Ondermandaat, volmacht en -machtigingsbesluit SG Defensie 2013

12 november 2013

Nr. BS2013032949

De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013 ;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bewindspersoon:

de Minister van Defensie;

b. mandaat:

de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;

c. volmacht:

de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

d. machtiging:

de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

  • 1. Aan de verantwoordelijken, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b tot en met u, van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge de artikelen 3 tot en met 22 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 tot hun werkterrein behoren.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift indien het besluit waartegen het bezwaar zich richt door de verantwoordelijke of een door hem gemandateerde functionaris is genomen;

    • b. stukken, bestemd voor de Nationale ombudsman;

    • c. voordrachten voor onderscheidingen.

Artikel 3

  • 1. De verantwoordelijke, bedoeld in artikel 2, eerste lid, kan zijn mandaat, volmacht of machtiging in een daarbij door hem te bepalen omvang doorverlenen aan:

    • a. een plaatsvervanger;

    • b. een hoofd van een onder hem ressorterende organisatie-eenheid;

    • c. een andere onder hem ressorterende functionaris.

  • 2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt:

    • a. een afschrift gezonden aan de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie;

    • b. mededeling gedaan in de Staatscourant.

  • 3. De verantwoordelijke, bedoeld in artikel 2, eerste lid, draagt er zorg voor dat een register wordt aangehouden van de functionarissen aan wie krachtens het eerste lid mandaat, volmacht of machtiging is verleend. In dit register wordt tevens de inhoud van de verleende bevoegdheden vastgelegd.

Artikel 4

Het Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2013.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2013.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 november 2013

De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie, E.S.M. Akerboom

TOELICHTING

Algemeen

Het besluit strekt tot vervanging van het Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2005. Als gevolg van de inwerkingtreding, per 1 november 2013, van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 en het daarmee verband houdende Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013, was een aantal verwijzingen in Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2005 niet actueel.

Omdat zowel het Algemeen organisatiebesluit Defensie als het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie een nieuw jaartal hebben gekregen, is ervoor gekozen om het Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2005 in te trekken en een geheel nieuw Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2013 vast te stellen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In de in artikel 1, eerste lid, onder a opgenomen definities van ‘bewindspersoon’ is de verwijzing naar de staatsecretaris van Defensie verwijderd, net als in het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013. Voor een toelichting op de begrippen wordt naar de artikelsgewijze toelichting bij de laatstgenoemde regeling verwezen.

De definitie van ‘diensthoofd’, in artikel 1 is verwijderd, omdat deze ook niet meer voorkomt in het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013, noch in het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013. In beide genoemde besluiten wordt nu simpelweg het begrip ‘verantwoordelijke’ gebruikt, die geen nadere definitie behoeft. De verwijzing in artikel 2 naar (de opsomming van verantwoordelijken in) artikel 1 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013, volstaat.

Artikel 2

Het eerste lid van dit artikel is het begrip ‘diensthoofden’ vervangen door ‘verantwoordelijken’ en is de verwijzing naar de juiste artikelen in het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2013 opgenomen.

Het tweede lid brengt op deze verlening van bevoegdheden een aantal beperkingen aan, die gelijk zijn aan de beperkingen die voorheen ook in artikel 2 van het Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2005 stonden. Naast deze beperkingen gelden voor de verantwoordelijken uiteraard ook de beperkingen, die in artikel 2, tweede lid, van het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013 ten aanzien van de Secretaris-Generaal zijn vastgelegd.

Artikel 3

In artikel 3 zijn en de verwijzingen naar ‘diensthoofd’ vervangen door ‘verantwoordelijke’. Voor ‘plaatsvervangend diensthoofd’ is gekozen voor ‘plaatsvervanger’.

Artikel 4

Er is voor gekozen om het Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie 2005 in te trekken (en niet te kiezen voor een wijzigingsbesluit), zodat het jaartal in zowel het Algemeen organisatiebesluit Defensie, het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie en het Ondermandaat, volmacht en machtigingsbesluit SG Defensie gelijk zijn.

Artikel 5

Het besluit berust op artikel 3, eerste lid, van het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013. Aangezien het Algemeen mandaat, volmacht en machtigingsbesluit Defensie 2013 met ingang van 1 november 2013 in werking is getreden, wordt aan het besluit terugwerkende kracht gegeven tot en met die datum.

De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie, E.S.M. Akerboom

Naar boven