Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 oktober 2013, 2013-0000134259, tot wijziging van de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien), in verband met de openstelling van een nieuw tijdvak voor Actie Jeugd Additionele scholing, opleiding en toerusting van jongeren op of tot de arbeidsmarkt

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de definitie coördinerende gemeente wordt een definitie ingevoegd, luidende:

coördinerende gemeente Actie Jeugd 1 in 2013–2015:

een coördinerende gemeente voor de aanvraag Actie Jeugd 1 in 2013–2015, is één van de volgende gemeenten: Alkmaar, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Den Bosch, Den Haag, Doetinchem, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Goes, Gorinchem, Gouda, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hilversum, Leeuwarden, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Roermond, Tiel, Tilburg, Utrecht, Venlo, Zaanstad, Zoetermeer, Zwolle;

2. Na de definitie project wordt een definitie ingevoegd, luidende:

regionaal plan van aanpak:

een regionaal plan van aanpak ter bestrijding van jeugdwerkloosheid als bedoeld in de Septembercirculaire gemeentefonds 2013 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

B

Artikel 13, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. loonkostensubsidies en stagevergoedingen voor zover verstrekt binnen Actie J.

C

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel A4 wordt ‘€ 50.000.000,–’ vervangen door: € 60.000.000,–

2. In artikel J2, eerste lid, wordt ‘de periode van 1 september 2010, 09.00 uur tot en met 31 maart 2011, 17.00 uur’ vervangen door: de periode van 2 december 2013, 09.00 uur tot en met 17 januari 2014, 17.00 uur

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, wordt aan artikel J3 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. voor aanvragen ten behoeve van projecten in het kader van Actie Jeugd 1, ingediend in de periode van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014: € 36.095.000,–.

4. Aan artikel J5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie in het kader van Actie Jeugd 1 voor aanvragen, ingediend in de periode van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014, is per coördinerende gemeente Actie Jeugd 1 in 2013–2015, vastgelegd in bijlage 5.

5. In artikel J6, onderdeel b, wordt ‘24 maanden’ vervangen door: 18 maanden.

6. Artikel J7, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. met betrekking tot Jeugd 1: activiteiten die gericht zijn op het vergroten van duurzame arbeidsinpassing met inbegrip van re-integratietrajecten, waaronder begrepen scholing, training en begeleiding, dan wel die aansluiten bij het regionale plan van aanpak, actieplan, of het Actieplan Jeugdwerkloosheid;

7. Aan de bijlage wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel J9. Nadere regels omtrent de toekenning subsidie Actie Jeugd I periode 2013/14

  • 1. Indien het subsidieplafond voor aanvragen als bedoeld in artikel J3, onderdeel e, niet wordt bereikt en er aanvragers zijn die een aanvraag hebben ingediend voor een bedrag hoger dan het op grond van artikel J5, derde lid, voor hen beschikbare bedrag, kan de minister besluiten die aanvragers dat hogere subsidiebedrag te verlenen.

  • 2. Indien het bedrag, noodzakelijk voor de hogere bedragen van de subsidieaanvragen in verband met het subsidieplafond, bedoeld in artikel J3, onderdeel e, niet toereikend is voor het verlenen van de subsidie in overeenstemming met die aanvragen, verleent de minister aan die aanvragers een hoger bedrag aan subsidie, rekening houdend met het aantal jongeren per arbeidsmarktregio, dat is geregistreerd als werkloze werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

D

De bij deze regeling behorende bijlage wordt als bijlage 5 aan de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) toegevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 oktober 2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

BIJLAGE 5 BEHOREND BIJ ARTIKEL J5, DERDE LID, VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24 AUGUSTUS 2009, NR. R&P/RA/2009/17756, TOT DE BESTEDING VAN GELDEN UIT HET EUROPEES SOCIAAL FONDS 2007–2013 (SUBSIDIEREGELING ESF 2007–2013 (HERZIEN))

Arbeidsmarktregio

Coördinerende gemeente

Subsidieplafond 2013–2015 (euro’s)

1. Groningen

Groningen

€ 2.414.000

2. Friesland

Leeuwarden

€ 1.851.500

3. Drenthe

Emmen

€ 871.500

4. Noord-Holland Noord

Alkmaar

€ 1.035.000

5. Zaanstreek/Waterland

Zaanstad

€ 625.000

6. Flevoland

Almere

€1.211.000

7. IJsselvechtstreek

Zwolle

€976.000

8. Kennemerland (Zuid)

Haarlem

€ 645.000

9. Amsterdam (Groot)

Amsterdam

€ 1.744.000

10. Gooi- en Vechtstreek

Hilversum

€ 318.500

11. Stedenvierkant

Apeldoorn

€ 1.200.000

12. Twente

Enschede

€ 1.622.500

13. Holland (Rijnland)

Leiden

€ 664.500

14. Utrecht (Oost)

Amersfoort

€  499.5000

15. Haaglanden

Den Haag

€ 1.961.000

16. Holland (Midden)

Gouda

€ 423.000

17. Utrecht (Midden)

Utrecht

€ 1.182.000

18. Gelderland (Midden)

Arnhem

€ 856.500

19. Achterhoek

Doetinchem

€ 556.500

20. Rijnmond

Rotterdam

€ 4.110.500

21. Drechtsteden

Dordrecht

€ 400.500

22. Rivierenland

Tiel

€ 426.000

23. Gelderland (Zuid)

Nijmegen

€1.046.500

24. Brabant (Noord-Oost)

‘s-Hertogenbosch

€ 1.131.500

25. Zeeland

Goes

€ 610.000

26. Brabant (West)

Breda

€ 1.116.000

27. Brabant (Midden)

Tilburg

€ 1.092.000

28. Limburg (Noord)

Venlo

€ 610.500

29. Brabant (Zuid-Oost)

Eindhoven

€1.002.000

30. Limburg (Zuid)

Heerlen

€ 1.532.500

31. Zuid-Holland (Centraal)

Zoetermeer

€ 768.000

32. Food Valley

Ede

€ 454.000

33. Gorinchem

Gorinchem

€ 225.500

34. Helmond-De Peel

Helmond

€ 555.500

35. Limburg (Midden)

Roermond

€ 352.500

Totaal

 

€ 36.095.000

TOELICHTING

Het ESF-programma 2007–2013 kent een programmaonderdeel gericht op de re-integratie door gemeenten van werkloze ouderen, arbeidsbelemmerden en werkloze niet-uitkeringsontvangers (Actie A). Daarnaast kent het ESF-programma sinds 2009 een apart onderdeel, gericht op het voorkomen en bestrijden van jeugdwerkloosheid: de Actie Jeugd. Voor beide programmaonderdelen is als gevolg van onderbenutting ESF-budget beschikbaar.

Het subsidieplafond voor de nog lopende aanvraagronde voor Actie A wordt verhoogd van € 50 naar € 60 miljoen.

Voor Actie Jeugd1 (gemeenten) wordt een extra aanvraagronde Jeugd1 opengesteld. Deze aanvraagronde vindt plaats tussen 2 december 2013 en 17 januari 2014. Eerder heeft de minister van SZW bekend gemaakt dat voor deze ronde € 30 miljoen beschikbaar is. Per arbeidsmarktregio wordt een iets hoger bedrag toegekend dan daadwerkelijk beschikbaar is (overcommittering), omdat de ervaring leert dat een project slechts zelden 100% realiseert van de aangevraagde subsidie. Uitgegaan is van een gemiddelde realisatie van 83%. De bedragen per regio tellen daarom op tot € 36.095.000 miljoen. Dit bedrag is het subsidieplafond.

Voor de uitvoering wordt aangesloten bij de bestaande uitvoeringsstructuur: in 2009 en 2011 is aan de coördinerende gemeenten van de (toenmalige) 30 arbeidsmarktregio’s elk een subsidieplafond toegekend. Dat worden nu 35 arbeidsmarktregio’s: dezelfde die ook de nationale middelen voor de regionale aanpak van jeugdwerkloosheid ontvangen. Voor deze allocatie wordt dezelfde verdeelmaatstaf gehanteerd als voor de verdeling van het nationale budget (€ 24,5 miljoen) voor de jeugdwerkloosheid. Deze maatstaf is gebaseerd op het aantal jongeren (jonger dan 27 jaar) ingeschreven als niet-werkende werkzoekenden. De verdeling is per arbeidsmarktregio vastgesteld in bijlage 5.

De uitvoering is, met uitzondering van de projectperiode, verder gelijk aan de vorige twee rondes: de coördinerende gemeente kan, mede namens de overige gemeenten in de regio, een projectaanvraag indienen bij het Agentschap SZW. Het project heeft een looptijd van 18 maanden, en drie maanden na afloop dient de coördinerende gemeente een einddeclaratie in bij het Agentschap SZW.

Er is een breed scala aan activiteiten mogelijk: activiteiten die gericht zijn op het vergroten van duurzame arbeidsinpassing met inbegrip van re-integratietrajecten, waaronder begrepen scholing, training en begeleiding, dan wel die aansluiten bij het regionale plan van aanpak dat de regio heeft gemaakt in het kader van de decentralisatie-uitkering Jeugdwerkloosheid (zie hiervoor de septembercirculaire gemeentefonds 2013 van 17 september 2013).

Deze ESF-ronde vormt een aanvulling op het reguliere re-integratiebeleid van gemeenten en op de extra inspanningen in het kader van de regionale plannen van aanpak. De financiële middelen die samenhangen met het reguliere beleid en de regionale plannen van aanpak, kunnen worden gebruikt als co-financiering van de ESF-projecten (de ESF-regelgeving stelt dat aanvrager zelf zorg draagt voor 60% van de projectkosten. ESF vergoedt 40% van de subsidiabele kosten tot ten hoogste het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde maximumbedrag). Met andere woorden: de € 24,5 miljoen die het kabinet via de septembercirculaire gemeentefonds 2013 extra ter beschikking heeft gesteld voor bestrijding jeugdwerkloosheid en de afgesproken bijdrage die gemeenten ernaast leggen (eveneens € 24,5 mln), kunnen derhalve dienen als financieringsbron voor de genoemde 60% co-financiering van de ESF-projecten.

Voor de goede orde: het is niet geoorloofd dat eenzelfde activiteit/instrument tweemaal wordt vergoed (bijvoorbeeld een loonkostensubsidie voor een jongere aan een werkgever, die zowel vanuit het regionale plan van aanpak jeugdwerkloosheid wordt betaald, als vanuit het ESF-project, zodat de werkgever per saldo twee maal het subsidiebedrag ontvangt.

De mogelijkheid bestaat dat niet alle arbeidsmarktregio’s (volledig) gebruik maken van het maximaal beschikbare bedrag. Anderzijds zijn er regio’s die juist meer financiële middelen kunnen gebruiken. Arbeidsmarktregio’s worden daarom nadrukkelijk uitgenodigd om voor een hoger bedrag subsidie aan te vragen dan in bijlage 5 als maximum bedrag beschikbaar is gesteld (een surplusbedrag). Na 17 januari 2014 kunnen dan twee situaties ontstaan: het totale bedrag dat niet is aangevraagd (de onderbenutting) overtreft het bedrag dat extra (surplus) is aangevraagd. In dat geval kunnen alle surplusbedragen worden gehonoreerd (als aan de gebruikelijke overige subsidievoorwaarden is voldaan). Een eventueel resterend bedrag zal voor een andere ESF-Actie worden aangewend. In het geval het totale aangevraagde surplusbedrag hoger is dan het beschikbare resterende bedrag als gevolg van onderbenutting, zal het surplus worden verdeeld op basis van het aandeel jongeren (jonger dan 27 jaar) per arbeidsmarktregio, dat is ingeschreven als niet-werkende werkzoekenden bij het UWV. Dit is geregeld in het nieuwe artikel J9, dat in Bijlage 1 bij de regeling is opgenomen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt een tweetal nieuwe definities toegevoegd, die van belang zijn voor de uitvoering van ‘Actie Jeugd Additionele scholing, opleiding en toerusting van jongeren op of tot de arbeidsmarkt’. Bij de vorige programma’s is er sprake geweest van een andere groep coördinerende gemeentes waardoor de aanwijzing van een specifieke groep voor deze actie noodzakelijk blijkt.

Daarnaast is gekozen voor de definiëring van regionaal plan van aanpak, aangezien deze terminologie in 2013 wordt gebruikt bij de bestrijding van de jeugdwerkloosheid.

Artikel 13

De verplichting dat het instrument loonkostensubsidie of stagevergoeding wordt opgenomen in het regionaal plan van aanpak, is geschrapt. Dit vormde een onnodige beperking. De inzet van deze instrumenten kan bijdragen aan voorkoming of bestrijding van jeugdwerkloosheid en is daarom op zichzelf gerechtvaardigd.

Artikel J2, eerste lid

Ter uitvoering van de openstelling van een nieuw tijdvak voor de Actie Jeugd 1 in 2013/14, wordt het tijdvak opengesteld van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014. Het is van belang dat aanvragers in deze periode een aanvraag indienen. Op de aanvraag wordt uiterlijk 13 weken na afloop van het aanvraagtijdvak een beschikking verleend (in de praktijk is dat sneller). Indien nodig vraagt het Agentschap SZW om een nadere toelichting op het projectplan en de begroting.

Artikel J5, derde lid

Gezien de toevoeging van enkele coördinerende gemeenten en het specifieke bedrag wat beschikbaar is gesteld voor deze actie, is het wenselijk hier een aparte bijlage voor aan te maken. Deze bijlage beschrijft de specifieke subsidieplafonds per coördinerende gemeente. Deze zijn berekend naar de verdeelmaatstaf die ook voor het nationale budget ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid is gebruikt. Deze maatstaf is gebaseerd op het aantal jongeren (jonger dan 27 jaar) dat is ingeschreven als niet-werkende werkzoekenden.

Artikel J6, onderdeel b

In mei 2012 is de gebruikelijke looptijd van 18 maanden verlengd tot 24 maanden. Deze termijn is nu weer teruggebracht tot 18 maanden. Daarmee wordt bereikt dat begunstigden tijdig hun einddeclaratie opmaken en indienen (dit kan tot 13 weken na afloop van de looptijd) voor de uiterste termijn die de Verordening 1083/2006 stelt (31 december 2015).

Artikel J7, onderdeel a

De omschrijving van de subsidiabele activiteiten is bewust ruim gelaten, om zoveel mogelijk ruimte te laten aan gemeenten. De kern van de definiëring is dat de activiteiten, die zowel deelnemersgericht als niet-deelnemersgericht (bijvoorbeeld banenmarkt) kunnen zijn, gericht zijn op het vergroten van de mogelijkheden tot arbeidsinpassing. In de praktijk zullen de activiteiten veelal aansluiten bij het regionaal plan van aanpak dat is opgesteld om de jeugdwerkloosheid te voorkomen dan wel te bestrijden.

Artikel II

Gezien het feit dat toepassing van deze regeling geschiedt in de maand december en de keuze tot wijziging van de regeling pas medio september is gemaakt, is het noodzakelijk om deze regeling zo spoedig mogelijk te publiceren en in werking te laten treden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

Naar boven