Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Wonen en Bouwen houdende een wijziging van het Mandaatbesluit BZK 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

Mede gelet op artikel 8.4 van het Mandaatbesluit BZK 2012,

Besluiten:

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit BZK 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

1. In artikel 1.1, onderdeel b, en in artikel 7.4, tweede lid, wordt ‘de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel’ vervangen door: de Minister voor Wonen en Rijksdienst.

2. In artikel 1.1, onderdeel e wordt ‘de hoofddirecteur Immigratie- en Naturalisatiedienst of de algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek’ vervangen door: de algemeen directeur van de Rijksgebouwendienst of de algemeen directeur van het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf.

3. In artikel 1.1, onderdeel f wordt ‘de hoofddirecteur IND of de algemeen directeur DT&V’ vervangen door: de algemeen directeur van de Rijksgebouwendienst of de algemeen directeur van het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf.

B

Het tweede lid van artikel 2.1 alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

C

1. In artikel 4.2, onder i, vervalt de zinsnede ‘met inbegrip van de personele bezwaren, anders dan bedoeld in artikel 4.9’.

2. Artikel 4.6 vervalt.

3. In artikel 4.8 wordt ‘directeur-generaal Rijksgebouwendienst’ vervangen door: chief executive officer/directeur-generaal a.i. Rijksvastgoedbedrijf i.o..

4. In artikel 4.9, eerste lid, vervalt de zinsnede ‘, voor zover wordt besloten tot herroeping van het bestreden besluit zonder dat het bezwaar is voorgelegd aan de Bezwarenadviescommissie personele aangelegenheden dan wel wanneer wordt besloten in afwijking van het advies van deze commissie,’.

D

In artikel 5.2, onder i, vervalt de zinsnede ‘met inbegrip van de personele bezwaren, anders dan bedoeld in artikel 4.9,’.

E

1. In artikel 6.2, onder f, vervalt de zinsnede ‘met inbegrip van de personele bezwaren, anders dan bedoeld in artikel 4.9,’.

2. In artikel 6.6, eerste lid, onderdeel j, vervalt ‘voor directeuren van IND geldt dat zij bevoegd zijn tot het toekennen van een materiële schadevergoeding aan personen, niet zijnde personeelsleden, tot een bedrag van € 5.000,–;’.

F

In artikel 7.4, tweede lid wordt ‘vreemdelingenzaken’ vervangen door ‘wonen en rijksdienst’ en wordt ‘De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel’ vervangen door: De Minister voor Wonen en Rijksdienst.

ARTIKEL II

Artikel 3.6 komt te luiden:

  • 1. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de Secretaris-generaal worden diens taken uitgeoefend door het diensthoofd of de diensthoofden, die bij schriftelijk besluit van de Secretaris-generaal in overeenstemming met de Minister is of zijn aangewezen als plaatsvervanger.

  • 2. Bij gebreke van voornoemd besluit of bij afwezigheid van de aangewezen plaatsvervanger(s) is één van de diensthoofden, naar anciënniteit van de benoeming in de functie, met de plaatsvervanging belast.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant, waarbij Artikel I terugwerkt tot en met 5 november 2012, met uitzondering van onderdeel C onder 4 dat terugwerkt tot en met 1 december 2012. Artikel II werkt terug tot en met 1 september 2013.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

TOELICHTING

Algemeen

De departementale herindeling van 2012 heeft geleid tot enkele aanpassingen in het Mandaatbesluit BZK 2012. Met name het overhevelen van het Directoraat Vreemdelingenzaken waartoe onder meer de grote uitvoeringsdiensten Dienst Terugkeer en Vertrek en de Immigratie- en Naturalisatiedienst behoren naar het ministerie van Veiligheid en Justitie, maken deze aanpassingen gewenst. Vanzelfsprekend zorgt ook het creëren van de portefeuille Wonen en Rijksdienst voor wijziging van het Mandaatbesluit. Waar nodig zijn begripsbepalingen en functieaanduidingen aangepast, geschrapt of toegevoegd.

Onderdeelsgewijs

Artikel I, onderdeel C

De wijzigingen in hoofdstuk 4 zien op de afhandeling van personele bezwaren. Het beslissen op bezwaren van ambtenaren inzake een personele aangelegenheid wordt exclusief neergelegd bij de hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering. Nu grote uitvoeringsdiensten als IND en D T & V niet langer deel uitmaken van de BZK-organisatie, is het gelet op de naar verwachting substantieel kleinere aantallen af te handelen bezwaarschriften, wenselijk om de beslissingen op personele bezwaren waar mogelijk in één hand te leggen. Dit komt eenheid van beleid ten goede. Ook de wijzigingen in de onderdelen D en E hangen hiermee samen.

Artikel II

Sinds de opheffing van de functie van plaatsvervangend secretaris-generaal wordt in het plaatsvervangerschap voorzien door de tijdelijke aanwijzing van één of meer plaatsvervangers van de Secretaris-generaal.

Dit artikel is niet van toepassing als er tijdelijk geen Secretaris-generaal in functie is, bijvoorbeeld vanwege diens vertrek uit de rijksdienst.

Dan zal door middel van uitdrukkelijke benoeming van een plaatsvervangend Secretaris-generaal in de plaatsvervanging moeten worden voorzien.

Artikel III

Omdat de departementale herindeling die de aanleiding vormt voor de onderhavige wijzigingen in het Mandaatbesluit BZK 2012 een feit was op 5 november 2012, is voor een terugwerkende kracht tot die datum gekozen. Onderdelen die om een andere reden gewijzigd zijn, hebben terugwerkende kracht tot de voor de wijziging relevante datum.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

Naar boven