De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen wordt als volgt
gewijzigd:
A
Bijlage 4, artikel 2, wordt als volgt gewijzigd:
In de alfabetische rangschikking wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:
- dyslexieverklaring:
-
verklaring waarin dyslexie is vastgesteld volgens de criteria voor onderkenning en
verklaring van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN, 2008);
B
Na artikel 3 van bijlage 4, wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 4
-
1. Het CBR kan toestaan dat een examenkandidaat die een stoornis heeft die specifiek
betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal, het
examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden
van die kandidaat. Voor die gevallen bepaalt het CBR middels het examenreglement de
wijze waarop het examen kan worden aangevraagd en hoe het examen zal worden afgelegd.
-
2. Een examenkandidaat die gebruik wil maken van de in het eerste lid geboden mogelijkheid
voegt bij de aanvraag een medische verklaring van een specialist of een dyslexieverklaring.
-
3. De aanpassing voor examenkandidaten met een stoornis als bedoeld in het eerste lid
kan in ieder geval bestaan uit een verlenging van de duur van het examen met ten hoogste
30 minuten.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
TOELICHTING
Het vervoer van gevaarlijke stoffen per binnenvaartschip is onderworpen aan de regels
in de bijlagen van het Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises
Dangereuses par voie de Navigation Intérieures (hierna: ADN). Deze regelgeving komt
in internationale context tot stand en is in de Nederlandse regelgeving integraal
opgenomen als bijlage 1 bij de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke
stoffen (hierna: VBG).
In het ADN zijn ook voorschriften opgenomen met betrekking tot de opleiding van de
bemanning. Aan boord van ieder binnenvaartschip dat gevaarlijke stoffen vervoert dient
zich een ‘deskundige’ te bevinden. Deze beschikt over speciale kennis van de internationale
voorschriften die in het ADN zijn opgenomen. Om als deskundige te worden erkend is
het noodzakelijk om deel te nemen aan de Basiscursus ADN en eventuele vervolgcursussen
en de examens daarover met goed gevolg te hebben afgelegd. In de bijlagen bij het
ADN zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de inhoud en de wijze van examinering.
De examens worden in Nederland door de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
(hierna: CBR) afgenomen of, indien het een herhalingscursus betreft, door een door
het CBR erkend opleidingsinstituut.
De voorschriften 8.2.2.7.1.5, 8.2.2.7.2.5 en 8.2.2.7.3.2 van het ADN hebben betrekking
op de duur van het examen. Voor de basiscursus is dit op 60 minuten gesteld, voor
de vervolgcursus op 150 minuten en de herhalingscursus op 40 minuten. In de praktijk
is gebleken dat deze tijdsduur voor examenkandidaten met een stoornis die specifiek
betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal, zoals
dyslexie, problemen oplevert. Deze kandidaten hebben iets meer tijd nodig om de vragen
tot zich te nemen, waardoor het voor hen vaak moeilijk is om het examen binnen de
gestelde tijdsduur af te ronden.
Na overleg met de sector is gebleken dat een stoornis zoals hierboven beschreven geen
belemmering vormt voor het goed kunnen functioneren aan boord van een binnenvaartschip.
De veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen met een binnenvaartschip komt
door deze maatregel niet in geding.
Door middel van deze regeling wordt examenkandidaten de mogelijkheid geboden om het
CBR te verzoeken om een aan de stoornis aangepast examen te mogen afleggen. De wijze
waarop een dergelijke aanvraag kan worden gedaan en hoe het examen zal worden afgenomen
zal door het CBR in het examenreglement moeten worden opgenomen. Op grond van artikel
3, bijlage 4 bij de VBG, moet de minister van Infrastructuur en Milieu met deze aanpassing
van het examenreglement vooraf instemmen.
In bijlage 4, artikel 4, tweede lid, van de gewijzigde VBG is als voorwaarde opgenomen
dat er bij het verzoek aan de examinerende instantie een medische verklaring van een
specialist of een dyslexieverklaring moet worden overgelegd, waaruit blijkt dat de
examenkandidaat een stoornis als bedoeld in artikel 4, eerste lid, heeft. Voor dyslexieverklaringen,
waarin dyslexie is vastgesteld volgens de criteria voor onderkenning en verklaring
van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN, 2008), geldt dat verklaringen afgegeven
door een gezondheidszorgpsycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog of orthopedagoog kunnen
worden geaccepteerd. De afgegeven verklaringen kennen standaard geen vervaldatum en
zijn onbeperkt geldig.
In bijlage 4, artikel 4, derde lid, is bepaald dat de duur van het examen met maximaal
30 minuten mag worden verlengd, dit om te voorkomen dat de verlenging per kandidaat
te zeer verschilt en om recht te doen aan de in het ADN opgenomen maximale tijdsduur.
Met deze regeling komen de opleidingsvoorschriften voor het vervoer van gevaarlijke
stoffen per binnenvaartschip meer in overeenstemming met de in het Accord Européen
relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par Route (hierna:
ADR) opgenomen regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over land. Het
ADR kent al geruime tijd de mogelijkheid om de duur van het examen aan te passen indien
een examenkandidaat een stoornis heeft die specifiek betrekking heeft op taal of een
zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld