BIJLAGE 3 LOGISTIEK
Bijlage, vastgesteld bij artikel II van de Regeling van de Minister van Economische Zaken, nr. WJZ/13137581,
tot wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2013 voor de openstelling
van subsidie voor MKB innovatiestimulering in de topsectoren.
Bijlage behorend bij de artikelen 1b.2, eerste lid, en 1c.2, eerste lid, van de Subsidieregeling sterktes
in Innovatie.
Mij bekend,
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
Logistiek
1 Bundelen en modaliteiten
Ontwikkelt u een geïntegreerde vervoersoplossing met verschillende modaliteiten? Of
bent u bezig met een bundelingsproject met verschillende modaliteiten?
Synchromodaliteit is het optimaal benutten van de verschillende modaliteiten in een
geïntegreerde vervoersoplossing. Dat kan op corridors en in regio’s waar voldoende
ladingaanbod is, zodat hoogfrequent vervoer via (alle) modaliteiten kan plaatsvinden.
Verladers kunnen hun goederen synchromodaal laten transporteren door deze zonder voorkeur
voor een modaliteit aan te bieden, dat wil zeggen, zonder dat de modaliteit van het
transport vooraf wordt vastgelegd. Wel worden uiteraard prestatiecriteria vastgesteld
(bijv. betrouwbaarheid) en kan het percentage dat minimaal via binnenvaart en/of spoor
wordt getransporteerd onderdeel uitmaken van het Service Level Agreement (SLA). Ook
kunnen verladers zelf, door het bundelen van hun goederenstroom met andere verladers,
het transport synchromodaal organiseren. Een vereiste is dat minimaal sprake moet
zijn van twee modaliteiten. Dus bijvoorbeeld naast wegtransport minimaal één andere
modaliteit.
Binnen het thema Synchromodaal transport worden projecten gevraagd, waarbij ladingeigenaren
hun transport (meestal containers) op synchromodale wijze laten afwikkelen, in tegenstelling
tot hoe het transport nu wordt georganiseerd. MKB-ers kunnen daartoe kennisvouchers
aanvragen of een R&D samenwerkingsproject indienen.
Tevens worden MKB-ers gevraagd om bundelingsprojecten in te dienen. Het gaat dan om
het gezamenlijk aanbieden en afhandelen van lading.
2 (Inter)nationale handel
Ondervindt u (veel) hinder van nationale en internationale regelgeving? En hebt u
ideeën om hier op een slimme en efficiënte manier mee om te gaan? Of hebt u oplossingen
die bestaande faciliteiten beter toegankelijk maken? Dan kunt u in aanmerking komen
voor ondersteuning.
Deze actielijn richt zich op het verder uitbouwen van de leidende positie van Nederland
in het faciliteren van handelslogistiek door toepassing van vernieuwde toezichtsconcepten,
stroomlijning en vereenvoudiging van procedures en betere integratie van toezicht
in ongestoorde logistieke ketens. Handelsfacilitatie door vermindering van regeldruk
is één van de belangrijkste redenen voor bedrijven om juist Nederland als toegangspoort
naar Europa te gebruiken. Het succes van de handelsfacilitatie in Nederland is gebaseerd
op een samenwerking tussen de inspectiediensten (douane) en het bedrijfsleven, die
uniek is in Europa.
In deze tijden van fundamentele verschuivingen in de wereldeconomie, is het essentieel
om deze handelsfacilitatie nog verder te ontwikkelen en zodoende onze positie als
toegangspoort naar Europa uit te bouwen. Om dat mogelijk te maken zijn technologische
innovaties, procesinnovaties en bestuurlijke innovaties nodig.
Het MKB vervult een belangrijke rol in internationale handelsfacilitatie. Niet alleen
als importerende of exporterende partij, maar ook in de dienstverlening aan bedrijven
om te helpen te voldoen aan alle regelgeving. Vanuit deze rol wordt MKB-ers gevraagd
projecten in te dienen, waarin ze bijdragen aan betere integratie van toezicht in
logistieke ketens.
Tevens wordt MKB-ers gevraagd om projecten in te dienen die andere bedrijven in staat
stelt om te beschikken over de voordelen van bepaalde vormen van handelsfacilitatie.
Een aantal faciliteiten, zoals bijvoorbeeld de DOMPROC-regeling of vereenvoudigde
procedures die gekoppeld zijn aan het AEO-certificaat, vereist een vergunning waarvan
de investeringen voor MKB niet altijd opwegen tegen de voordelen die zo’n vergunning
biedt. In deze projecten worden innovatieve business modellen ontwikkeld en beproefd,
waarbij vergunninghouders deze faciliteiten aan meerdere MKB-ers kunnen aanbieden.
Deze modellen moeten juridisch houdbaar zijn, en vereisen ook heldere afspraken over
aansprakelijkheden.
Ook wordt niet altijd gebruik gemaakt van de voordelen die bijvoorbeeld een AEO-certificering
biedt. Zo kan bijvoorbeeld in de aangifte voor tijdelijke opslag (SAL) verwezen worden
naar de Entry Summary Declaration, wat een hoop tijd en kosten kan besparen, maar
wordt deze mogelijkheid onvoldoende benut. Kennisdelingsprojecten kunnen dit potentieel
voor MKB vergroten.
3 Samenwerken in en over de keten
Hebt u slimme oplossingen om samenwerking en bundeling in uw keten of tussen verschillende
ketens te verbeteren? Wilt u hiervoor de logistiek op een geïntegreerde manier aansturen?
Een 4C (oftewel een Cross Chain Control Center) is een regiecentrum waar meerdere
logistieke ketens en netwerken gecoördineerd en geregisseerd worden. Het gaat dan
om bundeling en aansturing van fysieke goederenstromen, de informatiestromen, eventuele
financiële stromen en datamanagement. Het idee van 4C is het scheppen van schaalvoordelen
en betere dienstverlening door een samenwerking die bedrijven en ketens overstijgt.
Hierdoor kan een betere planning ontstaan, betere voorspellingen van logistieke bewegingen
worden gemaakt of nieuwe business modellen ontstaan. In aansluiting op het MKB zal
eerder over een 4C worden gesproken, aangezien MKB-ers in nauwe onderlinge samenwerking
tot bundeling van transport- en andere activiteiten moeten komen (ook op nationale
en regionale schaal).
De realisatie van één of meerdere 4C's geeft als voordelen:
-
• een beter overzicht, betere afstemming en bundeling van activiteiten en besparingen
in logistieke ketenkosten door combineren van lading;
-
• een lagere druk op het milieu;
-
• nieuwe bedrijvigheid met meer werkgelegenheid;
-
• nieuwe kennis die ook toepasbaar is in andere logistieke ketens en sectoren;
-
• een grotere aantrekkingskracht van Nederland voor buitenlandse bedrijven.
Aanvragen voor ontwikkeling van een 4C kunnen in de praktijk enerzijds in gang worden
gezet door MKB-ers die in nauwe onderlinge samenwerking tot bundeling van transport-
en andere activiteiten willen komen en anderzijds door:
Uiteraard kunnen aanvragen combinaties van gebruikers en ontwikkelaars omvatten.
MKB-bedrijven worden daarom uitgenodigd met aanvragen te komen voor 4C bundelingsprojecten
(bundeling en delen van transport, warehousing etc.).
Te denken valt aan:
-
• partner selectie en matching (vinden van geschikte 4C partners);
-
• juridische aspecten en contractafspraken (NMA-proof);
-
• organisatiemodellen – verdienmodellen (waarde-creatie voor de partners);
-
• transformatie – implementatie en veranderingsmanagement en andere relevante onderwerpen.
Van belang hierbij is ook het toepassen van nieuwe of bewezen technologie, nieuwe
of beschikbare oplossingen en concrete adviezen die als concrete bouwstenen kunnen
dienen voor een 4C (zoals hoe standaardiseren we de onderlinge data-uitwisseling,
hoe zetten we de IT-architectuur op en met welke technologie, welke contractvormen,
hoe zetten we de samenwerking toekomstproof op en ook het uitwisselen van info, het
afschermen van informatie, het low-key faciliteren van bundeling).
Ook worden projecten gevraagd, waarbij nieuwe 4C diensten worden ontwikkeld. Onderwerpen
die aan bod komen kunnen variëren van innovatieve (ICT) platformen tot dashboards
tot monitoring/tracking-tracing tot automatische en eenvoudige afhandeling van transportopdrachten
(centraal versus decentraal), het delen van data en datamanagement (open versus gesloten
oplossingen) etc.
4 Service Logistiek
Biedt u nieuwe creatieve oplossingen voor de organisatie en regie van de after sales
service? Bedenkt u nieuwe serviceconcepten? Kortom maakt u van producten diensten?
Dan kunt u in aanmerking komen voor ondersteuning.
Service logistiek is de regie van alle after sales service: van productlevering tot
aan het einde van de levenscyclus van een product. Bedrijven leveren steeds vaker
een serviceconcept in plaats van een product. Vooral leveranciers van kapitaalgoederen
richten zich niet alleen op het leveren, maar ook op het in stand houden, upgraden
en uiteindelijk buiten bedrijf stellen en vervangen van het geleverde product. De
regie in de keten gaat in de eerste plaats om ‘life cycle planning’ en ‘control’,
en wint wereldwijd sterk aan belang, in het bijzonder in de Verenigde Staten waar
het onder de naam ‘Servicization’ wordt ontwikkeld en in de markt wordt gezet door
veel productiebedrijven. De focus binnen het thema Service Logistiek is – net als
bij 4C – ketenregie en coördinatie, maar de processen en benodigde innovaties zijn
wezenlijk anders.
Nieuwe innovatieve concepten voor service logistiek leiden tot:
-
• een hogere en vooruitlopende service business in Nederland;
-
• een grotere aantrekkelijkheid om in Nederland te investeren voor buitenlandse partijen;
-
• een significante duurzame bijdrage aan het verminderen van de uitstoot en het energieverbruik
door optimale inzet van reserve-onderdelen en hergebruik van materialen.
Voor veel MKB-bedrijven is het echter een grote en lastige uitdaging om de transformatie
te maken van een producerende activiteit naar het vermarkten van services vanwege
praktische beperkingen zoals capaciteit, middelen of omvang.
Daarom worden MKB-bedrijven hier ook specifiek uitgenodigd om met aanvragen te komen
voor het ontwikkelen en opzetten van innovatieve servicestrategieën voor het ontwikkelen
en uitbreiden van hun servicelogistiek (diensten en de portfolio aan services en de
ontwikkeling van unieke selling points). Daarbij horen aanvragen voor het ontwikkelen
van nieuwe business en verdienmodellen (make / buy / samen doen) variërend van het
uitbreiden en aanbieden van bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden en -contracten bij
producten en systemen naar hoogwaardige diensten op het vlak van training, systeemintegratie
en advisering en uiteindelijk het volledig transformeren van een business model op
basis van productie naar dienstverlening.
Verder worden MKB-ers specifiek uitgenodigd met voorstellen te komen voor het ontwikkelen
en opzetten van servicelogistieke control towers voor het bundelen van diensten voor
meerdere bedrijven zoals bijvoorbeeld op het vlak van bundeling van reserve-onderdelen
inkoop, onderhoud, voorraadbeheer, vraagvoorspelling, ‘conditioned based logistics’,
retour logistiek etcetera.
5 Supply Chain Finance
Bent u bezig met het ontwikkelen en toepassen van nieuwe financieringsmogelijkheden
in de logistieke keten? Haalt u op een innovatieve manier kosten uit de keten en zoekt
u hierin nieuwe samenwerkingsmogelijkheden? Voor uzelf of als dienstverlener voor
anderen?
Dan kunt u in aanmerking komen voor ondersteuning.
Supply Chain Finance is een relatief nieuw onderwerp voor het MKB en richt zich op
het optimaliseren van financiering en financieringskosten van de totale logistieke
keten en de integratie van financiële processen tussen verladers, toeleveranciers,
logistieke dienstverleners, financiële partners en andere relevante partners in en
over de totale waardeketen(s). Belangrijk in Supply Chain Finance is dat er door samenwerking
van ketenpartners nieuwe mogelijkheden ontstaan voor bedrijven op het gebied van het
beheersen en verbeteren van werkkapitaal, assets, voorraden, risico’s en aansprakelijkheid,
(reverse) factureringsprocessen en dergelijke. Het doel is het reduceren van kosten
in de keten.
Logistieke ketens bestaan uit de componenten: goederen, informatie en financiën. Optimalisatie
in de logistieke keten richt zich tot nu toe overwegend op verbetering van goederenstromen
of de integratie van goederen en informatiestromen. Financiële stromen in de logistieke
keten zijn echter minstens zo belangrijk. Tot op heden heeft dit zich vooral beperkt
tot het streven om bijvoorbeeld voorraden te verlagen in de keten met het kapitaalbeslag
wat daarmee gemoeid gaat. Een verbeterde integrale harmonisatie van logistieke ketens
en financiën biedt nieuwe kansen voor bedrijven.
Aanvragen binnen het thema SCF kunnen zowel ingediend worden voor vernieuwing van
de inrichting van de financiële processen in en over de eigen logistieke keten(s),
als voor de ontwikkeling van die innovatieve financieringsconcepten voor de logistieke
keten, instrumenten en arrangementen of het ontwikkelen van tools / bouwstenen om
SCF door een samenwerking van MKB bedrijven mogelijk te maken.
Uiteraard kunnen aanvragen combinaties van gebruikers en ontwikkelaars omvatten.
Binnen het thema van SCF worden MKB-bedrijven uitgenodigd met aanvragen te komen voor
het ontwikkelen en opzetten van:
-
• Uitbreiding van de lopende Dinalog pilot met meer MKB bedrijven. Deze pilot verkent,
ontwikkelt en test een nieuwe financieringsvorm waardoor vervoerders sneller worden
betaald. Het project leidt tot een standaard supply chain finance overeenkomst tussen
verlader en vervoerder. Aanvragers starten een nieuw project, op basis van de kennis
die in de lopende pilot is opgedaan.
-
• Nieuwe alternatieve financieringsmogelijkheden, bijvoorbeeld in de diversificatie
van financieringsbronnen (het niet afhankelijk zijn van 1 financiële instelling, maar
bijvoorbeeld ook gebruik maken van de financieringsopties via grote klanten of leveranciers),
orderfinanciering (grote order van klant in relatie tot de inkoopkosten). Loopt vaak
stuk op financiering van werkkapitaal.
-
• Nieuwe business development aan de hand van nieuwe financiële logistieke dienstverlening;
-
• Oplossingen voor de financiële drempels in transportketens zoals bijvoorbeeld het
automatiseren van borgstellingen, vrijmaken van containers door snellere vrachtbetaling
als gevolg van betere informatievoorziening e.d.
-
• Methoden en aanpakken voor het betalingsgedrag van (grote) klanten en overheid (afgesproken
termijnen, late betalingen, kortingen bij vroege betaling, voorfinanciering vordering,
supplier financing programma’s, interne goedkeuringsprocessen van grote klanten)
TOELICHTING
Inleiding
Het kabinet heeft met het topsectorenbeleid gekozen voor het versterken van de concurrentiekracht
van die sectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt. Het MKB is cruciaal voor innovatie
en voor versterking van de economie. Betrokkenheid van deze bedrijven bij de topsectoren
is dan ook van groot belang. In overleg met de topteams van de topsectoren is daarom
de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) opgesteld.
De regeling is in mei 2013 in twee tranches voor alle topsectoren opengesteld.
Uit het topsectorenbeleid volgt dat bij de keuze van instrumenten, thema’s en budget
de zienswijze van de topteams zelf veel gewicht in de schaal legt. Deze regeling is
dan ook in overeenstemming met de zienswijzen van de topsectoren vastgesteld.
Op 1 juli 2013 zijn beide tranches gesloten voor aanvragen. Van de budgetten die niet
uitgeput zijn, hebben de topteams kunnen aangeven hoe deze opnieuw gealloceerd zouden
moeten worden, waarbij de topteams kunnen inzetten op andere instrumenten en/of andere
thema’s. Met de onderhavige wijziging wordt de regeling opnieuw opengesteld met een
aangepaste verdeling conform de inzichten van de topteams van de topsectoren.
Daarnaast is er bij de sector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen (T&U) extra budget beschikbaar
gekomen dat het topteam van de topsector via het MIT wil inzetten en dat met deze
herallocatieronde gepubliceerd wordt. Het gaat hierbij om compensatie van het wegvallen
van de cofinanciering vanuit de productschappen aan het topsectorenbeleid. De sector
kiest voor MIT als bestemming van de middelen vanwege de snelle inzetbaarheid en de
door de sector gepercipieerde stimulerende werking van deze regeling.
Regeldruk
De totale administratieve lasten voor deze regeling bedragen voor de onderdelen die
door het MKB worden aangevraagd € 53.580 en dat is 0,9% van het totaal beschikbare
subsidiebedrag.
De lasten verschillen per instrument. Voor de vouchers bedragen de administratieve
lasten € 5.730 (2,3%), voor de MIT-Haalbaarheidsonderzoeken € 9.150 (0,63%) en voor
de MIT-R&D samenwerkingsprojecten € 38.700 (0,91%).
De totale administratieve lasten van de netwerkactiviteiten en de innovatiemakelaars,
aangevraagd door de TKI’s, bedragen € 1.530 (1,85%).
Publicatie en Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking één dag na publicatie in de Staatscourant. Er wordt
afgeweken van de vaste verandermomenten als bepaald in het kabinetsbeleid inzake Vaste
Verandermomenten. De reden hiervoor is dat dit in het belang is van de betrokken bedrijven.
Dit is een van de uitzonderingsgronden voor afwijking van de vaste verandermomenten
als genoemd in het beleid inzake vaste verandermomenten. De doelgroep is in hoofdlijnen
al op de hoogte van de regeling.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp