Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 1 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/224399, tot wijziging van de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (aanwijzing van de Minister van Economische Zaken als bevoegde autoriteit inzake klasse 7 materialen)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende na overleg met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de Kernenergiewet, artikel 10a, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en artikel 12 van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen;

Besluit:

ARTIKEL I

Tabel 1 van bijlage 3 bij de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de rij beginnend met 1.3.3, eerste volzin, wordt de volgende rij ingevoegd:

1.7.4

E Z

2. Na de rij beginnend met 4.3.5 wordt de volgende rij ingevoegd:

5.1.5.1.3, 5.1.5.1.4, 5.1.5.2.1

E Z

3. Na de rij beginnend met 6.3.2.1 wordt de volgende rij ingevoegd:

Alle randnummers in hoofdstuk 6.4

E Z

ARTIKEL II

Tabel 1 van bijlage 3 bij de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de rij beginnend met 1.4.2.2.4 wordt de volgende rij ingevoegd:

1.7.4

E Z

2. Na de rij beginnend met 4.3.5 wordt de volgende rij ingevoegd:

5.1.5.1.3, 5.1.5.1.4, 5.1.5.2.1

E Z

3. Na de rij beginnend met 6.3.2.2 wordt de volgende rij ingevoegd:

Alle randnummers in hoofdstuk 6.4

EZ

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (hierna: VSG) en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (hierna: VLG).

In de VSG en VLG is aangegeven welke instanties belast zijn met de uitvoering van bepaalde internationale voorschriften inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorweg (RID), respectievelijk over de weg (ADR). In tabel 1 van bijlage 3 bij de VSG en de VLG is per randnummer van het RID, respectievelijk het ADR, aangegeven welke instantie bevoegd is tot het uitvoeren van bepaalde handelingen. In het RID en ADR zijn voorschriften opgenomen over het vervoer van klasse 7-materiaal, radioactief materiaal. Regulering van handelingen met radioactieve materialen behoort tot het beleidsterrein van de Minister van Economische Zaken (EZ).

Met de onderhavige wijziging van de VSG en VLG is de Minister van EZ aangewezen als bevoegde instantie voor het ontvangen van kennisgevingen en het verlenen van goedkeuringen omtrent klasse 7-materiaal. Het betreft hier een wijziging van niet-ingrijpende aard. De bevoegdheid van de Minister van EZ inzake handelingen met betrekking tot radioactieve materialen volgt reeds uit de Kernenergiewet en het daarop gebaseerde Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen. Met de onderhavige regeling is de Minister van EZ expliciet aangewezen als bevoegde instantie voor bepaalde RID- en ADR-nummers inzake radioactieve materialen om zo volledige duidelijkheid te verschaffen over welke instantie bevoegdheid is voor de betreffende nummers. Deze regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten of nalevingskosten.

Bij de inwerkingtreding van onderhavige regeling is het beleid inzake de vaste verandermomenten en de invoeringstermijn niet in acht genomen, omdat het hier een spoedwijziging betreft om de Minister van EZ aan te wijzen als bevoegde instantie. Zonder deze wijzigingsregeling is de Minister van EZ niet bevoegd om kennisgevingen in ontvangst te nemen of bepaalde goedkeuringen te verlenen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven