Hernieuwde terinzagelegging bestemmingsplan Buitengebied Winsum, Winsum

Op 24 september 2013 hebben burgemeesters en wethouders van de gemeente Winsum op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) bekend gemaakt dat de gemeenteraad van Winsum op 20 juni 2013 het bestemmingsplan Buitengebied Winsum gewijzigd heeft vastgesteld.

Het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan (NL.IMRO.0053.BPBG2011BEHE1-VA01), de zienswijzenota en het MER, almede de daarbij behorende stukken zijn vervolgens per 25 september gedurende zes weken ter inzage gelegd.

Correctie

Burgemeester en wethouders hebben echter, na het constateren van een aantal kleine omissies in het ter inzage gelegde bestemmingsplan van 20 juni 2013, in het kader van de zorgvuldigheid en de rechtszekerheid besloten om het gecorrigeerde bestemmingsplan met de daarbij bijbehorende stukken opnieuw ter inzage te leggen.

Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat in de zienswijzenota en het MER geen wijzigingen zijn aangebracht.

Inzagetermijn

Het gecorrigeerde bestemmingsplan (NL.IMRO.0053.BPBG2011BEHE1-VA02), de zienswijzenota en het MER, met de daarbij bijbehorende stukken liggen van 13 november t/m 24 december 2013 opnieuw gedurende zes weken ter inzage bij het Klantcontactcentrum in het gemeentehuis. Het bestemmingsplan en de andere stukken zijn ook digitaal te raadplegen op www.winsum.nl onder het kopje ruimtelijke plannen en op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Beroep

Een belanghebbende, die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, alsmede een belanghebbende, aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 3.8 Wro, juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, kan gedurende de periode van 13 november t/m 24 december 2013 bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage beroep indienen tegen het vastgestelde bestemmingsplan.

Het besluit van de gemeenteraad treedt in werking met ingang van de dag na die, waarop de beroepstermijn afloopt. Indien gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is gedaan, wordt de werking van het besluit opgeschort, totdat op het verzoek is beslist.

Een eventueel in te stellen beroep dient te worden gezonden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage.

Een verzoek tot voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzitter van genoemde afdeling.