NOTA VAN TOELICHTING
1. Inleiding
Bij brief van 24 mei 2013 (Kamerstukken II 2012/13, 31 706, nr. 58) heeft de regering aangekondigd een bedrag ter hoogte van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten
(hierna: AO-tegemoetkoming) op grond van de Wet chronisch zieken en gehandicapten
(Wtcg) te doen toekomen aan personen die minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn, een
Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen en die woonachtig zijn in de
Europese Unie/Europese Economische Ruimte/Zwitserland (hierna: EU/EER/Zwitserland)
en verdragslanden. Met deze regeling wordt hieraan invulling gegeven. De personen
die het betreft hebben geen recht op de AO-tegemoetkoming, omdat zij niet verzekerd
zijn op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze tegemoetkoming
voor niet AWBZ-verzekerde arbeidsongeschikten wordt toegekend met terugwerkende kracht
tot 1 januari 2009.
2. Achtergrond en aanleiding
De AO-tegemoetkoming biedt een jaarlijkse tegemoetkoming aan personen die minimaal
35% arbeidsongeschikt zijn en die in verband daarmee recht hebben op een uitkering
ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen of de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. Daarnaast
komt de AO-tegemoetkoming toe aan mensen die recht hebben op arbeidsondersteuning
of een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van
35% of meer ingevolge de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong).
De AO-tegemoetkoming bedraagt in 2013 € 342 per jaar1 (netto bedrag) en komt toe aan 750.000 gerechtigden.
De AO-tegemoetkoming is op 1 januari 2009 geïntroduceerd als alternatief voor de Buitengewone
Uitgavenregeling (BU) in de belastingwetgeving. De BU was bedoeld om personen tegemoet
te komen die vanwege hun ziekte of gebrek aanvullende kosten moesten maken. Er waren
destijds twee redenen om af te stappen van de BU. Aan de ene kant was er sprake van
niet-gebruik onder de doelgroep doordat men zelf een aanvraag moest doen en dat vaak
achterwege bleef. Aan de andere kant was er sprake van over-gebruik door mensen voor
wie de regeling eigenlijk niet was bedoeld. Het budgettaire beslag nam hierdoor sterk
toe. Omdat de BU een forfaitaire belastingaftrek was, was deze niet exporteerbaar.
Om die reden is er voor gekozen de AO-tegemoetkoming ook niet te exporteren en deze
te beperken tot personen die AWBZ-verzekerd zijn.
Als onderdeel van de door haar ingestelde infractieprocedure heeft de Europese Commissie
in 2012 een met redenen omkleed advies uitgebracht met betrekking tot de exporteerbaarheid
van de AO-tegemoetkoming wegens mogelijke strijdigheid met Verordening (EG) nr. 883/2004.
De Europese Commissie bestrijdt dat de AO-tegemoetkoming een fiscale maatregel is.
In plaats daarvan wordt gesteld dat sprake is van een uitkering bij arbeidsongeschiktheid
die valt onder de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004. Zou dit laatste
het geval zijn dan zouden ook personen die vanwege hun arbeidsongeschiktheid een Nederlands
uitkeringsrecht hebben en woonachtig zijn in de EU/EER/Zwitserland recht hebben op
de AO-tegemoetkoming.
Er is een reële kans dat de hoogste (Europese) rechter tot het oordeel zal komen dat
de AO-tegemoetkoming een uitkering bij arbeidsongeschiktheid is die valt onder de
werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bilaterale sociale zekerheidsverdragen.
Vanwege de tijd die verstrijkt alvorens de hoogste (Europese) rechter uitsluitsel
zal geven of de AO-tegemoetkoming geëxporteerd moet worden en de financiële risico’s
die dit met zich meebrengt, ziet het kabinet zich genoodzaakt alle personen die vanwege
arbeidsongeschiktheid een Nederlandse uitkering ontvangen en die woonachtig zijn in
de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden en die geen recht hebben op de AO-tegemoetkoming,
met terugwerkende kracht recht te geven op een bedrag ter hoogte van de AO-tegemoetkoming.
Over het met terugwerkende kracht uit te betalen bedrag zal de toepasselijke wettelijke
rente, bedoeld in artikel 119 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, worden vergoed.
De regeling werkt terug tot aan het tijdstip van totstandkoming van de Wet en het
Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, waarbij de AO-tegemoetkoming
werd geïntroduceerd: 1 januari 2009.
Het met terugwerkende kracht uitkeren van een bedrag ter hoogte van de AO-tegemoetkoming
kost eenmalig circa € 50 miljoen. De dekking van dit eenmalige bedrag heeft onderdeel
uitgemaakt van de voorjaarsbesluitvorming.
3. Doelgroep
Binnen de sociale zekerheid geldt het beleid dat geen uitkeringen worden geëxporteerd
tenzij met het desbetreffende land afspraken over gegevensuitwisseling zijn gemaakt,
waardoor de controle op de juistheid van de uitkeringsverstrekking adequaat is geregeld.
Tot de doelgroep van de onderhavige regeling behoren daarom personen die in verband
met hun arbeidsongeschiktheid een Nederlands uitkeringsrecht hebben en woonachtig
zijn in de EU/EER/Zwitserland, verdragslanden, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint
Eustatius of Sint Maarten en die geen recht hebben op de AO-tegemoetkoming omdat zij
niet AWBZ-verzekerd zijn. Onder verdragsland wordt verstaan een derde land waar Nederland
een bilateraal sociale zekerheidsverdrag mee heeft gesloten, waarin de export van
uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid is geregeld.
Omdat de regeling met terugwerkende kracht zal gelden, kan het voorkomen dat de regeling
ook geldt voor gerechtigden die overleden zijn in de periode tussen 1 januari 2009
en de datum van inwerkingtreding van de regeling. In die situatie zal het UWV de tegemoetkoming
zoveel mogelijk uitbetalen aan de nabestaande van de gerechtigde. In de meeste gevallen
zal dit degene zijn aan wie de overlijdensuitkering is uitbetaald, die voortvloeide
uit de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering van de overledene.
4. Financiële paragraaf
4.1 Uitkeringslasten
Het aantal personen dat aanspraak kan maken op een tegemoetkoming op grond van de
onderhavige regeling wordt door het UWV ingeschat op circa 30.000. Binnen deze groep
zijn er circa 20.000 personen die een lopend uitkeringsrecht hebben (WIA, WAO, WAZ
of Wajong).
De uitkeringslasten van de regeling in 2013, inclusief terugwerkende kracht tot en
met 1 januari 2009, inclusief wettelijke rente en de verschuldigde eindheffing, zullen
ca. € 50 miljoen bedragen.
4.2 Uitvoeringskosten
Het UWV brengt nog in kaart wat de uitvoeringskosten zijn die gemoeid zijn met het
met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 toekennen van de tegemoetkoming op basis
van deze regeling.
4.3 Financiering en verantwoording uitvoering door het UWV
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstrekt ten laste van het Rijk
aan het UWV een uitkering voor de lasten van de door hem uitbetaalde uitkeringen op
basis van de onderhavige regeling en voor de daaraan verbonden uitvoeringskosten.
Er zal geen aparte financiële verantwoording worden afgelegd, omdat deze zal plaatsvinden
samen met de verantwoording over de AO-WTCG. De financiering van de regeling vindt
rechtstreeks uit de algemene middelen plaats.
4.4 Administratieve lasten
De onderhavige regeling voorziet in de ambtshalve toekenning en betaling van een tegemoetkoming
aan de rechthebbende. Er zijn beperkte administratieve lasten voor een deel van de
gerechtigden. Het gaat om mensen die niet langer een lopend uitkeringsrecht hebben
ingevolge één van de relevante arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, WIA, WAZ of Wajong)
of nabestaande van de gerechtigde zijn. Deze personen kunnen van het UWV een brief
krijgen, waarin zij gevraagd worden hun NAW-gegevens en bankrekeningnummer te verifiëren.
Dit is nodig om de juiste uitbetaling te kunnen doen. Voor personen met een lopend
uitkeringsrecht is dit niet noodzakelijk, aangezien het UWV reeds over de actuele
informatie beschikt.
5. Uitvoering
Het UWV voert de regeling uit. Het UWV voert voor de uitvoering van de regeling geen
aparte administratie, maar zal de administratie van de uitvoering van deze regeling
combineren met de administratie voor de AO-tegemoetkoming.
6. Ontvangen commentaren
UWV
Het UWV heeft bij brief van 24 september 2013 (kenmerk SBK/88129/CV) laten weten dat
de regeling juridisch uitvoerbaar is en dat de uitvoering hiervan per direct kan aanvangen.
Het UWV zal de tegemoetkoming zoveel mogelijk in het laatste kwartaal van 2013 uitbetalen
aan gerechtigden, met een uitloop naar het eerste kwartaal van 2014. In incidentele
gevallen is het mogelijk dat ook na het eerste kwartaal van 2014 nog uitbetaald wordt.
Inspectie SZW
De Inspectie SZW heeft aangegeven dat deze regeling voor hen niet leidt tot opmerkingen
over de toezichtbaarheid.
7. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.
Hiermee wordt afgeweken van de vaste-verandermomenten-systematiek, die voor een ministeriële
regeling een minimale invoeringstermijn van twee maanden en vier vaste inwerkingtredingsdata
per jaar, t.w. 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober, voorschrijft. Er zijn vier
uitzonderingsgronden om af te mogen wijken van de vaste data en/of de minimale invoeringstermijn.
Twee van de bedoelde uitzonderingsgronden zijn voor deze regeling van toepassing.
In de eerste plaats gaat het hier om een regeling waarbij het in het verleden niet
uitbetalen van de AO-tegemoetkoming voor personen in het buitenland wordt gerepareerd
door hen met terugwerkende kracht alsnog recht te geven op een bedrag ter hoogte van
de AO-tegemoetkoming. Het zo spoedig mogelijk uitbetalen van deze bedragen is in het
voordeel van deze gerechtigden. In de tweede plaats is deze regeling ingegeven door
de infractieprocedure die is ingesteld door de Europese Commissie. Om verdere stappen
van de Europese Commissie te voorkomen is het van belang dat de regeling zo spoedig
mogelijk tot stand komt.
8. Einde regeling
Om de export van de AO-tegemoetkoming voor de toekomst te regelen zal de regeling
van de AO-tegemoetkoming van de Wtcg worden overgebracht naar de sociale zekerheidswetten
die een uitkering bieden bij arbeidsongeschiktheid (de materiewetten), waar deze tegemoetkoming
betrekking op heeft. Dit zal worden gerealiseerd door middel van het op 9 september
2013 ingediende wetsvoorstel Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch
zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale
aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten
en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten2. Dit wetsvoorstel zal nadat dit tot wet is verheven naar verwachting per 1 januari
2014 in werking treden.
Bij het inwerking treden van dit wetsvoorstel zal de onderhavige ministeriële regeling
worden ingetrokken.
Vooruitlopend op dit wetsvoorstel is ter financiering van de export van de AO-tegemoetkoming
het bedrag van de AO-tegemoetkoming verlaagd van € 350 naar € 342.3
Artikelsgewijs
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Dit artikel geeft de definities van de algemene begrippen die meermaals in deze regeling
voorkomen.
Artikel 2. Uitvoering van de regeling
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) is op grond van artikel 32d,
tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen belast met
de uitvoering van de regeling. Het UWV zal ambtshalve vaststellen of er recht bestaat
op een tegemoetkoming en deze uitkeren.
Artikel 3. Rechthebbende
Om aanspraak te kunnen maken op de tegemoetkoming, is er een aantal voorwaarden waaraan
voldaan moet zijn, namelijk:
-
– Er bestaat recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering vanwege 35% of meer arbeidsongeschiktheid
op grond van de WAO, WIA, WAZ of de Wajong. Degene die recht heeft op arbeidsondersteuning
op grond van de Wajong, valt ook onder deze regeling.
-
– Rechthebbende is woonachtig in één van de lidstaten van de Europese Unie anders dan
Nederland, een andere staat die partij is Europese Economische Ruimte, Zwitserland
of een andere staat waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft afgesloten.
-
– Er mag geen recht bestaan op de tegemoetkoming op grond van artikel 10 Wtcg.
Deze voorwaarden zijn gedeeltelijk identiek aan de voorwaarden waaraan voldaan moet
zijn voor de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten, bedoeld in artikel 10 van de
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), zoals gesteld in artikel
4van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Btcg).
Artikel 4. Hoogte van de tegemoetkoming
Voor de hoogte van de tegemoetkoming wordt aangesloten bij artikel 4, tweede lid,
van het Btcg. Door de verwijzing naar het Btcg is expliciet aangegeven dat dit artikel
recht geeft op dezelfde uitkering van de Wtcg. Dit bedrag bedraagt met ingang van
1 juli 2013 € 342,– per kalenderjaar (netto bedrag). Gezien de terugwerkende kracht
tot en met 1 januari 2009 is het van belang er op te wijzen dat voor de toepassing
van deze regeling steeds de bedragen gelden zoals die in het betreffende kalenderjaar
van toepassing waren. De hoogte van de tegemoetkoming per jaar sluit aan bij de in
dat jaar in het Btcg genoemde bedragen. In 2009 en 2010 gold het bedrag van € 350,–
per kalenderjaar. In 2011 was het bedrag € 336,–. In 2012 € 342,–.
Ingevolge het tweede lid heeft de persoon die met terugwerkende kracht tot en met
1 januari 2009 recht heeft op de tegemoetkoming op grond van deze regeling tevens
recht op vergoeding van de wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van boek 6 van
het Burgerlijk Wetboek. Recht op vergoeding van de wettelijke rente bestaat alleen
over tegemoetkomingen die met terugwerkende kracht worden betaald. De wettelijke rente
bedraagt thans 3% (Zie artikel 1 van het Besluit wettelijke rente). Om de uitvoeringskosten
voor het UWV zo veel mogelijk te beperken kan indien nodig bij de berekening van de
wettelijke rente voor de uitbetalingen in 2013 en de eerste drie maanden van 2014
een fictieve uitbetalingsdatum worden gehanteerd. Dit is in het voordeel van rechthebbenden
omdat dan ook wettelijke rente wordt vergoed over de periode tussen de feitelijke
en de fictieve uitbetaaldatum.
Per jaar kan er slechts eenmaal recht ontstaan op de tegemoetkoming. Ook in het geval
dat iemand in een jaar meerdere aanspraken kan maken op de tegemoetkoming, omdat er
twee of meer rechten bestaan op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, zoals genoemd in
artikel 3, onder a. Dit wordt geregeld het derde lid van dit artikel.
Artikel 5. Toekenning tegemoetkoming
Het UWV stelt ambtshalve vast wie er recht heeft op een tegemoetkoming. Dit gebeurt
aan de hand van de criteria genoemd in artikel 3.
Artikel 6. Bepalingen van overeenkomstige toepassing
De regeling maakt het alsnog mogelijk om een bedrag ter hoogte van de tegemoetkoming
bedoeld in artikel 10 Wtcg te exporteren naar rechthebbenden in het buitenland. De
regels die van toepassing zijn op de tegemoetkoming zijn daarom zoveel mogelijk van
overeenkomstige toepassing op de tegemoetkomingen op grond van deze regeling.
Een tegemoetkoming op grond van deze regeling wordt op grond van het tweede lid voor
de toepassing van andere wetgeving aangemerkt als een tegemoetkoming op grond van
de Wtcg. Dit heeft onder meer tot gevolg dat ook voor de toepassing van de artikelen
5.29a, derde lid, en 5.29b, onderdeel c, van de Regeling Wfsv een tegemoetkoming op
grond van deze regeling wordt aangemerkt als een tegemoetkoming als bedoeld in artikel
10 Wtcg. Dit betekent dat de middelen voor het Toeslagenfonds, bedoeld in artikel
31 van de Toeslagenwet, ook dienen ter dekking van de lasten van het UWV voor uitkeringen
op grond van deze regeling. Blijkens genoemd artikel 31 staat het Toeslagenfonds onder
beheer van het UWV. In artikel 7 is daarom geregeld dat de minister ten gunste van
het Toeslagenfonds aan het UWV een uitkering verstrekt voor de lasten van de grond
van deze regeling verstrekte uitkeringen en de daaraan verbonden uitvoeringskosten.
Derhalve zijn de artikelen over de afdracht aan het Toeslagenfonds van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 7. Financiering
Artikel 7 komt inhoudelijk overeen met artikel 11, vijfde lid, van de Wtcg. Hiermee
wordt bewerkstelligd dat er qua financiering, verantwoording en bekostiging zoveel
mogelijk sprake is van één bekostigingsprocedure.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met uiterlijk 1 januari
2009Deze regeling zal vervallen zodra het op 9 september 2013 ingediende voorstel
van wet Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten,
de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor
specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van
de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten4, in werking treedt. In dat wetsvoorstel wordt de inhoud van deze regeling in de materiewetten
opgenomen.
In het derde en vierde lid worden uitzonderingen gegeven op situaties waarin deze
regeling van toepassing blijft na intrekking.
Ingevolge het derde lid blijft deze regeling van toepassing op de administratieve
en financiële afwikkeling. In het vierde lid wordt bepaald dat in het geval een rechthebbende
de tegemoetkoming niet ambtshalve van het UWV heeft ontvangen, deze rechthebbende
nog tot een jaar na de intrekdatum een aanvraag kan doen voor de tegemoetkoming bij
het UWV.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher.