Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 15 en 15a van het Reisbesluit buitenland;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a. Europees Nederland:

het Europees deel van het Koninkrijk;

b. Caribisch Nederland:

de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba;

c. Caribisch deel van het Koninkrijk:

de landen Aruba, Curaçao en St. Maarten en de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba;

d. bevoegd gezag:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

e. deskundige:

diegene die door of vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een periode van ten hoogste één jaar vanuit Europees Nederland naar het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt uitgezonden om daar in openbare dienst werkzaam te zijn;

f. partner:

de echtgenoot volgens burgerlijk recht of de levenspartner met wie de niet-gehuwde belanghebbende samenwoont en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel bekrachtigd samenlevingscontract, dan wel op basis van een bij akte van een gemeente geregistreerd partnerschap met daarin vastgelegd de partner alsmede de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding.

Artikel 2

  • a. Aan de deskundige die voor een periode korter dan vier weken wordt uitgezonden, worden vergoedingen betaald overeenkomstig de bepalingen van het Reisbesluit Buitenland;

  • b. bij verlenging van de uitzending voor een periode korter dan of gelijk aan een jaar blijft de onderhavige regeling van toepassing;

  • c. bij een nieuwe periode van uitzending, korter dan 60 dagen na afloop van de vorige periode van uitzending naar hetzelfde eiland gelden de verblijfskosten conform de onderhavige regeling zoals deze gelden vanaf de 61e dag van uitzending, tenzij de vorige periode van uitzending korter heeft geduurd dan 60 dagen. In dat geval blijven de verblijfskosten voor het resterende deel tot 60 dagen gehandhaafd als ware sprake van een nieuwe uitzending.

Artikel 3

  • 1. Aan de deskundige die voor de duur van vier weken tot en met een jaar wordt uitgezonden, wordt verleend:

    • a. voor het vervoer van de woonplaats in het Europese deel van Nederland naar de luchthaven Schiphol vice versa een vergoeding van de reiskosten per openbaar of eigen vervoer conform het Reisbesluit Buitenland.

      Indien het dienstbelang dit vereist of andere omstandigheden, zulks ter beoordeling en voorafgaande schriftelijke vaststelling door het bevoegd gezag, een voldoende grond daarvoor vormen, kan voor het vervoer geheel of gedeeltelijk van een taxi gebruik worden gemaakt;

    • b. een vergoeding voor de noodzakelijke uitgaven voor luchthavenbelasting;

    • c. vrije overtocht op de voor het Rijk voordeligste wijze van vervoer per vliegtuig voor de reis van het Europees deel van Nederland naar het Caribisch deel van het Koninkrijk vice versa, waarvoor het ticket door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt verstrekt, volgens de volgende bepalingen:

      • i. een retourticket economy class;

      • ii. bij een uitzendperiode van meer dan negentig dagen, tot maximaal het eerste half jaar vanaf aanvang uitzending voor de deskundige of voor de partner van de deskundige een retourticket in de economy class voor een verblijf in het Caribisch deel van het Koninkrijk, alsmede de onder a en b genoemde vergoeding;

      • iii. bij een uitzendperiode van meer dan zes maanden per periode van uitzending van zes maanden één retourticket voor de deskundige voor een verlofreis in de economy class naar Nederland. Deze ticket is overdraagbaar aan de partner;

    • d. een vergoeding voor extra ruimbagage waarbij het totaal van standaard en extra bagage maximaal het dubbele weegt van hetgeen vrij in de economyclass kan worden meegenomen;

    • e. een vergoeding voor verblijfskosten, waaronder niet begrepen de kosten voor overnachting, in het Caribisch deel van het Koninkrijk, te rekenen van en met de dag van aankomst en tot en met de dag van vertrek, analoog aan de op dat moment geldende vergoeding voor verblijfskosten van het Reisbesluit Buitenland. In het geval een uitzending langer duurt dan zestig dagen, geldt vanaf de eenenzestigste dag een vergoeding gelijk aan 50% van de vergoeding voor verblijfskosten;

    • f. een vergoeding van de kosten van overnachting, inclusief belasting en toeslagen, in een standaard hotelkamer of een gemeubileerde huurwoning. Het bedrag dat maximaal voor een overnachting respectievelijk de maandhuur inclusief water-,energie- en aan de woning gekoppelde internetkosten wordt vergoed, is in de als bijlage bij dit besluit behorende tarieflijst aangegeven. Kosten voor onderhoud van een zwembad of tuin worden niet vergoed;

    • g. een tegemoetkoming in de uitrustingskosten, gelijk aan 50% van de werkelijk gemaakte kosten met een maximumvergoeding per jaar van uitzending zoals in de tarieflijst bij dit besluit aangegeven, ongeacht het aantal reizen naar het Caribisch deel van het Koninkrijk;

    • h. een vergoeding van de kosten voor een huur- of leaseauto in klasse B (kleine middenklasse). Parkeer- en brandstofkosten in relatie tot het zakelijk gebruik van de te vergoeden huur- of leaseauto, worden vergoed;

    • i. de kosten van taxivervoer tussen het vliegveld ter plaatse en het hotel, evenals tussen het hotel of een gemeubileerde huurwoning en de plaats waar de werkzaamheden dienen te worden verricht. Geen taxikosten worden vergoed als de kosten van een huur- of leaseauto worden vergoed voor lokaal transport;

    • j. de kosten van de in het kader van de uitzending te maken reizen tussen de eilanden van het Caribisch deel van het Koninkrijk onderling op de voor het Rijk voordeligste wijze van vervoer per vliegtuig.

  • 2. Het meereizen van de partner heeft geen invloed op de hoogte van de toelagen en tegemoetkomingen, genoemd in het eerste lid, onder d tot en met j.

  • 3. Voor de in het eerste lid, onder e, f en h genoemde vergoedingen wordt de deskundige een voorschot verstrekt. Indien de uitzending langer duurt dan drie maanden wordt een voorschot per periode van drie kalendermaanden verstrekt. Elk voorschot wordt binnen één maand na de termijn waarvoor het is verleend, afgerekend door overlegging van originele bewijsstukken. In het geval bij declaratie geen originele bewijsstukken kunnen worden overlegd, wordt een vaste vergoeding per overnachting verstrekt, zoals in de tarieflijst van dit besluit is aangegeven, met een maximum van vier nachten per uitzending. Tegelijkertijd worden de originele bewijsstukken van de overige gedeclareerde kosten die op grond van het eerste lid, onder a, b, d, g en i, kunnen worden vergoed, meegezonden.

  • 4. De deskundige stelt het bevoegd gezag terstond in kennis van uitstel van de reis of wijziging van het afgesproken reisschema.

  • 5. De deskundige stort onmiddellijk de in verband met zijn opdracht aan hem verstrekte gelden terug, indien hij niet conform de gemaakte afspraken naar het Caribisch deel van het Koninkrijk vertrekt of indien hij anders dan om zwaarwichtige redenen, ter beoordeling van het bevoegd gezag, de reis afbreekt, de werkzaamheden waarvoor hij is uitgezonden niet aanvaardt dan wel binnen de voor de uitvoering van de opdracht vastgestelde tijd de uitzending beëindigt zonder de opdracht te hebben afgerond, een en ander met dien verstande dat bij de bepaling van het terug te storten bedrag buiten de terugvordering wordt gehouden vergoedingen over de periode gedurende welke hij werkzaamheden uit hoofde van de opdracht heeft vervuld.

  • 6. Het bepaalde in het eerste lid, onder e, f, h en i geldt niet gedurende de tijd, waarmede het vertrek wordt vervroegd, de terugkeer wordt uitgesteld of de periode der uitzending wordt onderbroken om redenen, liggende buiten het doel van de opdracht.

Artikel 4

Voor zover de vergoedingsbedragen op grond van deze regeling niet reeds in euro’s zijn vastgesteld, zullen declaraties van kosten in vreemde valuta worden afgerekend tegen de administratiekoersen zoals deze door het Ministerie van Buitenlandse Zaken maandelijks worden vastgesteld met betrekking tot de maanden waarin de betreffende kosten zijn gemaakt.

Artikel 5

In gevallen waarin niet of niet voldoende in deze regeling is voorzien, beslist het bevoegd gezag naar redelijkheid en, waar mogelijk, in overeenstemming met de strekking van de bepalingen in deze regeling.

Artikel 6

Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba 2006 van 9 oktober 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2013.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar het Caribisch deel van het Koninkrijk 2013.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

BIJLAGE

Tarieflijst

Vergoeding van de in artikel 3, eerste lid, onder f, genoemde kosten voor maandhuur en water- en energiekosten per maand:

  • Aruba: Af 4.300,00

  • Curaçao: Naf 4.000,00

  • Sint Maarten: USD 3.200,00

  • Bonaire: USD 2.235.–

  • Sint Eustatius: USD 3.200,00

  • Saba: USD 3.200,00

Tegemoetkoming in de kosten voor de aan de woning gekoppelde aansluiting internet, maximaal per maand:

  • Aruba: Af 95.–

  • Curaçao: Naf 95.–

  • St. Maarten: USD 55.–

  • Bonaire: USD 55.–

  • Sint Eustatius: USD 55.–

  • Saba: USD 55.–

Vergoeding conform het Reisbesluit Buitenland van de in artikel 3, eerste lid, onder f, genoemde kosten voor overnachting indien geen bewijsstukken worden overgelegd:

€ 11,35 per overnachting.

Maximumvergoeding op grond van artikel 3, eerste lid, onder g: € 227,00.

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar de Nederlandse Antillen en Aruba van 5 december 1996 strekte ertoe de vergoedingen vast te stellen ten behoeve van uitzendingen van ten minste acht dagen tot ten hoogste één jaar.

De Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar de Nederlandse Antillen en Aruba uit 2006 strekte tot vervanging van de regeling van 5 december 1996, onder meer omdat deze niet meer actueel was.

Bij de staatkundige veranderingen die op 10 oktober 2010 hebben plaatsgevonden is de regeling uit 2006 hernoemd tot Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba 2006.

De onderhavige regeling is opgesteld na evaluatie van de regeling uit 2006. De onderhavige regeling vindt onverminderd zijn grondslag in artikel 15 en 15a van het Reisbesluit Buitenland

Artikelsgewijs

Artikel l

Het bevoegd gezag kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overlegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract is gesloten of een bewijs van een gemeente waaruit het geregistreerd partnerschap blijkt. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als partner worden aangemerkt.

Geen uitzending van rijksambtenaren naar Aruba, Curaçao, Sint Maarten,Bonaire, Sint Eustatius of Saba vindt plaats zonder tussenkomst van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 3, eerste lid, onder a

De in dit artikellid genoemde vergoedingen zijn limitatief. Geen vergoeding wordt verstrekt voor bijvoorbeeld particulier autovervoer of voor binnenlands vliegverkeer.

Artikel 3, eerste lid, onder a, b, d, f, g, h, i en j

De deskundige dient er rekening mee te houden dat aanspraak op vergoeding slechts bestaat na overlegging van bewijsstukken.

Artikel 3, eerste lid, onder c

Vliegreizen worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geboekt. Gereisd wordt op de voor het Rijk voordeligste wijze (een ticket onder gereduceerd tarief economy class). Dit houdt eveneens in, dat de reis onderweg in beginsel niet mag worden onderbroken en dat evenmin een andere route mag worden gevolgd. Indien men om privé redenen toch de reis onderbreekt of een andere route vliegt, vooraf goedgekeurd door het bevoegd gezag, zijn de meerkosten voor rekening van de deskundige.

In geval de deskundige vrijwillig in een lagere klasse reist dan het bevoegd gezag heeft vastgesteld, zal de daaruit voortvloeiende besparing niet aan de deskundige worden uitbetaald en evenmin kunnen worden aangewend voor bijvoorbeeld de financiering van overvracht of van de vliegkosten van een reisgenoot.

De Rijksoverheid is eigen risico-drager. Er worden daarom door het bevoegd gezag geen (reis)verzekeringen afgesloten.

In geval van schade gelden de betreffende bepalingen voor rijksambtenaren.

Het staat de deskundige vrij om zelf een reis- of andere verzekering af te sluiten. De kosten daarvoor worden echter, gezien het voorgaande, niet vergoed.

Artikel 3, eerste lid, onder e

Deze vergoeding is identiek aan de vergoeding voor verblijfkosten uit het Reisbesluit Buitenland.

Artikel 3, eerste lid, onder f

De vergoeding in deze regeling dekt de kosten voor het gemeubileerd zijn van de woning en voor water, energie tot het totale plafondbedrag, alsmede een tegemoetkoming in aan de woning gekoppelde internetkosten. Regelmatig wordt bezien of de plafondbedragen dienen te worden bijgesteld.

Artikel 3, eerste lid, onder g

De tegemoetkoming voor uitrustingskosten is gebaseerd op het feit dat in een tropisch land andere eisen aan kleding worden gesteld. De tegemoetkoming beperkt zich tot 50% van de werkelijk, ten behoeve van de uitrusting van de deskundige gemaakte kosten, met een maximumvergoeding per jaar van uitzending zoals in de tarieflijst bij dit besluit aangegeven.

Artikel 3, eerste lid, onder h

In dit artikel kan voor hotel ook appartement worden gelezen.

Indien een huurauto aan de uitgezondene is verstrekt of wordt vergoed, dient de uitgezondene deze tijdens verlofreizen en tijdens dienstreizen naar de andere eilanden bij het verhuurbedrijf in te leveren indien dit tot lagere autokosten leidt.

Artikel 3, derde lid

De meeste vergoedingen worden op declaratiebasis verrekend. Voorwaarde is dat de originele betaalbewijzen worden ingezonden. In een enkel geval (zie artikel 3, eerste lid, onder f) ontvangt de deskundige toch een vergoeding, óók indien hij geen bewijsstukken overlegt; de vergoeding is dan evenwel beperkt. Indien een voorschot wordt verstrekt, wordt dit, voor zover de uitzending langer duurt dan drie maanden, per periode van maximaal 3 kalendermaanden verstrekt.

Artikel 3, vijfde lid

Eventueel te veel ontvangen gelden, dienen te worden teruggestort conform instructies van BZK.

Artikel 3, zesde lid

De vergoeding voor verblijfskosten, die op grond van het eerste lid, onder e, wordt toegekend, wordt gedurende een tussentijds verblijf in Nederland of tijdens een vakantieperiode elders niet uitbetaald. De vergoeding voor verblijfskosten die op grond van het eerste lid, onder e, wordt toegekend, wordt uitsluitend voor de periode van het werkelijke verblijf toegekend. Het werkelijke verblijf kan van kortere duur zijn dan het geplande verblijf. Deze bepalingen gelden in principe ook voor de vergoeding van overnachtingskosten. Wat betreft de overnachtingskosten dient voorafgaand bij boeking zoveel mogelijk met onderbrekingen rekening te worden gehouden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

Naar boven