Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 28 januari 2013, nr. 1244-2012, houdende wijziging van de Sanctieregeling Iran 2012

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en met de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1067/2012 van de Raad van de Europese Unie van 14 november 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PbEU L 318);

Gelet op Verordening (EU) 1245/2012 van de Raad van de Europese Unie van 20 december tot wijziging van Verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PbEU L 325);

Gelet op Verordening (EU) nr. 1263/2012 van de Raad van de Europese Unie van 21 december 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PbEU L 356);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Iran 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste en vierde lid, artikel 4, artikel 5, eerste lid en tweede lid, artikel 8, eerste lid, artikel 9, artikel 10 bis, artikel 10 ter, artikel 10 quinquies, eerste lid, artikel 10 sexies, artikel 11, eerste lid, artikel 13, eerste lid, artikel 14 bis, eerste lid, artikel 15, eerste lid, artikel 15 bis, eerste lid, artikel 15 ter, eerste lid, artikel 16, artikel 17, eerste en vierde lid, artikel 18, eerste lid, artikel 22, artikel 23, eerste tot en met vierde lid, artikel 30, eerste lid, derde tot en met zesde lid, artikel 30 bis, artikel 31, eerste lid, artikel 33 tot en met artikel 35, eerste en vierde lid, artikel 36, eerste lid, artikel 37, eerste en tweede lid, artikel 37 bis, artikel 37 ter, eerste lid, artikel 40, eerste lid, en artikel 41 van Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van de Europese Unie van 23 maart 2012 (Pb L 88).

  • 2. Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 6, artikel 7, eerste lid, artikel 10, artikel 10 quater, artikel 10 septies, artikel 12, artikel 14, artikel 14 bis, tweede lid, artikel 15 bis, derde lid, artikel 15 ter, tweede lid, artikel 15 quater, artikel 19, eerste lid, artikel 20, artikel 21, artikel 24 tot en met artikel 28 bis, artikel 29, eerste en tweede lid, artikel 30, tweede lid, artikel 35, tweede en derde lid, artikel 37 ter, tweede lid, of artikel 43 bis, eerste en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 267/2012 van toepassing is.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie’ wordt telkens vervangen door: de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

2. In het eerste lid wordt ‘artikel 19 en artikel 39’ vervangen door: artikel 19, artikel 39 en artikel 43 bis.

3. In het vierde lid wordt ‘artikel 32’ vervangen door: artikel 30, zesde lid.

4. In het zesde lid wordt ‘artikel 30, eerste, derde en vierde lid’ vervangen door: artikel 30, derde en vijfde lid, artikel 30 bis, artikel 30 ter.

5. In het zevende lid wordt ‘artikel 1 ter, tweede lid’ vervangen door: artikel 1 bis, tweede lid, en artikel 1 ter, tweede lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

TOELICHTING

Vanwege de nucleaire activiteiten van Iran gelden er vanaf 2007 sancties jegens dat land. Deze sancties bestaan onder andere uit een wapenembargo, visumrestricties, handelsrestricties, onderwijsrestricties en financiële restricties ten einde te voorkomen dat Iran de beschikking krijgt over goederen en technologie die een bijdrage kunnen leveren aan met name proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten.

De Raad van de Europese Unie acht het nodig aanvullende beperkende maatregelen vast te stellen aangezien Iran verzuimt om maatregelen te nemen om de internationale bezorgdheid over het nucleaire programma te verminderen. De Raad heeft op 15 oktober 2012 zijn goedkeuring gehecht aan Besluit 2012/635/GBVB en op 21 december 2012 aan Verordening (EU) nr. 1263/2012 waarin aanvullende beperkende maatregelen zijn vastgesteld.

De aanvullende beperkende maatregelen jegens Iran, zoals opgenomen in Verordening (EU) nr. 1263/2012, zijn onder andere de volgende.

Uitvoer- en invoerbeperkingen

De aanvullende beperkingen hebben betrekking op:

  • Een verbod op de invoer, aankoop en vervoer van Iraans aardgas evenals maatregelen om de ruil van aardgas te voorkomen;

  • Een aanvulling van de lijst van essentiële uitrusting of technologie die kan worden gebruikt in de sleutelsectoren van de aardolie, aardgas en de petrochemische industrie;

  • Een toegevoegde lijst met producten waarop handelsbeperkingen van toepassing zijn inzake aardgas, grafiet, metalen en programmatuur voor bepaalde industriële processen.

Beperkingen van overdracht van kapitaal en op financiële diensten

Transacties tussen banken en financiële instellingen in de EU en Iraanse banken en financiële instellingen zijn verboden tenzij die transacties vooraf door de betrokken lidstaten zijn toegestaan.

Beperkingen van diensten

Het is verboden om diensten te verrichten inzake het toekennen van een vlag aan of classificatiediensten ten behoeve van Iraanse olietankers en vrachtschepen. Voorts geldt er een verbod op het ter beschikking stellen van schepen voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website van het ministerie van Economische Zaken

www.rijksoverheid.nl/exportcontrole

Artikelsgewijze toelichting

In artikel I, onderdeel A, is overtreding van de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van Verordening (EU) nr. 267/2012 strafbaar gesteld en in datzelfde onderdeel wordt geregeld wanneer een verbodsbepaling niet van toepassing is.

In artikel I, onderdeel B, is artikel 3 van de Sanctieregeling Iran 2012 aangevuld met de instanties die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen in Verordening (EU) nr. 267/2012 en in Verordening (EU) nr. 359/2011. Voor nadere gegevens zij verwezen naar www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

Naar boven