Regeling van de Minister van Defensie tot wijziging van de regeling van 31 augustus 1984, nr. C 82/044/330 houdende vaststelling van enige regels ter beperking van de geluidhinder door militaire luchtvaartuigen

29 januari 2013

Nr. BS2013001939

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 2 van het Koninklijk besluit van 21 mei 1981, houdende vaststelling van enige regels ter beperking van de geluidhinder door luchtvaartuigen (Stb. 1981, 343);

Besluit:

ARTIKEL I

De regeling van de Staatssecretaris van Defensie van 31 augustus 1984, nr. C 82/044/330, ter beperking van de geluidhinder door militaire luchtvaartuigen (Stcrt. 1984, 178), wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘militaire luchtvaartterreinen’ vervangen door: militaire luchthavens.

b. Onderdeel b komt te luiden:

• b. Een van de luchthaven opstijgend luchtvaartuig moet na de start zo snel mogelijk het startvermogen van de motor of motoren verminderen tot normaal klimvermogen en klimmen naar de voor het luchtvaartuig vastgestelde vlieghoogte.

c. In onderdeel d wordt ‘het luchtvaartterrein’ vervangen door ‘de luchthaven’ en wordt ‘het militaire luchtvaartterrein’ vervangen door ‘de militaire luchthaven’.

d. De onderdelen e en f komen te luiden:

• e.

  • 1°. Het vliegen voor oefendoeleinden is voor militaire luchtvaartuigen niet toegestaan op werkdagen na 00.00 uur plaatselijke tijd tot 07.00 uur plaatselijke tijd of zoveel eerder als de uniforme daglichtperiode aanbreekt, en op vrijdagen vanaf 17.00 uur, zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen.

  • 2°. Het vliegen voor oefendoeleinden is voor militaire luchtvaartuigen, belast met de SAR-taak, niet toegestaan op werkdagen na 01.00 uur plaatselijke tijd tot 07.00 uur plaatselijke tijd of zoveel eerder als de uniforme daglichtperiode aanbreekt, en op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen.

• f.

  • 1°. Militaire luchtvaartuigen mogen na 22.00 uur plaatselijke tijd geen oefendoorstarts uitvoeren, met uitzondering van de militaire luchthaven Deelen waar militaire helikopters van 1 oktober tot 1 mei tot 22.30 uur plaatselijke tijd en van 1 mei tot 1 oktober tot 23.30 uur plaatselijke tijd oefendoorstarts mogen uitvoeren.

  • 2°. Militaire luchtvaartuigen, belast met de SAR-taak, mogen na middernacht plaatselijke tijd geen oefendoorstarts uitvoeren.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst vervalt de aanduiding ‘1’.

b. In onderdeel c wordt ‘Nieuw Milligen Noord CTA en Nieuw Milligen TMA A’ vervangen door: NW Milligen CTA North en NW Milligen TMA A.

c. In onderdeel d wordt ‘worden uitgevoerd met luchtvaartuigen van de Koninklijke luchtmacht’ gewijzigd in: worden uitgevoerd.

d. In onderdeel e wordt ‘mits gevlogen op’ gewijzigd in: mits wordt gevlogen op.

e. In onderdeel f komt onderdeel 1° te luiden:

• 1°. Voor de start het militaire luchtverkeersleidingscentrum (AOCS NM) is ingelicht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 januari 2013

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert.

TOELICHTING

De voorliggende wijziging van de Regeling ter beperking van de geluidhinder door militaire luchtvaartuigen betreft enerzijds een vereenvoudiging op het vlak van de ontheffingverlening voor oefendoorstarts en anderzijds een aantal technisch-redactionele aanpassingen.

Al jaren wordt op basis van artikel 5 van de genoemde regeling ontheffing verleend van het tot nu toe in artikel 1, onderdeel f, opgenomen verbod om na 22.00 uur oefendoorstarts op de militaire luchthaven Deelen uit te voeren. Achtergrond hiervan vormt het waarborgen van de tijdige inzetgereedheid van voldoende vliegtuigbemanningen, wat niet volledig in de reguliere avondvliegperiode kan plaatsvinden. Besloten is om die termijn structureel met een half uur te verlengen tot 22.30 uur plaatselijke tijd van 1 oktober tot 1 mei en met anderhalf uur tot 23.30 uur van 1 mei tot 1 oktober. Hierdoor wordt de administratieve werklast aanzienlijk verminderd. Artikel 1, onderdeel f, is in die zin gewijzigd. De betrokken luchthaven draagt er zorg voor dat in voorkomend geval de omgeving van de luchthaven tijdig wordt geïnformeerd over late oefendoorstarts.

Voorts zijn in de regeling de volgende technisch-redactionele aanpassingen aangebracht.

Omdat sinds enkele jaren de Koninklijke marine niet meer beschikt over eigen luchtvaartuigen, wordt thans algemeen gesproken over militaire luchtvaartuigen.

Voorts zijn op verschillende plaatsen in artikel 1 de woorden ‘luchtvaartterrein’ en ‘luchtvaartterreinen’ gewijzigd in respectievelijk ‘luchthaven’ en ‘luchthavens’, zulks ter aanpassing op de in de Wet luchtvaart gebruikte terminologie.

Tevens is van de gelegenheid gebruikgemaakt artikel 1, onderdeel b, te vereenvoudigen.

De onderdelen 1° en 3° van onderdeel e van artikel 1 zijn gecombineerd, waarbij het mogelijk is gemaakt om om 7.00 uur lokale tijd met het uitvoeren van vluchten te beginnen, ook al is het dan nog donker. Onderdeel 2° van onderdeel e van artikel 1 is dienovereenkomstig aangepast.

In artikel 3 zijn enkele redactionele verbeteringen aangebracht. Tot slot is in onderdeel f, onderdeel 1°, van dat artikel het begrip ‘MilATCC’ gewijzigd in: AOCS NM. Dit betreft puur een wijziging van de benaming.

De inwerkingtreding van deze regeling is gesteld op 1 april 2013. Dit houdt rechtstreeks verband met het feit dat de nu geldende ontheffing voor oefendoorstarts (Stcrt. 2012, 15856) eind maart afloopt.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert.