Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Wonen en Bouwen houdende een wijziging van het Organisatiebesluit BZK 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 en artikel 19 van het Organisatiebesluit BZK 2012;

het Organisatiebesluit BZK 2012 als volgt te wijzigen:

ARTIKEL I

A

In artikel 1, onderdeel b, en in artikel 19 wordt ‘de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel’ vervangen door: de Minister voor Wonen en Rijksdienst.

B

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd.

1. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. het directoraat-generaal Wonen en Bouwen (DGWB);

2. Onderdeel e vervalt en de onderdelen f tot en met j worden geletterd e tot en met i.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. de baten-lastendienst het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de directie Rijksvastgoed.

C

1. In artikel 2, tweede lid, wordt ‘artikel 15, tweede lid’ vervangen door: artikel 16, tweede lid.

2. Artikel 2, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De in het eerste lid onder b, c, e, g en j genoemde dienstonderdelen ressorteren wat betreft beleid en uitvoering onder de Minister voor Wonen en Rijksdienst.

D

1. In artikel 3, tweede lid, en in artikel 4, tweede lid, wordt ‘Wonen, Bouwen en Integratie, Vreemdelingenzaken’ vervangen door: Wonen en Bouwen.

2. In artikel 4, tweede lid, vervalt ‘de hoofddirecteur Immigratie- en Naturalisatiedienst’.

E

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

  • 1. Er is een Audit Comité.

  • 2. Het Audit Comité is samengesteld uit de leden van de Bestuursraad, de directeur Financieel-economische Zaken, een lid van het managementteam van de Auditdienst Rijk en een directeur van de Algemene Rekenkamer. Aan het Audit Comité zijn daarnaast twee of meer externe deelnemers toegevoegd.

  • 3. Het Audit Comité staat onder voorzitterschap van de secretaris-generaal.

  • 4. Het Audit Comité vergadert vier maal per jaar.

  • 5. Het Audit Comité bespreekt:

    • a. belangrijke rijksbrede of externe ontwikkelingen die de sturing en beheersing van het departement raken;

    • b. de bedrijfsvoering en de opzet en werking van het management control systeem;

    • c. het samenstel van en de samenhang tussen de producten vanuit control, audit en certificering;

    • d. het auditjaarplan en de daarin voorgenomen onderzoeken;

    • e. de uitkomsten van de bedrijfsvoeringonderzoeken en de verwerking ervan.

  • 6. De secretaris-generaal besluit – gehoord het Audit Comité – over zo nodig te treffen maatregelen.

  • 7. Al hetgeen in de vergaderingen aan de orde komt is vertrouwelijk, voor zover niet anders is besloten of uit de wet voortvloeit.

  • 8. De directie Financieel-economische Zaken voert het secretariaat van het Audit Comité.

  • 9. Het Audit Comité regelt de eigen werkwijze.

F

Het opschrift van Paragraaf 3.4 komt te luiden: Paragraaf 3.4 Directoraat-generaal Wonen en Bouwen.

G

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘Wonen, Bouwen en Integratie’ vervangen door: Wonen en Bouwen.

2. In het tweede lid vervallen de onderdelen d en e en worden de onderdelen f tot en met i geletterd d tot en met g.

3. In het tweede lid, onderdeel g, en in de aanhef van het derde lid, wordt ‘Wonen, Bouwen en Integratie’ vervangen door: Wonen en Bouwen.

4. In het derde lid wordt in onderdeel a ‘het bureau Directeur-generaal Wonen, Bouwen en Integratie (bDGWBI)’ vervangen door ‘het bureau Directeur-generaal Wonen en Bouwen (bDGWB)’ en wordt in onderdeel b ‘Woningbouw (Wb)’ vervangen door: Bouwen (Bw).

5. In het derde lid vervalt onderdeel d en worden de onderdelen e tot en met f geletterd d tot en met e onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt.

H

Paragraaf 3.5 vervalt.

I

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘het directoraat-generaal Wonen, Bouwen en Integratie, het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken’ vervangen door: het directoraat-generaal Wonen en Bouwen.

2. In het tweede lid vervalt de laatste volzin.

3. Aan het tweede en het derde lid wordt na de komma achter ‘Rijksgebouwendienst’ toegevoegd: het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf, de directie Rijksvastgoed,.

4. In het derde lid wordt ‘Wonen, Bouwen en Integratie, Vreemdelingenzaken’ vervangen door ‘Wonen en Bouwen’ en vervalt ‘alsmede de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek’.

J

In artikel 17, eerste lid, wordt na de komma achter ‘Rijksgebouwendienst’ ingevoegd: het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf, de directie Rijksvastgoed,.

ARTIKEL II

A

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e vervalt en de onderdelen f tot en met j worden geletterd e tot en met i.

2. In onderdeel i wordt ‘de baten-lastendienst het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de directie Rijksvastgoed’ vervangen door: het Rijksvastgoedbedrijf i.o..

B

In artikel 2, vierde lid, wordt ‘b, c en j’ vervangen door: b, c en i.

C

In artikel 3, tweede lid wordt onder vernummering van lid vier tot en met zes in vijf tot en met zeven, een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Daarnaast heeft de Bestuursraad ten doel het bespreken respectievelijk het bereiken van overeenstemming over aspecten van het departementale personeelsbeleid en personele aangelegenheden alsmede het toezien op de uitvoering hiervan. In het overleg komen in ieder geval de volgende aangelegenheden aan de orde:

    • a. de ontwikkeling van het departementale HRM-beleid in brede zin;

    • b. de beleidsontwikkeling van management-development bij het Ministerie;

    • c. de benoeming van kandidaten bij BZK in vacatures opengesteld door de Algemene Bestuursdienst;

    • d. de werkzaamheden van de Bestuursraad met betrekking tot de personeelsschouw, zoals aangegeven in het departementale beleid terzake.

D

Artikel 4 vervalt.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. het voorzitterschap van de Bestuursraad en het Audit Comité;

2. Na het derde lid wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De Secretaris-generaal is niet belast met de inhoudelijke leiding van het onder artikel 2, eerste lid, onderdeel i, genoemde organisatieonderdeel.

F

Na paragraaf 3.4 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3.5 Het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting

Artikel 10
  • 1. Het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting staat onder leiding van een Chief Executive Officer/directeur-generaal a.i..

  • 2. Het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting draagt zorg voor het efficiënt beheren, onderhouden en gebruiken van Rijksvastgoed.

  • 3. Het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB);

    • b. de directie Rijksvastgoed;

    • c. de Rijksgebouwendienst.

G

Paragraaf 3.6 vervalt

H

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de Rijksgebouwendienst’ vervangen door: het Rijksvastgoedbedrijf i.o..

2. In het derde lid wordt ‘en Rijksgebouwendienst’ vervangen door: alsmede de Chief Executive Officer/directeur-generaal a.i. van het Rijksvastgoedbedrijf i.o..

I

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘de Rijksgebouwendienst’ vervangen door: het Rijksvastgoedbedrijf i.o..

ARTIKEL III

A

Artikel 6, tweede lid, onderdelen i en k, komen te luiden:

  • i. het plegen van inhoudelijke afstemming met het gemeenschappelijke secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen (sRob/Rfv);

  • k. het beheersmatig aansturen van de kabinetten van de Gouverneurs, de Vertegenwoordigingen, de Rijksdienst Caribisch Nederland en de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

B

Aan artikel 8 wordt na het derde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De directie Koninkrijksrelaties wordt beleidsinhoudelijk en beheersmatig aangestuurd door de Secretaris-generaal.

C

In artikel 15, derde lid, vervalt onderdeel k en wordt onderdeel l geletterd tot k.

ARTIKEL IV

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant, waarbij Artikel I terugwerkt tot en met 5 november 2012, Artikel II tot en met 1 december 2012 en Artikel III tot en met 1 september 2013.

  • 2. Het tweede lid van Artikel II, onderdeel E, vervalt met ingang van 1 juli 2013.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

TOELICHTING

1. Algemeen

Het Organisatiebesluit BZK 2012 is vastgesteld op basis van Artikel 3, tweede lid van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011. Dit artikel schrijft voor dat de organisatie van een ministerie bij beschikking wordt vastgesteld.

De departementale herindeling 2012 heeft gevolgen voor de hoofdstructuur van het Ministerie van BZK. Om deze gevolgen inzichtelijk te maken is een wijzigingsbesluit voor het Organisatiebesluit BZK 2012 opgesteld.

In deze toelichting wordt waar nodig per artikel ingegaan op de achtergronden van voorgenoemde wijzigingen.

Naast de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kent het Ministerie thans ook de Minister voor Wonen en Rijksdienst. De portefeuille van de Minister voor Wonen en Rijksdienst omvat de volgende onderwerpen:

  • Het Directoraat-generaal Wonen en Bouwen, inclusief fiscaliteit;

  • De Rijksgebouwendienst en het rijksvastgoed (per 1 december 2012 het Rijksvastgoedbedrijf i.o.);

  • De Rijksdienst;

  • De Algemene Bestuursdienst;

  • De Zelfstandige Bestuursorganen (doorlichting);

  • De administratieve lastenverlichting burgers.

De directie Integratie en Samenleving van het directoraat-generaal Wonen, Bouwen en Integratie is overgeheveld naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De naam van het genoemde directoraat-generaal wijzigt hiermee in het directoraat-generaal Wonen en Bouwen.

Het Directoraat-generaal Vreemdelingenzaken waartoe de directie Migratiebeleid, de Dienst Terugkeer en Vertrek, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het Secretariaat van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken en het Secretariaat Commissie Integraal Toezicht Terugkeer behoren, is overgeheveld naar het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf en de directie Rijksvastgoed zijn vanuit het ministerie van Financiën overgeheveld naar het ministerie van BZK. Genoemde dienstonderdelen worden met de Rijksgebouwendienst ondergebracht in het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting. Het streven is om het Rijksvastgoedbedrijf per 1 juli 2014 te starten, waarbij de formele instelling als agentschap voorzien is per 1 januari 2015.

Waar dat nodig is, bijvoorbeeld in verband met de grote omvang of bijzondere taken, zijn specifieke bepalingen opgenomen die de bijzondere positie onderstrepen. Zo is voor het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting, het directoraat-generaal Wonen en Bouwen, het Directoraat-generaal Organisatie Bedrijfsvoering Rijk en de Algemene Bestuursdienst bepaald dat deze wat betreft beleid en uitvoering van zijn taken ressorteren onder de Minister voor Wonen en Rijksdienst.

In Artikel I worden de wijzigingen opgenomen die samenhangen met de departementale herindeling 2012. Deze wijzigingen werken terug tot en met 5 november 2012. Artikel II bevat de aanpassingen die het gevolg zijn van het vormen van het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast vinden aanpassingen plaats in de werkwijze van de Bestuursraad. Deze bepalingen werken terug tot en met 1 december 2012. Tot slot wordt in Artikel III en IV de opheffing van de Projectdirectie Nieuwbouw per 1 september 2013 geregeld en de beheersmatige aansturing van een aantal organisatieonderdelen. Onder beheersmatige aansturing wordt verstaan: het integraal management met inbegrip van aangelegenheden op organisatorisch, personeel, financieel en materieel gebied.

2. Onderdeelsgewijs

Artikel I

De onderdelen B onder 1, D, F, G, H, I en J strekken ertoe de nieuwe tenaamstelling van het directoraat- generaal Wonen en Bouwen te bewerkstelligen en de onderdelen die naar de ministeries van VenJ en SZW zijn overgeheveld te verwijderen uit het organisatiebesluit.

Daarnaast is de transitie van het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf en de directie Rijksvastgoed van het ministerie van Financiën naar het ministerie van BZK opgenomen.

Verder wordt in artikel I, onderdeel E, de werkwijze van het Audit Comité beschreven.

Artikel II

In onderdeel C wordt geregeld dat het behandelen van het departementale personeelsbeleid voortaan plaatsvindt in de Bestuursraad. Hiertoe wordt een nieuw vierde lid in artikel 3 (artikel II, onder C) ingevoegd dat handelt over de taak van de Bestuursraad op het terrein van het departementale personeelsbeleid. Het Centraal HRM-beraad is niet meer nodig en artikel 4 vervalt derhalve (artikel II, onder D).

In de Bestuursraad wordt verder overlegd over de vacatures die door de ABD voor haar doelgroep worden behandeld. De definitie van de ABD doelgroep is als volgt:

  • alle medewerkers in schaal 17 en hoger;

  • alle managers in schaal 15 en 16 en met eindverantwoordelijkheid.

Doordat het Directoraat-generaal Vreemdelingenzaken is overgegaan naar het Ministerie van Veiligheid en Justitie is paragraaf 3.5. vrijgevallen. Deze paragraaf is nu gebruikt om het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting in de organisatie van BZK op te nemen. Het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting is momenteel samengesteld uit het vanuit het Ministerie van Financiën overgekomen Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf en de directie Rijksvastgoed. Ook de Rijksgebouwendienst valt onder het Rijksvastgoedbedrijf in oprichting.

Artikel III en IV

De wijzigingen in de artikelen 6, 8 en 15 zijn het gevolg van het opheffen van de projectdirectie Nieuwbouw per 1 september. Daarnaast is de secretaris-generaal belast met de beheersmatige aansturing van de onder artikel 6, tweede lid, onderdeel k, genoemde organisatieonderdelen. Ook is de Secretaris-generaal belast met een meer inhoudelijke en beheersmatige aansturing van de directie Koninkrijksrelaties. De directie Koninkrijksrelaties blijft wel aangesloten bij het directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties. Deze wijzigingen treden eveneens per 1 september 2013 in werking.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

Naar boven