Beleidsregels ontheffingen generatorverbod Rotterdam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

overwegende dat:

  • sinds medio 2011 op nader door of namens ons college aangewezen ligplaatsen in de Rotterdamse haven het verboden is aan boord van een binnenschip een generator voor het opwekken van elektriciteit te gebruiken;

  • op die aangewezen ligplaatsen walstroom beschikbaar is, waardoor binnenschepen over elektriciteit kunnen beschikken;

  • het in sommige gevallen niet mogelijk blijkt dat een binnenschip van de walstroom gebruik kan maken;

  • van het verbod om een generator te gebruiken ontheffing kan worden verleend;

  • in nader in deze beleidsregel omschreven gevallen het mogelijk is om ontheffing van het generatorverbod te verlenen;

gelet op artikel 4.6, tweede lid, van de Havenbeheersverordening Rotterdam 2010, artikel 11.7, eerste lid, onder d, juncto artikel 1, tweede lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 en het Aanwijzingsbesluit gebieden generatorverbod Rotterdam 2013;

besluit van te stellen:

Beleidsregels ontheffingen generatorverbod Rotterdam

Artikel 1. Reikwijdte

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de ligplaatsen zoals genoemd in het Aanwijzingsbesluit generatorverbod Rotterdam 2013, zoals nadien gewijzigd.

Artikel 2. Gronden voor ontheffing

Een ontheffing voor het gebruik van een generator aan boord van een binnenschip wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. de schipper kan aantonen dat zijn schip meer elektriciteit verbruikt dan de walstroomkast kan leveren;

  • b. het schip ligt aangesloten op de walstroom en gedurende het gebruik een storing ontstaat waardoor geen walstroom meer kan worden afgenomen;

  • c. een schipper ligplaats wil nemen en de betrokken walstroomkast dan wel de beschikbare aansluitingen in de walstroomkast niet beschikbaar zijn om walstroom te leveren;

  • d. het internetnetwerk van Utiliq of de telefooncentrale van Utiliq door een technische storing niet te gebruiken is;

  • e. in een havenbekken alle aansluitpunten voor walstroom bezet zijn.

Artikel 3. Duur ontheffing artikel 2, onder a

  • 1. De ontheffing, bedoeld in artikel 2, onder a, kan:

    • a. eenmaal voor de duur van maximaal 12 uur worden verleend voor de navolgende ligplaatsen:

      • Maashaven Noordzijde (oeverfrontnummers 1304 tot en met 1317 en 1318 tot en met 1325);

      • Prins Hendrikkade (oeverfrontnummers 1141 tot en met 1144 en 1160 tot en met 1167);

      • Maaskade (oeverfrontnummers 1148 tot en met 1158);

      • Bartel Wiltonkade (oeverfrontnummers 247 tot en met 250);

      met dien verstande dat geen ontheffing wordt verleend voor de nachtelijke uren tussen 22:00 en 06:00 uur;

    • b. voor de duur van maximaal 72 uur worden verleend op de volgende ligplaatsen:

      • Waalhaven Oz (=Pier 3) (oeverfrontnummers 2211 tot en met 2214);

      • Waalhaven Zz (oeverfrontnummers 2237 tot en met 2242);

      • Heysehaven (oeverfrontnummers 2624 tot en met 2627);

      • Hartelsluis (oeverfrontnummers 5007 tot en met 5010);

    • c. eenmaal voor de duur van maximaal 12 uur worden verleend op de andere ligplaatsen.

  • 2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, onder b, kan meer dan één keer worden verleend, met dien verstande dat minimaal 48 moet zitten tussen het verlenen van een ontheffing.

Artikel 4. Duur ontheffing artikel 2, onder b, c en d

  • 1. De ontheffing, bedoeld in artikel 2, onder b, c en d kan worden verleend voor de duur van maximaal:

    • a. 72 uur op de volgende ligplaatsen:

      • Waalhaven Oz (=Pier 3) (oeverfrontnummers 2211 tot en met 2214);

      • Waalhaven Zz (oeverfrontnummers 2237 tot en met 2242);

      • Heysehaven (oeverfrontnummers 2624 tot en met 2627);

      • Hartelsluis (oeverfrontnummers 5007 tot en met 5010);

    • b. 12 uur op de andere ligplaatsen.

  • 2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, kan meer dan één keer worden verleend, met dien verstande dat minimaal 48 moet zitten tussen het verlenen van een ontheffing.

Artikel 5. Duur ontheffing artikel 2, onder e

  • 1. De ontheffing, bedoeld in artikel 2, onder e, kan worden verleend voor de duur van maximaal:

    • a. 12 uur op de volgende ligplaatsen:

      • Maashaven Noordzijde (oeverfrontnummers 1304 tot en met 1317 en 1318 tot en met 1325);

      • Prins Hendrikkade (oeverfrontnummers 1141 tot en met 1144 en 1160 tot en met 1167);

      • Maaskade (oeverfrontnummers 1148 tot en met 1158);

      • Bartel Wiltonkade (oeverfrontnummers 247 tot en met 250).

      met dien verstande dat geen ontheffing wordt verleend voor de nachtelijke uren tussen 22:00 en 06:00 uur;

    • b. 72 uur op de volgende ligplaatsen:

      • Waalhaven Oz (=Pier 3) (oeverfrontnummers 2211 tot en met 2214);

      • Waalhaven Zz (oeverfrontnummers 2237 tot en met 2242);

      • Heysehaven (oeverfrontnummers 2624 tot en met 2627);

      • Hartelsluis (oeverfrontnummers 5007 tot en met 5010).

    • c. 12 uur op de andere ligplaatsen.

  • 2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, kan meer dan één keer worden verleend, met dien verstande dat minimaal 48 moet zitten tussen het verlenen van een ontheffing.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de na dag publicatie daarvan in de Staatscourant.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ontheffingen generatorverbod Rotterdam.

Aldus vastgesteld namens het college van burgemeester en wethouder op 22 oktober 2013,

De Havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. R.J. de Vries

TOELICHTING

Met deze beleidsregels wordt duidelijkheid geschapen voor zowel binnenvaartschippers als andere belanghebbenden hoe de Havenmeester, namens het college, omgaat met de bevoegdheid om een ontheffing te verlenen van het generatorverbod. Tevens wordt aangeven welke ontheffing in welk gebied wordt afgegeven, de duur van de ontheffing en of een ontheffing meer dan één keer kan worden verleend.

In het kader van het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de (lokale) luchtkwaliteit en het voorkomen van geluidshinder en stankoverlast zijn in de haven door de Havenmeester van Rotterdam, namens het college van burgemeester en wethouders, plaatsen aangewezen waar het voor een schipper van een binnenschip verboden is een generator te gebruiken. De wettelijke basis om deze gebieden aan te wijzen staat in artikel 4.6 van de Havenbeheersverordening Rotterdam 2010.

De aanwijzing van deze gebieden heeft plaatsgevonden in het Aanwijzingsbesluit generatorverbod Rotterdam 2013 (verder: Aanwijzingsbesluit). In deze aangewezen gebieden geldt het verbod om een generator aan boord van een binnenschip te gebruiken. Op grond van het tweede lid van artikel 4.6 van de Havenbeheersverordening Rotterdam 2010 kan het college ontheffing verlenen van het verbod om een generator te gebruiken.

Op de gebieden die in het Aanwijzingsbesluit zijn genoemd mag een schip geen generator gebruiken, tenzij een ontheffing is verleend. Een ontheffing wordt schriftelijk of elektronisch (per email) verleend door het Haven Coördinatie Centrum van de Divisie Havenmeester. De ontheffing dient schriftelijk of elektronisch door de binnenvaartschipper bij het Haven Coördinatie Centrum te worden aangevraagd. Deze bepalingen over de wijze van indienen volgen dwingend uit de Algemene wet bestuursrecht.

Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het Haven Coördinatie Centrum 24 uur per dag, 365 dagen per jaar bereikbaar is en dat in de regel binnen een half uur na aanvraag een ontheffing voor het gebruik van een generator aan boord van een binnenschip kan worden verleend.

Artikel 1

Wellicht ten overvloede is in artikel 1 bepaald dat een ontheffing – vanzelfsprekend – alleen kan worden aangevraagd indien ligplaats wordt genomen in één van de gebieden die zijn aangewezen in het Aanwijzingsbesluit. Deze gebieden zijn aan verandering onderhevig. Deze beleidsregels gelden dan ook indien het Aanwijzingsbesluit wordt gewijzigd en nieuwe gebieden worden aangewezen.

Algemene toelichting artikelen 2, 3, 4 en 5

Artikel 2 geeft limitatief weer in welke vijf gevallen een ontheffing kan worden aangevraagd. Met het verlenen van een ontheffing wordt in principe terughoudend omgegaan. In de artikelen 3, 4 en 5 wordt vervolgens aangegeven voor welke periode een ontheffing kan worden aangevraagd en of een ontheffing meer dan één maal wordt verleend. Hieronder wordt een en ander nader toegelicht.

Artikel 3: Gebruik elektriciteit meer dan de walstroomkast kan leveren

Allereerst kan op grond van artikel 2, onderdeel a, aan een schipper van een binnenschip een ontheffing worden verleend indien deze kan aantonen dat zijn schip meer elektriciteit verbruikt dan de walstroomkast kan leveren.

Uitgangspunt is dat de stroom die door de walstroomkast wordt geleverd, voldoende is voor het huishoudelijk gebruik van een binnenschip. Er zijn echter omstandigheden dat een binnenschip meer stroom verbruikt dan de beschikbare ampèrage die de walstroomkast kan leveren. Indien een schipper bij de aanvraag kan aantonen dat het schip meer verbruikt dan de walstroomkast kan leveren, kan hij een ontheffing aanvragen.

Het niet kunnen aansluiten op een walstroomkast is te wijten aan het verbruik of de elektrische installatie aan boord van een schip. Dit zijn omstandigheden die een schipper kan oplossen. Gelet daarop wordt een ontheffing op deze grond, met uitzondering van de ligplaatsen genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b, slechts eenmalig verleend. Ook wordt deze ontheffing niet verleend in de nachtelijke uren op de ligplaatsen die bij bewoning liggen om hinder te voorkomen. Op het moment dat een schipper na het afmeren niet kan aansluiten omdat hij meer verbruikt dan de walstroomkast kan leveren, dan kan het schip nog relatief eenvoudig een andere ligplaats zoeken. Een ontheffing wordt in principe voor de maximale duur van 12 uur verleend. Dit geeft de schipper de mogelijkheid om of een monteur te bellen of – in relatieve rust – op zoek te gaan naar een andere ligplaats.

Voor de ligplaatsen genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b, geldt een afwijkend beleid. Op deze ligplaatsen kan een schipper voor een maximale duur van 72 uur een ontheffing aanvragen. In tegenstelling tot de andere ligplaatsen kan de schipper meer dan één keer een ontheffing aanvragen, met dien verstande dat minimaal 48 uur tussen twee ontheffingen in moet zitten. Op deze wijze wordt voorkomen dat een schip permanent ligplaats kan nemen op een ligplaats waar een generatorverbod geldt.

Artikel 4: Storing tijdens gebruik walstroom

Indien een schip aansluit op een walstroomkast en gedurende het gebruik een storing ontstaat waardoor er geen walstroom kan worden afgenomen, is het niet redelijk om van een schipper te vergen om bijvoorbeeld midden in de nacht of met beperkte bemanning aan boord, zijn schip te verhalen. In deze gevallen kan een ontheffing worden verleend voor maximaal 72 uur op de ligplaatsen genoemd artikel 4, eerste lid, onder a, en op de overige ligplaatsen genoemd in het Aanwijzingsbesluit 12 uur. Deze ontheffing kan ook in de nachtelijke uren worden verleend voor ligplaatsen die bij bewoning liggen. De verwachting is dat het zelden zal voorkomen dat na succesvolle aansluiting op de walstroom een storing ontstaat.

Deze ontheffing kan meer dan een keer worden verleend. Daarbij zal het niet in de praktijk niet mogelijk zijn dat een ontheffing opeenvolgend wordt verleend; immers de ontheffing kan alleen worden verleend als een schip aangesloten is op de walstroom en er tijdens het gebruik een storing optreedt.

Artikel 4: Walstroomkast is/de beschikbare aansluitingen zijn niet beschikbaar om walstroom te leveren

Het komt incidenteel voor dat een walstroomkast niet werkt, bijvoorbeeld door een kabelbreuk of door uitval van de elektriciteit. In dat geval kan aan een schipper een ontheffing worden verleend voor maximaal 12 uur aanvragen voor het gebruik van de eigen generator. Deze ontheffing kan ook in de nachtelijke uren worden verleend voor ligplaatsen die bij bewoning liggen. De verwachting is dat deze situatie zo weinig voorkomt, dat dit weinig hinder voor de omgeving zal opleveren.

Voor de ligplaatsen genoemd in artikel 4, eerste lid, onder a, geldt dat hier een ontheffing voor maximaal 72 uur kan worden verleend. Deze ruimere periode is mogelijk aangezien deze ligplaatsen op aanzienlijke afstand van bewoning liggen, waardoor hinder van een draaiende generator aan boord van een binnenschip niet snel zal ontstaan.

Op grond van het tweede lid van artikel 4 kan na 48 uur na afloop van de ontheffing weer een nieuwe ontheffing worden verleend. In de praktijk zal dit betekenen dat na het aflopen van de termijn in de ontheffing een andere ligplaats zal moeten worden gezocht waar wel walstroom beschikbaar is of waar geen generatorverbod geldt.

Artikel 4: Het internetnetwerk of de telefooncentrale van Utiliq is niet te gebruiken

Het komt voor dat de internetsite of de telefooncentrale van Utiliq storing heeft. In dat geval kunnen schippers zich niet aanmelden voor walstroom. In dit geval is het niet in alle gevallen redelijk een schipper te vragen om onmiddellijk een andere ligplaats te zoeken. In het geval dat door deze omstandigheden niet op een kast kan worden aangesloten, kan – met uitzondering van de ligplaatsen genoemd in artikel 4, eerste lid, onder a – een ontheffing voor de maximale duur van 12 uur worden verleend. Deze ontheffing kan ook in de nachtelijke uren worden voor ligplaatsen die bij bewoning liggen. De verwachting is dat deze situatie zo weinig voorkomt, dat weinig hinder voor de omgeving zal opleveren.

Voor de ligplaatsen genoemd in artikel 4, eerste lid, onder a, geldt dat hier een ontheffing voor maximaal 72 uur kan worden verleend. Deze ruimere periode is mogelijk aangezien deze ligplaatsen op aanzienlijke afstand van bewoning liggen, waardoor hinder van een draaiende generator niet snel zal ontstaan.

Op grond van het tweede lid van artikel 4 kan na 48 uur na afloop van de ontheffing weer een nieuwe ontheffing worden verleend. In de praktijk zal dit betekenen dat na het aflopen van de termijn in de ontheffing een andere ligplaats zal moeten worden gezocht waar wel walstroom beschikbaar is of waar geen generatorverbod geldt.

Artikel 5: Alle aansluitpunten voor walstroom zijn in een havenbekken bezet

Indien alle aansluitpunten van de kasten op een bepaalde ligplaats bezet zijn en ook niet in de buurt van die ligplaats andere ligplaatsen beschikbaar zijn waar de schipper kan afmeren, kan een ontheffing voor de maximale duur van 12 uur worden aangevraagd.

Voor de ligplaatsen genoemd in artikel 5, eerste lid, onder a, geldt dat voor maximaal 12 uur een ontheffing kan worden verleend, met dien verstande dat deze ontheffing niet wordt verleend voor de nachtelijke uren om te voorkomen dat voor de omgeving overlast ontstaat. Een ontheffing die bijvoorbeeld om 20:00 uur wordt aangevraagd, wordt verleend tot 22:00 uur.

Voor de ligplaatsen genoemd in artikel 5, eerste lid, onder b, geldt dat hier een ontheffing voor maximaal 72 uur kan worden verleend. Deze ruimere periode is mogelijk aangezien deze ligplaatsen op aanzienlijke afstand van bewoning liggen, waardoor hinder van een draaiende generator niet snel zal ontstaan.

Op grond van het tweede lid van artikel 5 kan na 48 uur na afloop van de ontheffing weer een nieuwe ontheffing worden verleend. In de praktijk zal dit betekenen dat na het aflopen van de termijn in de ontheffing een andere ligplaats zal moeten worden gezocht waar wel walstroom beschikbaar is of waar geen generatorverbod geldt.

Naar boven