Regeling van 26 oktober 2013 tot instelling van de Evaluatiecommissie Politiewet 2012 (Regeling instelling commissie Evaluatie Politiewet 2012)

De Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister voor Wonen en Rijksdienst, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder

a. commissie:

de commissie, bedoeld in artikel 2;

b. de minister:

de Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 2

Er is een commissie Evaluatie Politiewet 2012.

Artikel 3

  • 1. De commissie heeft tot taak de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk te onderzoeken. Voor 1 oktober 2015 dient de commissie een deelrapport over de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk in de regionale eenheid Oost-Nederland inclusief haar aanbevelingen aan de minister uit te brengen. Voor 1 oktober 2017 dient de commissie een deelrapport over de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk inclusief haar aanbevelingen aan de minister uit te brengen.

  • 2. De commissie informeert een klankbordgroep bestaande uit bij de politie betrokken partijen periodiek over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar taak.

  • 3. De commissie informeert de minister, op eigen initiatief of op verzoek van de minister, periodiek over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar taak.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en maximaal 6 andere leden.

  • 2. De leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door de minister.

Artikel 5

Na het uitbrengen van het in artikel 3, eerste lid, derde volzin, bedoelde deelrapport inclusief aanbevelingen is de commissie opgeheven.

Artikel 6

De archiefbescheiden van de commissie worden zo spoedig mogelijk na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 oktober 2017.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling commissie Evaluatie Politiewet 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

Artikel 74 van de Politiewet 2012 bevat een evaluatiebepaling voor de Politiewet 2012. Het eerste lid van artikel 74 van de Politiewet 2012 bepaalt dat de minister van Veiligheid en Justitie binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet aan de Staten-Generaal een verslag dient te sturen over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk (verder aangeduid als evaluatie Politiewet 2012). Het tweede lid van dit artikel bepaalt in afwijking van het eerste lid dat voornoemde minister het verslag met betrekking tot de regionale eenheid Oost-Nederland binnen drie jaar na inwerkingtreding van de Politiewet 2012 aan de Staten-Generaal zendt.

Bij deze evaluatie zal gevolg worden gegeven aan de toezeggingen op het terrein van de evaluatie die de minister van Veiligheid en Justitie heeft gedaan aan het parlement bij de behandeling van het wetsvoorstel voor de Politiewet 2012 en bij de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de korpschef en van de regioburgemeester alsmede van enkele andere verbeteringen.

Op basis van deze regeling wordt voor de uitvoering van de bovenbedoelde evaluatie de commissie Evaluatie Politiewet 2012 ingesteld. Hiervoor is gekozen vanwege de gewenste onafhankelijke uitvoering van de evaluatie, de omvang van de taak en omdat deze taak gelet op haar specifieke karakter en de voor de uitvoering benodigde kennis niet goed bij een bestaande adviescommissie is onder te brengen. Het spreekt voor zich dat er sprake dient te zijn van een onafhankelijke evaluatie omdat de resultaten van de evaluatie breed gedragen moeten kunnen worden. De resultaten zullen immers mede aan de basis staan van de discussie over de verdere ontwikkeling van het politiebestel. De evaluatie van de Politiewet 2012 zal een omvangrijke evaluatie zijn. Niet alleen vanwege de omvang van de politieorganisatie maar ook vanwege alle onderwerpen die in de Politiewet 2012 zijn geregeld. De evaluatie stelt daarom bijzondere eisen aan de in de commissie aanwezige kennis en ervaring. De commissie zal dienen te beschikken over kennis en ervaring op het terrein van:

  • complexe bestuurlijke en organisatorische vraagstukken,

  • organisatie van het binnenlands bestuur,

  • organisatie van de veiligheid in het publieke domein,

  • wetenschappelijke evaluaties in het publieke domein en

  • operationeel leiderschap in een grote operationele organisatie in het publieke domein.

De regeling is gebaseerd op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges. De commissie Evaluatie Politiewet 2012 is immers aan te merken als een adviescollege, belast met de eenmalige advisering over de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk.

De taak van de commissie Evaluatie Politiewet 2012 is gebaseerd op artikel 74 van de Politiewet 2012 en is opgenomen in artikel 3.1. De commissie heeft tot taak de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk te onderzoeken en hierover twee deelrapporten inclusief haar aanbevelingen aan de minister uit te brengen. Gelet op het feit dat de Politiewet 2012 op 1 januari 2013 in werking is getreden, dient de minister het deelrapport dat betrekking heeft op de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk in de regionale eenheid Oost-Nederland voor 1 januari 2016 aan de Staten-Generaal te hebben gezonden en het deelrapport dat betrekking heeft op de doeltreffendheid en de effecten van de Politiewet 2012 in de praktijk voor 1 januari 2018. Teneinde de minister in staat te stellen om een inhoudelijke reactie op de deelrapporten en de aanbevelingen mee te sturen naar de Staten-Generaal, heeft de commissie de taak deze stukken voor respectievelijk 1 oktober 2015 en 1 oktober 2017 aan de minister uit te brengen.

De commissie Evaluatie Politiewet 2012 zal bestaan uit een voorzitter en maximaal 6 andere leden die elkaar aanvullen in hun professionele achtergrond, kennis en ervaring, die een autoriteit zijn binnen hun vakgebied en die vanuit hun professie niet direct verbonden zijn aan de politie. De voorzitter en de leden zullen door de Minister van Veiligheid en Justitie worden benoemd. De leden van de commissie nemen deel aan de beraadslagingen en besluitvorming zonder last of ruggenspraak.

De Commissie Evaluatie Politiewet 2012 zal de verschillende betrokken partijen bij de politieorganisatie periodiek informeren over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de evaluatie door hen in de vorm van een klankbordgroep bij de evaluatie te betrekken. Hierin hebben in ieder geval zitting 2 regioburgemeesters en functionarissen uit de kring van burgemeesters, College van procureurs-generaal, gemeenteraadsleden, het directoraat-generaal Politie, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, politievakorganisaties, medezeggenschap en de korpsleiding. Het is aan de commissie om hier, in overleg met de betrokken partijen, verder vorm en inhoud aan te geven.

Tevens heeft de commissie tot taak de minister periodiek, op eigen initiatief of op verzoek van de minister, te informeren over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de evaluatie.

Naar boven