Kennisgeving besluit offshore windturbinepark Q4-West, Rijkswaterstaat

De Minister van Infrastructuur en Milieu maakt, gelet op artikel 3.12 van de Algemene wet bestuursrecht, het volgende bekend:

Van 31 oktober 2013 tot en met 12 december 2013 ligt het besluit offshore windturbinepark Q4-West en de daarop betrekking hebbende stukken ter inzage. Het besluit doorloopt de procedure overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Achtergrond

Op 18 december 2009 heeft initiatiefnemer Scheveningen Buiten B.V. (dochter van Eneco Wind B.V.) een vergunning verkregen voor het realiseren van offshore windturbinepark Scheveningen Buiten. Door het verleggen van scheepvaartroutes kan dit park niet gerealiseerd worden.

Ter compensatie hiervan heeft Eneco Wind B.V. een aanvraag ingediend voor het realiseren van een windturbinepark in de mijnbouwblokken Q4 en Q7. Deze locatie bevindt zich ca. 26 km uit de kust van Bergen aan Zee en ligt achter (ten westen van) de reeds verleende vergunning Q4.

Procedure

Op 12 april 2013 heeft Eneco Wind B.V. een vergunningaanvraag ingediend voor het realiseren van een windturbinepark en het kabeltracé tot aan de laagwaterlijn bij Wijk aan Zee. Ter onderbouwing van de vergunningaanvraag heeft Eneco Wind B.V. een Milieueffectrapport en een passende beoordeling opgesteld voor de effecten op het milieu en beschermde natuurwaarden.

Onderdeel van de hierboven bedoelde aanvraag betreft het intrekken van de watervergunning (met kenmerk WSV/2009-1227) van Scheveningen Buiten B.V. voor het oprichten, in stand houden en verwijderen van windturbinepark Scheveningen Buiten inclusief alle wijzigingen, onder de voorwaarde dat de watervergunning voor windturbinepark Q4-West onherroepelijk is.

Het ontwerpbesluit en de bijlagen hebben van 31 mei 2013 tot en met 11 juli 2013 ter inzage gelegen. Op 20 juni 2013 heeft een informatieavond plaatsgevonden. Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn 5 zienswijzen naar voren gebracht.

Op 18 september 2013 heeft Eneco Wind B.V. verzocht om het besluit op naam van Q4-WP B.V. te stellen. Eneco Wind B.V. is enig aandeelhouder en bestuurder van Q4-WP B.V.

Besluit

De Minister heeft besloten een vergunning onder voorwaarden te verlenen aan Q4-WP B.V. voor het oprichten, in stand houden en verwijderen van offshore windturbinepark Q4-West, en de vergunning Scheveningen Buiten in te trekken.

Waar kunt u het besluit inzien?

Het besluit en de daaraan ten grondslag liggende stukken liggen van 31 oktober 2013 tot en met 12 december 2013 ter inzage op de volgende locaties:

• het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Plesmanweg 1-6 te Den Haag;

• het kantoor van Rijkswaterstaat Zee en Delta, Lange Kleiweg 34 te Rijswijk (ZH);

• het provinciehuis van de provincie Noord-Holland, Kleine Houtweg 18 te Haarlem;

• het gemeentehuis van de gemeente Bergen, Jan Ligthartstraat 4 te Bergen.

U kunt het besluit en de daaraan ten grondslag liggende stukken ook downloaden via www.centrumpp.nl .

Hoe kunt u reageren?

U kunt als belanghebbende tegen dit besluit beroep instellen bij de Rechtbank binnen het rechtsgebied waar u woont dan wel gevestigd bent. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 6 weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop de besluiten ter inzage zijn gelegd. Dit betekent dat het indienen van een beroepschrift mogelijk is tot en met 12 december 2013. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht op het ontwerp van het desbetreffende besluit.

Voorts bestaat de mogelijkheid om – gelijktijdig met of na indiening van het beroepschrift – een verzoek te doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een zodanig verzoek dient te worden gericht tot de Voorzieningenrechter van de rechtbank waarbij het beroep wordt ingesteld.

Op het besluit is hoofdstuk 1, afdeling 2, van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen een of meer van deze besluiten. Na afloop van de termijn van 6 weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het wordt aanbevolen in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

U wordt vriendelijk verzocht om, indien u beroep instelt, een kopie van uw beroepschrift te zenden aan Rijkswaterstaat, ter attentie van Robin Meijerink. Let op! Het origineel van uw beroepschrift dient u te zenden aan de Rechtbank.

Meer informatie

Voor nadere informatie over de inhoud van het besluit kunt u contact opnemen met Rijkswaterstaat Zee en Delta, telefoon 070 – 336 66 00. Voor vragen over de procedure kunt u terecht bij het Centrum Publieks-participatie, telefoon 070 – 456 96 04.