Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 februari 2013, nr. WJZ/ 12357329, tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 26b, eerste lid, 95b, achtste lid, 95m, negende lid, van de Elektriciteitswet en de artikelen 12, eerste lid, 44, achtste lid, en 52b, negende lid, van de Gaswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onderdeel f, vervalt ‘van een leverancier, netbeheerder of meetbedrijf’.

B

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Netbeheerders stellen leveranciers van kleinverbruikers rechtstreeks in kennis van elke wijziging van de tarieven voor het transport van elektriciteit of gas en van elk voornemen tot wijziging van de aan de transportovereenkomst verbonden voorwaarden voor het transport van elektriciteit of gas.

C

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d.

ARTIKEL II

De Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Een netbeheerder beëindigt het transport van elektriciteit of gas naar een kleinverbruiker niet wegens wanbetaling voordat de in de artikelen 3, eerste lid, en 4 beschreven procedure is gevolgd.

  • 2. Een vergunninghouder beëindigt de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet wegens wanbetaling voordat de in de artikelen 3 en 4 beschreven procedure is gevolgd.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid, aanhef, wordt ‘De netbeheerder of vergunninghouder’ vervangen door: De vergunninghouder.

2. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. vermeldt bij de herinnering dat de levering aan de kleinverbruiker niet wordt beëindigd indien de artikelen 5 of 8 van toepassing zijn.

C

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

  • f. op grond van het tweede lid de levering of op grond van het derde lid het transport van elektriciteit of gas wegens wanbetaling kan worden beëindigd.

2. De aanhef van het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een vergunninghouder kan de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker beëindigen wegens wanbetaling, tenzij:.

3. In het tweede lid, onderdeel a, vervalt ‘netbeheerder of’.

4. In het tweede lid, onderdeel b, vervalt ‘de netbeheerder of’.

5. In het tweede lid, onderdeel c, vervalt ‘de netbeheerder of’.

6. In het tweede lid, onderdeel f, vervalt ‘het transport of’.

7. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Een netbeheerder kan het transport van elektriciteit of gas beëindigen wegens wanbetaling tenzij de vordering van de netbeheerder binnen een redelijke termijn betrokken wordt bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker.

8. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘het tweede lid, onderdelen a en b’ vervangen door: het tweede lid, onderdelen a en b, en het derde lid.

D

In artikel 9 vervalt ‘de netbeheerder of’.

E

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘Een netbeheerder of een vergunninghouder draagt er zorg voor dat het transport van elektriciteit of gas naar of’ vervangen door: Een vergunninghouder draagt er zorg voor dat.

3. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘de netbeheerder of’.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Een netbeheerder draagt er zorg voor dat het transport van elektriciteit of gas naar een kleinverbruikers dat wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de kleinverbruiker een bewijs overlegt dat de vordering van de netbeheerder wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker.

ARTIKEL III

De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 vervalt, onder verlettering van de onderdelen e tot en met h tot de onderdelen d tot en met g, onderdeel d.

B

Artikel 8 vervalt.

C

Artikel 29 komt te luiden:

Artikel 29

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bevatten ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit:

  • a. de rechten en plichten van de netbeheerder en de afnemer met betrekking tot het uit- of aflezen van de meter;

  • b. de mogelijkheid specifieke regels te stellen ten aanzien van de meting van blindenergie;

  • c. de handelswijze bij storingen in de verzameling van meetgegevens bij dagelijks op afstand afleesbare meetinrichtingen en de handelswijze bij het repareren van die meetgegevens.

D

Artikel 31 vervalt.

ARTIKEL IV

De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 vervalt onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel b, onderdeel b.

B

De artikelen 7 en 10 vervallen.

C

Artikel 18 komt te luiden:

De voorwaarden, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, onderdeel b, van de wet, geven ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van gas, aan:

  • a. de rechten en plichten van de netbeheerder en de afnemer met betrekking tot het uit- of aflezen van de meter;

  • b. de handelswijze bij storingen in de verzameling van meetgegevens bij dagelijks op afstand afleesbare meetinrichtingen en de handelswijze bij het repareren van die meetgegevens.

ARTIKEL V

Voor vorderingen van de netbeheerder op de kleinverbruiker die zijn ontstaan voor 1 april 2013, geldt de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van artikel II.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel IV, in werking met ingang van 1 april 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 februari 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

In het voorjaar van 2011 is de wet tot wijziging van de van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt in werking getreden (Stb. 2011, nr. 130). Doel van deze wet is om ervoor te zorgen dat de kleinverbruiker structureel beter kan worden bediend door de energiebedrijven, en de werking van de elektriciteits- en gasmarkt structureel te verbeteren. Een onderdeel van het zogenoemde marktmodel is de invoering van het leveranciersmodel voor de kleinverbruikersmarkt, hetgeen onder meer inhoudt dat kleinverbruikers geen gescheiden facturen meer ontvangen van de netbeheerder en van hun leverancier, maar nog slechts één gecombineerde factuur, verzonden door de leverancier, betreffende het totaal van de kosten van levering, meting en netgebruik. In aanvulling op de wet is per 1 januari 2009 bij ministeriële regeling het capaciteitstarief ingevoerd. De wet heeft enkele wijzigingen aangebracht in de taken en verantwoordelijkheden van de partijen die betrokken zijn bij het meten, transporteren of leveren van elektriciteit of gas.

De voorgestelde wijzigingen van de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers, de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit, en de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas strekken ter uitvoering van het leveranciersmodel dat per 1 april 2013 in werking zal treden. Deze wijzigingen leiden onder meer tot aanpassing in de taakverdeling tussen de leverancier en de netbeheerder met betrekking tot de informatieverstrekking richting de kleinverbruiker inzake tariefwijzigingen en met betrekking tot de voorwaarden die verbonden zijn aan de transportovereenkomst.

2. Regeldruk

Deze paragraaf gaat in op de administratieve lasten en nalevingkosten die voortvloeien uit deze regeling. Onder administratieve lasten wordt verstaan de kosten voor het bedrijfsleven of de burgers om te voldoen aan informatieverplichtingen richting de overheid.

Aangezien uit de wijziging van de regelingen (De Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, De Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers, De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit, De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas) geen nieuwe informatieverplichtingen richting de overheid voortvloeien, is er geen sprake van een effect op de administratieve lasten.

De wijziging van de regelingen leidt ertoe dat de netbeheerder verplicht zal worden om de informatie inzake de tarievenwijzigingen aan de leverancier te verstrekken. Dit betekent dat jaarlijks één bericht van de 12 netbeheerders naar de 35 leveranciers zal moeten gaan met daarin de gewijzigde tarieven. Hoe dit gebeurt is vormvrij. Het gaat om kosten van slechts enkele euro’s per bericht. De totale nalevingkosten bedragen naar schatting minder dan € 5000.

Door het leveranciersmodel vervallen voor de netbeheerders de verplichtingen van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas. Dit geeft een reductie van de nalevingskosten van € 650.000 (van € 3,15 miljoen naar € 2,5 miljoen).

3. Vaste verandermomenten

In afwijking van het kabinetsbeleid op het gebied van de vaste verandermomenten wordt deze regeling niet twee maanden voor inwerkingtreding op het vaste verandermoment 1 februari gepubliceerd. Deze regelgeving gaat namelijk gepaard met uitgebreidere afspraken en overleggen met doelgroepen (uitzonderingsgrond 1).

4. Reacties van betrokkenen

Partijen op de elektriciteits- en gasmarkt zijn door middel van een openbare internetconsultatie in de gelegenheid gesteld om hun visie op de inhoud van de voorgenomen regels kenbaar te maken. Hierop zijn twee openbare reacties binnengekomen. Netbeheer Nederland gaat in op de voorgestelde wijziging van de Regeling afsluitbeleid Elektriciteitswet 1998 en Gaswet. Netbeheer Nederland geeft aan dat het wenselijk is dat de Regeling expliciet voorziet in de mogelijkheid om het transport van elektriciteit of gas te kunnen beëindigen wegens wanbetaling van de eenmalige kosten die de netbeheerders in rekening brengen. Naar aanleiding van deze reactie is de regeling zodanig aangepast dat netbeheerders in bepaalde situaties nog steeds de mogelijkheid hebben de kleinverbruiker af te sluiten wegens wanbetaling.

RECRON heeft aandacht gevraagd voor de positie van recreatieondernemers. Aangezien de reactie van RECRON vooral betrekking heeft op de keuzes die reeds in de wet gemaakt zijn en niet op de keuzes die in de regeling gemaakt zijn, heeft deze reactie geen aanleiding gegeven tot aanpassing van de regeling. Tot slot hebben enkele niet-openbare reacties aanleiding gegeven tot redactionele verbeteringen van de regeling.

Daarnaast is de regeling conform artikel 26b, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998, voorgelegd aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) ter advisering inzake de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid van de regeling. Bij brief van 6 december j.l. heeft de Raad mij geïnformeerd over de resultaten daarvan. De Raad concludeert dat de bepalingen van de ontwerpregeling, uitvoerbaar en handhaafbaar zijn.

De regeling is tevens conform artikel 26b van de Elektriciteitswet in het kader van de daarin voorgeschreven voorhangprocedure voorgelegd aan de Staten-Generaal. Teneinde de leden van de Eerste en Tweede Kamer de mogelijkheid te bieden zich uit te spreken over de regeling voordat deze wordt vastgesteld, is de termijn vastgesteld op 1 februari 2013.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B (Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet)

Als gevolg van invoering van het leveranciersmodel zal op grond van artikel 95m, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 52b, tweede lid, van de Gaswet, de verplichting tot het informeren van kleinverbruikers over de geldende tarieven en voorwaarden voor levering en transport van elektriciteit en gas, bij de leverancier berusten.

Artikel I introduceert de verplichting voor de netbeheerder om de leverancier van kleinverbruikers rechtstreeks in kennis te stellen van alle wijzigingen in de door hem gehanteerde tarieven en voorwaarden. Dit is noodzakelijk nu de leverancier als gevolg van het leveranciersmodel in staat moet zijn afnemers te allen tijde te informeren over de geldende voorwaarden en tarieven voor transport. Omdat een leverancier voor de invulling van deze nieuwe verplichting afhankelijk is van de aan hem door de netbeheerder verstrekte informatie inzake de door hem gehanteerde geldende tarieven en voorwaarden, wordt een nieuw lid toegevoegd die de netbeheerder verplicht deze informatie aan de leverancier te verstrekken.

Deze informatieverplichting van de leverancier doet niet af aan de verplichting voor de netbeheerder om afnemers op toereikende wijze in kennis te stellen van de wijzigingen van zijn tarieven en voorwaarden. Deze verplichting die voortvloeit uit richtlijn 2009/72, bijlage I, onderdeel b, en geïmplementeerd via artikel 95m, negende lid, van de Elektriciteitswet 1998, respectievelijk artikel 52b, tweede lid, van de Gaswet, in artikel 4, derde lid, van de Regeling afnemers en monitoring Elektricteitswet 1998 en Gaswet, blijft dan ook op de netbeheerders rusten. Kortweg betekent dit dat leveranciers een passieve informatieverplichting hebben jegens afnemers inzake alle geldende leverings- en transporttarieven. Hetgeen betekent dat afnemers bij vragen over deze tarieven in eerste instantie bij de leverancier terecht kunnen. Netbeheerders daarentegen behouden de verantwoordelijkheid afnemers over wijzigingen van hun tarieven en voorwaarden actief te informeren, conform artikel 4, derde lid, van de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet.

Artikel I, onderdeel C

Dit onderdeel zorgt ervoor dat bij een wisseling van leverancier, de afnemer de netbeheerder niet langer hoeft te informeren over de wijze van facturering en het factuuradres. Voor het daadwerkelijk mogelijk maken van de wisseling van leverancier, is het voor de netbeheerder voldoende te weten om welke aansluiting het gaat (EAN-code) en wat de overeengekomen datum van de wisseling is.

Artikel II (Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas)

Door het leveranciersmodel, worden de periodieke netbeheerderskosten bij kleinverbruikers vanaf 1 april 2013 door de leveranciers gefactureerd en geïnd. De Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas is aan de nieuwe situatie aangepast, in die zin dat er bij de regels over het afsluitbeleid rekening mee is gehouden dat netbeheerders alleen incidenteel bedragen in rekening brengen bij kleinverbruikers. De reguliere kosten die de netbeheerder bij consumenten in rekening brengt worden in het leveranciersmodel door de leverancier geïnd. Dit neemt echter niet weg dat de netbeheerder op grond van artikel 95b, zevende lid, van de Elektriciteitswet, respectievelijk artikel 44, zevende lid, van de Gaswet, een beleid moet voeren gericht op het voorkomen van het afsluiten van een afnemer, in het bijzonder in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar. Tot op heden voeren netbeheerders bijvoorbeeld bijzonder beleid bij extreme koude. Netbeheerders kunnen ook in de toekomst worden aangesproken op de wijze waarop zij hun afsluitproces hebben ingericht. De procedure die leveranciers op grond van het afsluitbeleid moeten doorlopen worden niet gewijzigd.

Artikel III (Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit)

De wijzigingen in deze regeling betreffen de artikelen 1, 8, 29 en 31 van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit. De artikelen 8 en 31 vervallen. In verband met het vervallen van artikel 31, ‘kan ook de definitie van ‘verbruiksprofiel’ in artikel 1 vervallen. Artikel 29 wordt gewijzigd als gevolg van de toepassing van het de bredere werking van het leveranciersmodel, dat zijn weerslag heeft gekregen in de op 1 juli 2011 in werking getreden Regeling gegevensbeheer en afdracht elektriciteit en gas. De regels voor de administratie van de aansluitingen (het vervallen artikel 8), de regels over het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit (het vervallen artikel 31) en de regels over meetgegevens (artikel 29) zijn reeds (gedeeltelijk) opgenomen in die regeling.

Artikel IV (Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas)

De wijzigingen in deze regeling betreffen de artikelen 7, 10 en 18 van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas. Artikelen 7 en 10 vervallen. Artikel 18 wordt gewijzigd als gevolg van de toepassing van het de bredere werking van het leveranciersmodel, dat zijn weerslag heeft gekregen in de op 1 juli 2011 in werking getreden Regeling gegevensbeheer en afdracht elektriciteit en gas. De regels voor de administratie van de aansluitingen (het vervallen artikel 7), de regels met betrekking tot het transport van gas (het vervallen artikel 10) en de regels over meetgegevens (artikel 18) zijn reeds (gedeeltelijk) opgenomen in die regeling.

Artikel VI (inwerkingtreding)

De onderhavige regeling treedt per 1 april 2013 in werking, met uitzondering van artikel IV. Dit artikel wijzigt de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas. Op grond van artikel 12 van de Gaswet dient elke wijziging van deze regeling na de vaststelling te worden voorgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. De regeling zal niet eerder dan na het verstrijken van vier weken door middel van een bij koninklijk besluit vast te stellen datum, in werking treden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven