Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nederlandse Zorgautoriteit | Staatscourant 2013, 26677 | Bekendmakingen Nederlandse Zorgautoriteit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nederlandse Zorgautoriteit | Staatscourant 2013, 26677 | Bekendmakingen Nederlandse Zorgautoriteit |
Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling vastgesteld.
Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het interim-besluit forensische zorg1, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het interim-besluit forensische zorg, verlenen.
Deze regeling beoogt het stellen van beperkingen, voorwaarden en voorschiften voor de declaratie van prestaties ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg (FZ).
Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP’s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC’s en de ZZP’s/extramurale parameters geldt het volgende:
– Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is.
– De ZZP’s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen:
– Ambulante begeleiding (extramurale parameters);
– Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP’s);
– Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP’s).
Deze regeling is alleen van toepassing op ZZP’s en extramurale parameters FZ.
In deze regeling wordt verstaan onder:
De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen.2
Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het interim-besluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar.
Als zorgzwaartepakket wordt aangemerkt de ZZP’s als in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg’ vastgestelde prestaties ZZP’s.
Als extramurale parameters wordt aangemerkt de prestaties extramurale parameters als in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg’ vastgestelde prestaties extramurale parameters.
De tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar overeengekomen wijze waarop de door de zorgaanbieder verrichte of te verrichten zorgprestatie bij de zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht.
Een periode van vier weken of een kalendermaand waarover de zorgaanbieders de geleverde zorg declareren, overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken met de zorgverzekeraar.
Zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van FZ in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.
Zorgaanbieders specificeren de declaratie als volgt:
1. Zorgaanbieders maken bij registratie duidelijk zichtbaar welke prestaties zijn geleverd. De registratie van intramurale prestaties, dagbesteding prestaties en extramurale prestaties, vindt plaats op totaalniveau per prestatie. Dit houdt in dat de registratie bestaat uit een overzicht van het aantal geleverde eenheden per prestatie per registratieperiode.
2. Indien sprake is van extramurale parameters gedurende een deel van een uur, wordt het in rekening te brengen tarief naar evenredigheid berekend. Voorzover de zorgverzekeraar en zorgaanbieders geen bestendige gedragslijn hebben over de afronding van de geleverde prestatie, wordt de zorg afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten.
Zorgaanbieders declareren de prestaties voorzover deze daadwerkelijk zijn geleverd, met uitzondering van het volgende:
Voor cliënten die zijn aangewezen op VG ZZP 1 tot en met VG ZZP 7 of GGZ ZZP C1 tot en met GGZ ZZP C6 geldt:
– Gedurende tijdelijke afwezigheid van een cliënt declareert de zorgaanbieder tegen het afgesproken tarief dat tevens gedeclareerd wordt bij aanwezigheid in de instelling. De zorgaanbieder declareert met ingang van de eerste dag van afwezigheid van de cliënt, maximaal 49 dagen per keer het ZZP dat de cliënt tot afwezigheid kreeg geleverd. Te beginnen op de eerste dag na vertrek uit de instelling. In het geval van een ziekenhuisopname geldt een maximum van 7 dagen.
Elke factuur dient naast de gebruikelijke informatie de volgende gegevens te bevatten:
– Strafrechtelijke titel;
– Startdatum strafrechtelijke titel;
– Einddatum strafrechtelijke titel;
– Gedeclareerde tarief;
– AGB-code;
– ZZP-code en/of code voor extramurale parameter;
– Prestatiecode;
– NHC-code (enkel voor ZZP’s);
– Strafrechtketennummer (SKN);
– Plaatsingsbesluitnummer.
Indien sprake is van onderlinge dienstverlening mag de uitvoerende zorgaanbieder de vergoeding daarvoor uitsluitend in rekening brengen aan de zorgaanbieder die de prestatie bij de uitvoerder heeft aangevraagd. Er mag door de uitvoerende zorgaanbieder geen ZZP en ook geen extramurale prestatie gedeclareerd worden. Het is dus niet toegestaan om voor onderlinge dienstverlening in het kader van een ZZP, prestaties en tarieven ten aanzien van een extramurale parameter of DBBC-zorg in rekening te brengen. Dit geldt ook andersom voor de DBBC’s of extramurale parameters. Voor meer informatie over onderlinge dienstverlening wordt verwezen naar de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven ZZP’s en extramurale parameters forensische zorg’.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling worden de regelingen ‘Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ’, met kenmerk NR/FZ-003 ingetrokken.
De regeling ‘Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ’, met kenmerk NR/FZ-003, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.
Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: ’Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ'.
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit T.W. Langejan, Voorzitter.
Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde interim-besluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn.
Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt.
Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft – zoals reeds opgemerkt – de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die vanaf 2013 worden vastgesteld, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat – indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet – in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is.
Op grond van artikel 37 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) regels stellen inhoudende aan wie, door wie of op welke wijze, onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften of beperkingen een tarief in rekening wordt gebracht. Het gaat daarbij, kortweg, om declaratie- en/of factureringsvoorschriften.
Met FZ wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van FZ zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel FZ die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term ‘FZ zonder strafrechtelijk kader’ aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze regeling heeft, conform artikel 2 van het interim-besluit, uitsluitend betrekking op FZ in een strafrechtelijk kader.
Deze regeling bevat uitsluitend declaratiebepalingen met betrekking tot prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ. De declaratiebepalingen van de DBBC’s voor de FZ staan beschreven in de ’Regeling DBBC’s FZ’.
De forensische zorgtitel (strafrechtelijke titel, voorgenomen indicatiestelling, forensisch psychiatrisch toezicht of verdiepingsdiagnostiek).
De datum waarop de strafrechtelijke titel, voorgenomen indicatiestelling, forensisch psychiatrisch toezicht of verdiepingsdiagnostiek start, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ.
De werkelijke datum waarop de strafrechtelijke titel, voorgenomen indicatiestelling, forensisch psychiatrisch toezicht of verdiepingsdiagnostiek, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ, is/ wordt beëindigd. Deze datum dient verplicht te worden opgenomen als de datum bekend is. De datum kan in de toekomst liggen.
Op de factuur wordt het afgesproken tarief afzonderlijk vermeld. Het te betalen bedrag wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen, zijnde eurocenten.
De AGB-code bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven.
De code waaruit het type ZZP en/of extramurale parameter blijkt.
De specificatie van het geleverde zorgproduct.
De code voor de NHC die voor de desbetreffende ZZP van toepassing is.
SKN staat voor strafrechtketennummer en is van belang bij de betrouwbare vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden in de strafrechtketen. Het SKN wordt bij de facturatie van FZ gemeld door zorgaanbieders bij de zorgverzekeraar. Op deze wijze kan de zorgverzekeraar controleren in hoeverre de zorg rechtmatig verleend is. De zorgaanbieder ontvangt het SKN van de indicerende/verwijzende organisatie.
Het plaatsingsbesluitnummer is een uniek nummer dat aan het plaatsingsbesluit gekoppeld is. Dit nummer krijgt de zorgaanbieder van de plaatsende instantie. Het nummer is van belang om voor het ministerie van VenJ de keten tussen indicatie, plaatsing en geleverde zorg inzichtelijk te krijgen. Met het plaatsingsbesluitnummer kan het ministerie nagaan of de zorgaanbieder een verzoek tot zorg heeft ontvangen/ gekregen.
De specificaties van het plaatsingsbesluitnummer zijn als volgt:
– De vorm is negen tekens alfanumeriek;
– De plaatsingsbesluitnummers staan in de webapplicatie ‘Informatievoorziening FZ’ (Ifzo);
– Als er een plaatsingsbesluitnummer is aangeleverd aan de zorgaanbieder dan is het invullen ervan op de factuur verplicht;
– Het plaatsingsbesluitnummer wordt beheerd door het ministerie van VenJ.
De (deel)prestatie die door de uitvoerende zorgaanbieder wordt geleverd, dient te worden geregistreerd op de ZZP of extramurale parameter die door de opdrachtgevende zorgaanbieder (als hoofdprestatie) is geopend. Het is de uitvoerende zorgaanbieder dus niet toegestaan om een afzonderlijke ZZP of extramurale parameter te openen voor een prestatie die hij/zij in het kader van onderlinge dienstverlening verricht. De uitvoerende zorgaanbieder declareert de prestatie ‘onderlinge dienstverlening’, voorzien van een korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden, aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. In enkele gevallen kan het voorkomen dat er een ZZP of extramurale parameter is geopend en er in het kader van onderlinge dienstverlening gebruik wordt gemaakt van DBBC-zorg. Als onderlinge dienstverlening echter plaats vindt in het kader van een ZZP, heeft dit enkel betrekking op ZZP-zorg. Hetzelfde geldt voor DBBC’s en extramurale parameters. Het is dus niet toegestaan om voor onderlinge dienstverlening in het kader van een ZZP, prestaties en tarieven ten aanzien van een extramurale parameter of DBBC-zorg in rekening te brengen. Dit geldt ook andersom voor de DBBC’s of extramurale parameters.
interim-besluit forensische zorg(Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het interim-besluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-26677.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.