Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 31 januari 2013, nr. WJZ/13012865, tot wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op:

  • Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU 2009 L 30);

  • Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel lll van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU 2009 L 316);

  • Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU 2007 L 316);

  • de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt in onderdeel a ‘minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie’ vervangen door ‘minister van Economische Zaken’ en wordt in onderdeel b ‘Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie’ vervangen door: ‘Ministerie van Economische Zaken’.

B

Artikel 39, onderdeel e, komt te luiden:

e. afdelingen:

klimaatgescheiden ruimten in een stal, waarbij er geen uitwisseling van luchtstromen tussen de afdelingen onderling plaatsvindt;.

C

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘10 blankvleeskalverhouders’ vervangen door: 6 blankvleeskalverhouders.

b. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. in het geval van afdelingen voor rosévleeskalveren, tevens voor het laten frezen van de bestaande roostervloer naar de afmetingen, bedoeld in bijlage 8, paragraaf 4, in de afdeling waar de bolle roostermat met luchtkamers komt te liggen.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘de in het eerste lid bedoelde vleeskalverhouders’’ vervangen door: de in het eerste lid bedoelde vleeskalverhouders en aan de vleeskalverhouders die reeds in 2012 steun op grond van artikel 40, eerste lid, verleend hebben gekregen.

b. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. in het geval van afdelingen voor rosévleeskalveren, tevens voor het laten frezen van de bestaande roostervloer naar de afmetingen, bedoeld in bijlage 8, paragraaf 4, voor onder de bolle roostermat met luchtkamers in een afdeling waar gedurende het onderzoek enkel vaarskalveren worden gehouden.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Aan 2 rosévleeskalverhouders en 1 blankvleeskalverhouder van de in het eerste lid bedoelde vleeskalverhouders en aan de vleeskalverhouders die reeds in 2012 steun op grond van artikel 40, eerste lid, verleend hebben gekregen, kan de minister op aanvraag aanvullend steun verstrekken voor:

    • a. de aanschaf en het laten plaatsen van de bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen, en

    • b. in het geval van afdelingen voor blankvleeskalveren, de aanschaf en het laten plaatsen van een nieuwe roostervloer als bedoeld in bijlage 8, paragraaf 2, voor onder de bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen, en

    • c. in het geval van afdelingen voor rosévleeskalveren, het laten frezen van de bestaande roostervloer naar de afmetingen, bedoeld in bijlage 8, paragraaf 4, in de afdeling waar de bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen komt te liggen.

4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel d wordt ‘€ 59’ vervangen door: € 56.

b. Onder vervanging van de puntkomma in onderdeel g door een punt, vervallen de onderdelen f en h en wordt onderdeel g geletterd tot onderdeel f.

c. In het vijfde lid wordt ‘€ 875.000’ vervangen door: € 825.000.

d. In het zesde lid wordt ‘€ 255.000’ vervangen door: € 100.000.

D

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d en e komen te luiden:

  • d. de vleeskalverhouder die steun aanvraagt voor de in artikel 40, eerste lid en derde lid, genoemde activiteiten gedurende het onderzoek en ten behoeve van het onderzoek vier vergelijkbare afdelingen, die mechanisch geventileerd worden en waarvan de mestkelders dezelfde diepte hebben, in gebruik houdt, waarbij in elke afdeling ter grootte van de gehele afdeling een andere vloer ligt, te weten:

    • 1°. de bolle roostermat met luchtkamers,

    • 2°. de bolle massief rubberen duo-roostermat,

    • 3°. de bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen, en

    • 4°. de referentievloer, en

    de kalveren in de deelnemende afdelingen gelijktijdig worden opgezet en vergelijkbaar worden verzorgd;

  • e. de vleeskalverenhouder die steun aanvraagt voor de in artikel 40, eerste lid tot en met derde lid, genoemde activiteiten gedurende het onderzoek en ten behoeve van het onderzoek zes afdelingen in gebruik houdt, waarbij in elke afdeling ter grootte van de gehele afdeling een andere vloer ligt, te weten:

    • 1°. de bolle roostermat met luchtkamers,

    • 2°. de bolle massief rubberen duo-roostermat,

    • 3°. de bolle roostermat met luchtkamers waar vaarskalveren op staan,

    • 4°. de bolle massief rubberen duo-roostermat waar vaarskalveren op staan,

    • 5°. de bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen, en

    • 6°. de referentievloer, en

    waarvan de afdelingen waarin de vloeren, bedoeld in 1°, 2°, 5° en 6° van dit onderdeel, liggen, vergelijkbare afdelingen zijn die mechanisch geventileerd worden en waarvan de mestkelders dezelfde diepte hebben en de kalveren gelijktijdig worden opgezet en vergelijkbaar worden verzorgd;

2. Onderdeel h komt te luiden:

  • h. in de deelnemende afdelingen minimaal 40 zwart bonte vleeskalveren worden gehouden met dien verstande dat in de afdelingen die op grond van artikel 40, tweede lid, deelnemen, vleeskalveren van andere rassen mogen worden gehouden;

3. Onderdeel p komt te luiden:

  • p. in het geval van afdelingen voor rosévleeskalveren, de roostervloeren gefreesd kunnen worden naar de voor de bolle roostermat met luchtkamers met benodigde afmetingen, zoals beschreven in bijlage 8, paragraaf 4;

4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • q. de vleeskalverhouder niet reeds in 2012 steun op grond van deze paragraaf verleend heeft gekregen, uitgezonderd de vleeskalverhouders die reeds in 2012 steun op grond van artikel 40, eerste lid, verleend hebben gekregen en die in 2013 een aanvraag doen op grond van artikel 40, tweede of derde lid.

E

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De aanvraag tot steunverlening kan worden gedaan in de periode van 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013.

2. In het vierde lid wordt ‘2012’ vervangen door: 2013.

3. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt ‘31 augustus 2012’ vervangen door: 31 maart 2013.

4. In het twaalfde lid wordt de zinsnede ‘10 augustus 2012 tot 15 oktober 2012’ vervangen door: 1 maart 2013 tot 1 mei 2013.

F

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De vleeskalverhouder dient de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk in op:

    • a. 28 februari 2013, indien hij in 2012 steun verleend heeft gekregen;

    • b. 28 februari 2014, indien hij in 2013 steun verleend heeft gekregen.

2. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. De minister besluit over aanvragen tot steunvaststelling in de periode van:

    • a. 1 december 2012 tot en met 30 juni 2013 ten aanzien van de aanvragen van vleeskalverhouders die in 2012 steun verleend hebben gekregen;

    • b. 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 ten aanzien van de aanvragen van vleeskalverhouders die in 2013 steun verleend hebben gekregen.

G

Bijlage 8a, paragraaf 4, komt te luiden:

§ 4. Beschrijving roostervloer:

De roostervloer waar de mat voor rosékalveren op wordt gemonteerd kan een bestaand gangbaar betonrooster of een nieuw betonrooster zijn:

Bestaande betonroosters moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: een vaste spleetbreedte van 38 mm en een balkbreedte van 119 tot maximaal 130 mm. In geval van een spleetbreedte in het bestaande rooster van minder dan 38 mm is het in veel gevallen toch mogelijk om hiervoor een aangepaste mat te leveren waarmee alsnog een effectieve spleetbreedte met mat van 29 mm kan worden gerealiseerd. De overhangende rubberen slab zal dan wat smaller en korter worden. De leverancier beoordeelt of voor de bestaande roostervloer een bijpassende mat kan worden geleverd.

H

Bijlage 8b wordt als volgt gewijzigd:

1. Punt 12 komt te luiden:

  • 12. Op de deelnemende rosébedrijven worden vleeskalveren aan het einde van de afmestperiode afgeleverd aan het slachthuis op een leeftijd van maximaal 8 maanden.

2. Punt 15 komt te luiden:

  • 15. Op alle afdelingen die aan het onderzoek meedoen mogen uitsluitend kalveren worden opgezet die aan de volgende voorwaarden voldoen: (i) zwartbont ras, (ii) mannelijke dieren, en (iii) afkomstig uit Duitsland of de Benelux. Dit geldt niet voor de afdelingen waarvoor op grond van artikel 40, tweede lid, steun is verleend (demonstratieprojecten vaarskalveren).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 31 januari 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

§ 1. Wijzigingen Steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren

De steunmaatregel Steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren (Hoofdstuk 2a, paragraaf 12, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006) wordt voor de openstelling in 2013 met deze regelingswijziging op enkele onderdelen gewijzigd ten opzichte van de openstelling in 2012:

  • Maximaal 10 rosévleeskalverhouders en 6 blankvleeskalverhouders kunnen deelnemen aan de steunmaatregel. Het steunplafond bedraagt € 825.000 en het maximale steunbedrag per aanvraag bedraagt € 100.000. De ervaring met de openstelling in 2012 heeft geleerd dat dit voldoende is in het licht van de doelstelling van de steunmaatregel: een bijdrage leveren aan het stimuleren en realiseren van welzijnsvriendelijke vloeren in de vleeskalverhouderij, waarbij Wageningen UR Livestock Research (hierna: WLR) onderzoek doet naar de effecten van het gebruik van de vloeren op het welzijn van het kalf.

  • De bolle massief rubberen duo-roostermat met emissiereducerende flappen is niet langer subsidiabel binnen de demonstratieprojecten voor emissiereducerende flappen, omdat gebleken is dat er geen producenten zijn die deze vloer kunnen leveren. De bolle roostermat met luchtkamers met emissiereducerende flappen is nog wel steeds subsidiabel voor 1 blankvleeskalverhouder en 2 rosévleeskalverhouders. Hiervoor worden aanvullende voorwaarden gesteld die in het kader van het onderzoek door WLR naar de prestaties van deze vloeren noodzakelijk zijn gebleken. De aanvullende voorwaarden houden in dat gedurende het onderzoek de deelnemende vier afdelingen vergelijkbaar met elkaar moeten zijn, ze mechanisch geventileerd moeten worden, de mestkelders dezelfde diepte moeten hebben en de kalveren in de deelnemende afdelingen gelijktijdig moeten worden opgezet en vergelijkbaar moeten worden verzorgd.

  • Bij de openstelling in 2012 van deze steunmaatregel is gebleken dat het laten frezen van de bestaande betonnen ondervloeren bij rosévleeskalverhouder (in geval van de bolle massief rubberen duo-roostermat) niet nodig is. De betreffende vloer kan aan de bestaande betonnen vloeren bevestigd worden. Derhalve zijn de kosten voor het laten frezen van deze vloer niet subsidiabel.

  • Voor deelname aan deze steunmaatregel moet de vleeskalverhouder drie vergelijkbare afdelingen ter beschikking hebben. Daarnaast kan een vleeskalverhouder opteren om mee te doen met één of twee demonstratieprojecten voor onderscheidenlijk emissiereducerende flappen en vaarskalveren. In deze openstelling is het mogelijk voor kalverhouders aan wie reeds in 2012 steun in het kader van deze regeling is verleend, maar die destijds niet hebben aangegeven te willen deelnemen aan de demonstratieprojecten, om dit jaar alsnog te opteren voor een demonstratieproject. Aan de demonstratieprojecten emissiereducerende flappen kunnen dit jaar in totaal maximaal 1 blankvleeskalverhouder en 2 rosévleeskalverhouders deelnemen en aan de demonstratieprojecten vaarskalveren in totaal maximaal 1 blankvleeskalverhouder en 1 rosévleeskalverhouder.

  • Voor de demonstratieprojecten met vaarskalveren is het niet noodzakelijk om uitsluitend zwart bonte kalveren te houden. Derhalve zijn bij deze openstelling ook kalveren van een ander ras toegestaan voor deze demonstratieprojecten.

§ 2. Regeldruk

aantal aanvragen

AL

per aanvraag

(in €)

AL

totaal

(in €)

beschikbaar subsidiebedrag

(in €)

AL als %

van het beschikbaar subsidiebedrag

16

290

4640

825.000

0,5

Met deze wijziging van de steunmaatregel wordt de grens van 5% relatieve administratieve lasten, die Actal als maximum heeft voorgesteld als redelijk administratieve last voor het verkrijgen van een subsidie, niet overschreden.

§ 3. Inwerkingtreding, openstelling en vaste verandermoment

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De openstelling van de Steunmaatregel Steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren zal plaatsvinden vanaf 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013. De publicatie en inwerkingtreding is hiermee niet in overeenstemming met de vier vaste inwerkingtredingdata voor ministeriële regelingen en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Toch is er niet voor gekozen om de openstelling per 1 april plaats te laten vinden. In dat geval zou de vleeskalverhouder namelijk één maand minder tijd hebben om de welzijnsvriendelijke vloeren te realiseren. De betaling van steunaanvragen uit 2013 dient overeenkomstig artikel 29 van de verordening (EG) nr. 73/2009 vóór 30 juni 2014 te zijn uitgekeerd. Dat betekent dat de aanvraag tot steunvaststelling uiterlijk op 28 februari 2014 dient te zijn ingediend. Om ervoor te zorgen dat de hele vleeskalversector tijdig op de hoogte is van de openstelling op 1 maart 2013 en van de steunvoorwaarden zal, naast de communicatie door Dienst Regelingen, ook een artikel worden geplaatst in het tijdschrift De Kalverhouder en op de website van dat tijdschrift.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven