Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 september 2013-0000124865, houdende regels omtrent de hoogte van aan scholingsinstellingen te verstrekken subsidie als bedoeld in de artikelen 3:29 en 3:39 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Regeling subsidieplafond scholingsinstellingen 2014–2020)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3 van de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen;

Besluit:

Artikel 1. Bedrag subsidieplafond 2014 tot en met 31 juli 2020

  • 1. Het totale subsidieplafond, bedoeld in artikel 3 van de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen, bedraagt voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 juli 2020 € 53,2 miljoen.

  • 2. Het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, wordt als volgt verdeeld over de cohorten, bedoeld in artikel 1 van de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen:

    • a. cohort van 1 januari 2014 tot en met 31 juli 2017: € 13,3 miljoen;

    • b. cohort van 1 januari 2015 tot en met 31 juli 2018: € 13,3 miljoen;

    • c. cohort van 1 januari 2016 tot en met 31 juli 2019: € 13,3 miljoen;

    • d. cohort van 1 januari 2017 tot en met 31 juli 2020: € 13.3 miljoen.

Artikel 2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2013.

Artikel 3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidieplafond scholingsinstellingen 2014–2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 september 2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

TOELICHTING

De Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen is gewijzigd voor de subsidieperiode met ingang van 1 januari 2014. De belangrijkste wijziging heeft betrekking op het feit dat de subsidieregeling geen onderscheid meer kent in verschillende klassen. Voorheen werden er drie klassen onderscheiden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven