor de voorbereidingskosten van fase 1: € 5,5 miljoen

  • 3. De bijdrage van het Rijk voor realisatie van de capaciteitsuitbreiding A1 tussen Apeldoorn en Azelo (€ 302 miljoen, prijspeil 1 januari 2012) wordt door het Rijk beschikbaar gesteld vanaf 2024. In 2024 start het Rijk voor haar rekening met de realisatie van de overige trajectonderdelen (fase 2, trajectonderdelen Apeldoorn-Zuid – Twello, Deventer – Deventer-Oost en Rijssen – Azelo).

  • 4. De door de Regionale partijen ingebrachte voorfinanciering wordt, overeenkomstig onderstaand overzicht, als renteloze geldlening in de vorm van een subsidie aan het Rijk ter beschikking gesteld, gelijk deze door het Rijk wordt aanvaard:

    Provincie Overijssel: € 27,5 miljoen

    Provincie Gelderland: € 11 miljoen

  • 5. De door de Regionale partijen verstrekte voorfinanciering als hiervoor genoemd onder lid 2 van dit artikel wordt uiterlijk per 1 januari 2024 door het Rijk terugbetaald. Bij gebreke hiervan wordt door de Regionale partijen met ingang van 1 januari 2024 aan het Rijk de wettelijke rente in rekening gebracht.

  • 6. De kosten voor de Aanvullende maatregelen, beschikbaar gesteld door de provincie Overijssel (€ 10,5 miljoen, prijspeil 1 januari 2012, bijlage 3), worden (geïndexeerd) afgetrokken van de door het Rijk aan de provincie Overijssel in 2024 terug te betalen voorfinanciering.

  • 7. Indien in Fase 1 door optredende minderkosten, geen gebruik wordt gemaakt van de door Regionale partijen verstrekte voorfinanciering, wordt deze na afronding van Fase 1 van het Project terstond aan de Regionale partijen terugbetaald.

  • 8. De rentekosten voor de voorfinancieringslasten zoals gedefinieerd onder lid 2 komen gedurende de duur van de geldleningsovereenkomst voor rekening van de Regionale partijen.

Artikel 9 Publiekrechtelijke bevoegdheden

  • 1. De in artikel 3 benoemde scope laat onverlet dat Partijen afhankelijk zijn van door de wet gegeven procedures, die ter voorbereiding van de aanvang van het Project, moeten worden doorlopen.

  • 2. Partijen spannen zich jegens elkaar in om voor de uitvoering van deze bestuurlijke overeenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat de uitvoering van het Project publiekrechtelijk is toegestaan.

  • 3. Partijen zullen daarbij zoveel mogelijk, doch met inachtneming van wettelijke procedures en te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, bevorderen dat de procedures tot verlening van (bestemmings- en uitwerkings)plannen, (omgevings)vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen met voortvarendheid worden doorlopen.

  • 4. De in het kader van deze Bestuursovereenkomst door Partijen te verlenen publiekrechtelijke medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet.

  • 5. Partijen zullen steeds zorg dragen voor onderlinge afstemming van de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke besluitvorming ten aanzien van het Project.

  • 6. De in het derde lid bedoelde procedures kunnen ertoe leiden dat het Project anders moet worden uitgevoerd dan Partijen bij ondertekening van deze bestuurlijke overeenkomst voor ogen hebben. Indien dit het geval is, bezien Partijen of deze Bestuursovereenkomst wijziging ofwel beëindiging behoeft.

Artikel 10 Wijzigingen

  • 1. Ingeval:

    • door nieuwe of gewijzigde wetgeving of nieuwe of gewijzigde verordeningen het Project niet binnen het in artikel 7 genoemde taakstellend budget kan worden uitgevoerd;

    • besluiten die uit de Bestuursovereenkomst voortvloeien of besluiten die ten behoeve van de uitvoering van de Bestuursovereenkomst nodig zijn worden vernietigd;

    • zich anderszins (on)voorziene omstandigheden voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van het Project;

    treden partijen in overleg, waarbij lid 2 t/m 5 van dit artikel van toepassing zijn.

  • 2. Elke Partij kan de andere Partij(en) schriftelijk verzoeken de Bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.

  • 3. Partijen treden in overleg binnen dertig (30) dagen nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partij(en) schriftelijk heeft medegedeeld.

  • 4. De wijziging en de verklaring (verklaringen) tot instemming wordt (worden) in afschrift als bijlage aan de Bestuursovereenkomst gehecht.

  • 5. De zakelijke inhoud van de wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 6. Inzake het wetsvoorstel Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) verwijzen partijen naar de uitspraken en toezeggingen van de Minister van Financiën ten tijde van de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer (opgenomen in de brief aan de Tweede Kamer van 22 april 2013, nr. 28 – “Op macroniveau ziet het Rijk, op basis van deze cijfers, geen aanleiding beperkingen op te leggen aan provincies als het gaat om hun investeringsplannen de komende jaren.”). Partijen vertrouwen er op dat deze toezeggingen gestand worden gedaan. In het onverhoopte geval dat dit niet gebeurt, treden Partijen met elkaar in overleg.

Artikel 11 Geschillen

  • 1. Deze Bestuursovereenkomst is in rechte afdwingbaar.

  • 2. Er is sprake van een geschil zodra een van de Partijen dit schriftelijk aan de andere Partijen meldt. Partijen dienen hierop in overleg met elkaar te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden gevonden.

  • 3. Indien binnen drie (3) maanden na melding van het geschil, zoals bedoeld in het eerste lid, tussen de Partijen geen oplossing is gevonden, staat het ieder van de Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde burgerlijke rechter te ‘s-Gravenhage.

Artikel 12 Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging

  • 1. Deze Bestuursovereenkomst treedt in werking de dag na de dag van de (laatste) ondertekening van de Bestuursovereenkomst door Partijen.

  • 2. Deze Bestuursovereenkomst eindigt op de dag van Oplevering.

  • 3. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze Bestuursovereenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze Bestuursovereenkomst, worden afgehandeld in overeenstemming met het bepaalde in deze bestuursovereenkomst.

  • 4. De overeenkomst kan tussentijds worden beëindigd indien Partijen dat met elkaar overeenkomen. Een beëindigingsovereenkomst kan uitsluitend schriftelijk worden aangegaan en kan een regeling bevatten omtrent de verdeling van nog te maken kosten en te vergoeden schade als gevolg van de tussentijdse beëindiging.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.

  • 2. Indien een bepaling van deze Bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover mogelijk, uit deze Bestuursovereenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de Bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.

  • 3. Binnen vier (4) weken na inwerkingtreding van deze Bestuursovereenkomst wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant. In de Staatscourant wordt tevens medegedeeld waar en voor welke periode de Bestuursovereenkomst ter inzage wordt gelegd.

Bijlagen

De volgende bijlagen maken onderdeel uit van de Bestuursovereenkomst.

  • 1. Projectscope

  • 2. Versoberingsopties

  • 3. Aanvullende maatregelen

ONDERTEKENING

Aldus opgemaakt en overeengekomen voor zover het de eigen bevoegdheden betreft en in viervoud ondertekend:

te Den Haag

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Datum: 31 oktober 2013

De provincie Overijssel,

G.J. Kok

Datum: 31 oktober 2013

De provincie Gelderland,

C.G. Bieze-van Eck

Datum: 31 oktober 2013

Regio Twente,

J. Bron

Datum: 31 oktober 2013

BIJLAGE 1 PROJECTSCOPE

BIJLAGE 2 VERSOBERINGSOPTIES

  • 2a) Overzicht van door de Partijen geaccordeerde Versoberingsopties

    Naam optie

    Traject

    Locatie

    Beschrijving

    Kostenbesparing in miljoen euro (bandbreedte), prijspeil 1 januari 2012

    MU waarde ()

    ID 2-19

    traject 2: Kp. Beekbergen – brug over Grote Wetering

    Afslag 21 Voorst

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken en VRI)

    € 0,8 – € 1,4

    (€ 1,1)

    ID 3-14

    traject 3: brug Grote Wetering – afslag 24 Deventer-Oost

    Afslag 22 Twello

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken)

    € 0,2 – € 0,4

    (€ 0,3)

    ID 4-08

    traject 4: Deventer Oost – afslag 26 Lochem

    afslag 24 Deventer-Oost

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken en VRI)

    € 0,6 – € 1,0

    (€ 0,8)

    ID 4-13

    traject 4: Deventer Oost – afslag 26 Lochem

    afslag 25 Bathmen

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken en VRI)

    € 0,6 – € 1,0

    (€ 0,8)

    ID 5-08

    traject 5: Lochem – afslag Rijssen

    afslag 26 Lochem KW006

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken)

    € 0,2 – € 0,4

    (€ 0,3)

    ID 5-16

    traject 5: Lochem – afslag Rijssen

    afslag 27 Markelo

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken)

    € 0,2 – € 0,4

    (€ 0,3)

    ID 6-08

    traject 6: Rijssen – kp. Azelo

    afslag 28 Rijssen

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken)

    € 0,9 – € 1,6

    (€ 1,3)

  • 2b) Mogelijke additionele versoberingsopties

    Naam optie

    Traject

    Locatie

    Beschrijving

    Kostenbesparing in miljoen euro (bandbreedte), prijspeil 1 januari 2012

    Mu waarde ()

    ID 2-25

    traject 2: Kp. Beekbergen – brug over Grote Wetering

    noordelijke rijbaan

    Huidige situatie:

    2 hoofdrijbanen

    1 parallel

    Schrappen aanpassing 1*2 naar 1*3 rijstroken op noordelijke hoofdrijbaan. (Verdubbeling parallelbanen blijft intact)

    Nieuwe situatie:

    2x hoofd, 2x parallel

    € 3,6 – € 6,4

    (€ 5,0)

    ID 4-19

    traject 4: Deventer Oost – afslag 26 Lochem

    parkeerplaats De Hop en Boermark

    Niet opheffen parkeerplaats i.c.m. object 5-14

    € 2,6 – € 4,5

    (€ 3,5)

    ID 2-07

    traject 2: Kp. Beekbergen – brug over Grote Wetering

    Tunnel Elsbosweg onder de A1 (KW023)

    Schrappen doortrekking 2*3 hoofdrijbanen tot over kp. Beekbergen waarbij kunstwerk verbreed dient te worden.

    € 0,3 – € 0,5

    (€ 0,4)

    ID 1-03

    traject 1; Afslag 20 Apeldoorn-Zd tot Kp. Beekbergen

    Zuidelijke hoofdrijbaan

    Schrappen verbreding van 2 naar 3 rijstroken incl. vluchtstrook door aansluiting Apeldoorn-Zuid heen. Weefvak in object ID 1-03 vervalt dan.

    € 1,3 – € 2,3

    (€ 1,8)

    ID 1-09

    traject 1: Afslag 20 Apeldoorn-Zd tot Kp. Beekbergen

    Afslag 20 Apeldoorn

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken en VRI)

    € 0,9 – € 1,6

    (€ 1,3)

    ID 3-19

    traject 3: brug Grote Wetering – afslag 24 Deventer-Oost

    afslag 23 Deventer Centrum

    Schrappen aanpassen aansluiting op OWN (= opstelvakken, kruisingsvlakken en VRI)

    € 1,2 – € 2,1

    (€ 1,6)

    ID 2-26

    traject 2: Kp. Beekbergen – brug over Grote Wetering

    Zuidelijke hoofdrijbaan

    Huidige situatie:

    2 hoofdrijbanen

    1 parallel

    Schrappen aanpassing 1*2 naar 1*3 rijstroken op zuidelijke hoofdrijbaan.

    (Verdubbeling parallelbanen blijft intact)

    Nieuwe situatie:

    2x hoofd, 2x parallel

    € 4,0 – € 7,0

    (€ 5,5)

BIJLAGE 3 AANVULLENDE MAATREGELEN

Een indicatief overzicht van de Aanvullende maatregelen wordt hieronder weergegeven. Over de exacte invulling hiervan wordt nader besloten gedurende het verdere planvormingsproces.

Aanvullende maatregelen:

  • brugduiker over de Boven Regge: realisatie in het kader van de herontwikkeling van de Regge in het landinrichtingsproject Enter. De Regge wordt aan beide zijden van de A1 heringericht waarbij deze ecopassage een essentiële schakel vormt;

  • brugduiker over de Twickelsevaart: in het kader van de verbreding van de Regge wordt een brugduiker gerealiseerd. De gezamenlijke kosten met bovenstaande maatregel bedragen € 10 miljoen;

  • ecopassage landgoed Twickel: aanpassing van een bestaand viaduct zodat fauna er gebruik van kan maken. De maatregel is opgenomen in het pact van Twickel/project Grensweg alsmede in het project Groene Poort. Kosten van deze maatregel bedragen € 0,5 miljoen.

De totale kosten van aanvullende maatregelen bedragen € 10,5 mln. Deze worden volledig gedekt door de Provincie Overijssel.

Naar boven