De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd.
1. In het eerste lid wordt ‘Subsidie kan worden verstrekt aan de eerste kentekenhouder
van een ongebruikt motorrijtuig’ vervangen door: Subsidie kan worden verstrekt aan
een rechtspersoon, die eerste kentekenhouder is van een ongebruikt motorrijtuig.
2. In het tweede lid wordt na ‘de tenaamstelling van het motorrijtuig’ ingevoegd: in
het kentekenregister.
3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
B
In artikel 6, derde lid, wordt na ‘de eerste kentekenhouder’ ingevoegd: blijkens het
kentekenregister.
ARTIKEL II
De Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen wordt als volgt
gewijzigd.
A
In artikel 2.12, derde lid, wordt na ‘de tenaamstelling’ ingevoegd: in het kentekenregister.
B
Artikel 2.15, tweede lid, komt te luiden: Het subsidieplafond voor het subsidiëren
van voertuigen als bedoeld in artikel 2.12 bedraagt voor 2013 en 2014 in totaal € 32.000.000.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst met dien verstande dat artikel
I, onder A, onderdeel 3, terugwerkt tot en met 1 oktober 2012.
TOELICHTING
Met de Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s (SETB) en het Subsidieprogramma
ongebruikte zware voertuigen (Euro VI) is verdere uitvoering gegeven aan het Nationaal
Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (hierna: NSL).
Bij de uitvoering van deze subsidieprogramma’s is gebleken dat de formulering van
enkele bepalingen aanleiding geeft tot discussie over het al dan niet in aanmerking
komen voor subsidie. Zo hoeft bij uitvoer naar een buitenlandse vestiging de tenaamstelling
van een voertuig niet te wijzigen, maar wordt de met de subsidie te bewerkstelligen emissiereductie
in Nederland niet gerealiseerd. Dit is derhalve oneigenlijk gebruik van de specifiek
voor dit doel gereserveerde begrotingsgelden. Daarom wordt de tenaamstelling nu gekoppeld
aan het kentekenregister (artikel I, onder A, onderdeel 2, en artikel II, onder A).
Daarnaast komt door de formulering van artikel 3, eerste lid, SETB onbedoeld een aantal
voertuigen niet voor subsidie in aanmerking. Dit geldt met name voor elektrisch aangedreven
bestelauto’s en taxi’s, waarvoor op grond van de Wet belasting op personenauto’s en
motorrijwielen (BPM) een nihiltarief geldt. Van teruggave van belastingen is in die
gevallen geen sprake, en het vragen van een beschikking voor de teruggave van nul
euro leidt tot overbodige administratieve lasten. Daarom zijn deze bestelauto’s (motorvoertuigen
van de categorie N 1, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2007/46/EG1) en taxi’s thans apart vermeld.
Bij de uitvoering van artikel 6, derde lid, van de SETB (de verhoging van het bedrag
voor volelektrische auto’s in bepaalde gemeenten) bestaat onduidelijkheid ten aanzien
van het begrip ‘is gevestigd’. Auto’s blijken soms op naam te worden gezet van een
privépersoon, bv. de eigenaar van het bedrijf (met name in het geval van zzp’ers),
die dan een andere vestigingsplaats heeft dan het bedrijf. In die gevallen vergt het
veel tijd om te bepalen of een voertuig desondanks voor het grootste deel van de tijd
in een van de betreffende gemeenten zal worden gebruikt. Voor een goede uitvoering
van de regeling is het van belang dat eenduidig kan worden bepaald of het voertuig
voor de extra subsidie in aanmerking komt. Thans wordt daarom bepaald, dat de eerste
kentekenhouder een rechtspersoon moet zijn, die in een van die gemeenten is gevestigd.
Dit blijkt dan mede uit de tenaamstelling van het kenteken.
Tot slot is in de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen
in artikel 2.15 het tweede lid aangepast. De bepaling over het subsidieplafond voor
2012 is inmiddels ‘uitgewerkt’. Omdat duidelijk is geworden dat het subsidieplafond
2013 en 2014 meer dan toereikend zal zijn voor de nog in 2013 af te leveren vrachtauto’s
en bussen, is het in 2012 niet uitbetaalde bedrag van € 5.300.000 niet toegevoegd
aan het beschikbare budget voor 2013 en 2014. Dit geld wordt gebruikt voor andere
maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. De te kiezen alternatieve maatregelen
zullen in principe eveneens betrekking hebben op de verkeers- en vervoerssector.
De onderhavige regeling heeft terugwerkende kracht wat betreft artikel I, onder A,
onderdeel 3, tot het moment van inwerkingtreding van de betreffende oorspronkelijke
bepaling. Eerder afgegeven afwijzingsbeschikkingen voor voertuigen, die volgens de
huidige formulering wel voor subsidie in aanmerking zouden komen, zullen door Agentschap
NL worden herzien.
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin ze wordt geplaatst en wijkt daarmee af van de vaste verandermomenten.
De reden hiervoor is dat verdere onduidelijkheden bij de uitvoering van de regeling
moeten worden voorkomen. Dit is tevens de reden dat wordt afgeweken van de minimale
invoeringstermijn van twee maanden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld