Kennisgeving op grond van de Wrakkenwet, Rijkswaterstaat

Aankondiging als bedoeld in artikel 2, eerste lid Wrakkenwet

De Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Zee en Delta, handelend namens de Staat als beheerder van het waterstaatswerk de Noordzee, deelt het volgende mede.

Op donderdag 17 oktober 2013 is vissersschip ‘Zeldenrust Z75’ aan de grond gelopen op de strekdam ter hoogte van het KNRM-gebouw, Strandweg 2 te Petten. Aangezien de ligging van de gestrande ‘Zeldenrust Z75’ op de strekdam gevaar oplevert voor de scheepvaart, het milieu en waterstaatswerken is directe opruiming van de ‘Zeldenrust Z75’ noodzakelijk.

Met onmiddellijke ingang van heden, 18 oktober 2013 te 16.00 uur, ter hoogte van het KNRM-gebouw, Strandweg 2 te Petten, zijn de ‘Zeldenrust Z75’ en de daarvan afkomstige lading (en andere voorwerpen) onder de werking van de Wrakkenwet geplaatst ter zake van de opruiming te maken kosten in de ruimste zin van het woord. Onder deze kosten dienen onder andere te worden begrepen uitgaven voor berging van het schip, de in het schip aanwezige lading, alsmede de van het schip afkomstige zich elders bevindende voorwerpen.

Eigenaar van de ‘Zeldenrust Z75’ is ‘Op hoop van Zegen B.V.B.A’, Maritiemplein 1, 8400 Oostende te België. Kapitein is de heer J. Weststrate.

Gelet op artikel 2, tweede lid van de Wrakkenwet is het verboden zonder mijn vergunning de nog aanwezige goederen op het schip te verwijderen. Dit verbod vervalt indien tot genoegen van de beheerder zekerheid wordt gesteld ten bedrage van € 500.000,- (zegge: vijfhonderd- duizend euro) voor de voldoening van de ter zake van de opruiming gemaakte kosten.

Door de beheerder zal op 18 oktober 2013 te 16.00 uur of zoveel eerder indien mogelijk tot opruiming worden overgegaan.

Bezwaar/voorlopige voorziening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan door belanghebbenden tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Uw bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, p/a de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Zee en Delta, afdeling Werkenpakket, Postbus 5807, 2280 HV Rijswijk. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten een vermelding van de naam en het adres van de indiener, de dagtekening van het bezwaar, een vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het kenmerk van het besluit, alsmede een opgave van de redenen waarom u zich met het besluit niet kunt verenigen.

Tevens kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank (sector Bestuursrecht) binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten een vermelding van de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het kenmerk van het besluit, alsmede de gronden van het verzoek (motivering), en zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

Van de indiener van een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffiegeld geheven.

Rijswijk, 18 oktober 2013.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Zee en Delta, J.A. Jacobs

Naar boven