Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2013, 24311 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2013, 24311 | Besluiten van algemene strekking |
Het College voor examens,
Gelet op artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel b en g, en achtste lid van de Wet College voor examens;
Besluit:
De dagen waarop in 2015 de centrale examens beginnen zijn:
a. het eerste tijdvak begint op 11 mei in het v.w.o., h.a.v.o. en v.m.b.o.;
b. het tweede tijdvak begint op 3 juni in de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg, en op 16 juni in de andere vormen van onderwijs;
c. het derde tijdvak vindt plaats in augustus.
1. De dagen en uren waarop de toetsen van het centraal examen in het eerste tijdvak worden afgenomen zijn vastgesteld zoals vermeld in bijlage 1A bij deze regeling.
2. De dagen waarop de toetsen van het centraal examen in het tweede tijdvak worden afgenomen zijn vastgesteld zoals vermeld in bijlage 1B bij deze regeling, met dien verstande dat in maart 2015 een nadere indeling van de vakken bekend gemaakt wordt.
3. De dagen en uren waarop de toetsen van het centraal examen in het derde tijdvak worden afgenomen worden na aanmelding meegedeeld door het College voor examens.
In afwijking van artikel 1, onderdeel a, valt van de volgende toetsen het begin van de periode waarbinnen de afname dient plaats te vinden, voor aanvang van het eerste tijdvak:
a. Voor zover het bevoegd gezag het moment van afname van deze toetsen, of delen daarvan, voor aanvang van het eerste tijdvak vaststelt:
1. In de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg: het centraal schriftelijk en praktisch examen (c.s.p.e.).
2. In de basisberoepsgerichte leerweg en indien van toepassing de kaderberoepsgerichte leerweg: de digitale afname van de algemene vakken.
3. In de gemengde en theoretische leerweg het centraal praktisch examen van kunstvakken 2, beeldende vakken.
b. In het v.w.o.: het centraal praktische examen van tekenen, handvaardigheid, textiele vormgeving.
Bij de centrale examens 2015 zijn de algemene hulpmiddelen toegestaan, zoals vermeld in bijlage 2A voor het vmbo en bijlage 2B voor havo en vwo.
Bij de centrale examens 2015 zijn met betrekking tot kandidaten met een beperking, bij toepassing van artikel 55 Eindexamenbesluit, Afwijking wijze van examineren, hulpmiddelen toegestaan, zoals vermeld in bijlage 3.
BB |
KB |
GL en TL |
havo |
vwo |
|
---|---|---|---|---|---|
Vanaf 1 januari |
cpe beeldend |
||||
Vanaf 16 maart |
cpe beeldend |
||||
Vanaf 30 maart |
cspe beroepsgericht, |
cspe beroepsgericht, |
cspe beroepsgericht |
||
Vanaf 30 maart |
digitale examens algemene vakken |
digitale examens algemene vakken |
Week 20 |
BB |
KB |
GL en TL |
havo |
vwo |
---|---|---|---|---|---|
ma 11 mei |
|||||
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.30 |
|||
nask 2 |
economie |
Nederlands |
|||
di 12 mei |
9.00–11.00 |
9.00–12.00 |
9.00–11.30 |
||
beroepsgericht GL1 |
kunst (b/d/d/m/a)2 |
tehatex |
|||
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.30 |
||
Frans |
Frans |
Nederlands |
m&o |
||
wo 13 mei |
9.00–11.00 |
9.00–11.30 |
9.00–12.00 |
||
beeldende vakken |
Duits |
kunst (b/d/d/m/a) 2 |
|||
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.30 |
||
Nederlands |
Nederlands |
biologie |
wiskunde A, B, C |
1 Gemengde Leerweg: beroepsgerichte vakken voertuigentechniek en transport & logistiek
2 kunst (beeldende vormgeving/ dans/ drama/ muziek/ algemeen)
Week 21 |
BB |
KB |
GL en TL |
havo |
vwo |
---|---|---|---|---|---|
ma 18 mei |
9.00–10.30 |
9.00–11.00 |
9.00–11.00 |
9.00–12.00 |
9.00–12.00 |
Nederlands |
geschiedenis |
geschiedenis |
geschiedenis |
geschiedenis |
|
13.30–15.00 |
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.00 |
13.30–16.30 |
|
nask 1 |
Engels |
Engels |
Frans |
natuurkunde |
|
di 19 mei |
9.00–10.30 |
9.00–11.00 |
9.00–11.00 |
9.00–12.00 |
9.00–12.00 |
economie |
Duits |
Duits |
filosofie |
Grieks |
|
13.30–15.00 |
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.00 |
13.30–16.30 |
|
geschiedenis |
wiskunde |
wiskunde |
Engels |
economie |
|
wo 20 mei |
9.00–10.30 |
9.00–11.00 |
9.00–11.30 |
9.00–11.30 |
|
Engels |
muziek |
tehatex |
Duits |
||
13.30–15.00 |
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.30 |
|
biologie |
aardrijkskunde |
aardrijkskunde |
wiskunde A, B |
biologie |
|
do 21 mei |
9.00–10.30 |
9.00–11.00 |
9.00–11.00 |
9.00–12.00 |
9.00–12.00 |
wiskunde |
maatschappijleer 2 |
maatschappijleer 2 |
maatschappij-wetenschappen |
aardrijkskunde |
|
13.30–15.00 |
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.00 |
|
Duits, Frans |
nask 1 |
nask 1 |
scheikunde |
Engels |
|
vr 22 mei |
9.00–10.30 |
9.00–11.00 |
9.00–11.30 |
9.00–12.00 |
|
aardrijkskunde |
dans, drama |
muziek |
Latijn |
||
13.30–15.00 |
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.30 |
|
maatschappijleer 2 |
economie |
economie |
m&o |
maatschappij-wetenschappen |
Week 22 |
BB |
KB |
GL en TL |
havo |
vwo |
---|---|---|---|---|---|
di 26 mei |
9.00–12.00 |
9.00–12.00 |
|||
aardrijkskunde |
filosofie |
||||
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.00 |
|||
biologie |
biologie |
Frans |
|||
wo 27 mei |
9.00–11.00 |
9.00–11.30 |
|||
Fries |
muziek |
||||
13.30–15.00 |
13.30–15.30 |
13.30–15.30 |
13.30–16.30 |
13.30–16.30 |
|
Spaans, Turks, Arabisch |
Spaans, Turks, Arabisch |
Spaans, Turks, Arabisch |
natuurkunde |
scheikunde |
|
do 28 mei |
9.00–11.30 |
9.00–11.30 |
|||
Fries, Russisch |
Fries, Russisch |
||||
13.30–16.00 |
13.30–16.00 |
||||
Spaans, Turks, Arabisch |
Spaans, Turks, Arabisch |
||||
vr 29 mei |
Vanaf deze datum ruimte voor eventuele toepassing ‘Continuïteitsplan centrale examens’3 |
3 Continuïteitsplan centrale examens
Voor eventualiteiten waarbij de geheimhouding van de examens geschonden is of afname niet mogelijk is, treedt een Continuïteitsplan in werking.
In het meest ingrijpende noodscenario kunnen één of meer centrale examens worden uitgesteld en kan het eerste en tweede tijdvak zich uitstrekken tot het moment van de aanvang van de vroegste zomervakantie (aanvangsdatum 4 juli 2015, volgens het overzicht schoolvakanties schooljaar 2014-2015 van het ministerie van OCW).
Tweede tijdvak 2015 centrale examens
Het tweede tijdvak begint op:
3 juni in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde leerweg (beroepsgerichte programma's)
16 juni in de andere vormen van onderwijs; (schriftelijke examens)
De einddatum voor afname cspe beroepsgericht in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde leerweg (beroepsgerichte programma's) en algemene vakken in de basisberoepsgerichte leerweg is 17 juni.
In maart 2015 wordt bekendgemaakt op welke dagen en tijdstippen de centrale examens in het tweede tijdvak worden afgenomen.
De examenafname van de aangewezen vakken door de staatsexamencommissie zal op 19 juni plaatsvinden. Het besluit welke vakken dit zijn wordt in maart 2015 gepubliceerd.
Ten opzichte van 2014 wijzigt er in 2015 niets bij de hulpmiddelen voor het vmbo.
Aandachtspunten:
• In 2015 is de 1e editie van BINAS niet langer toegestaan bij nask1 en nask2. Wel toegestaan (en nodig) is de 2eeditie. Dit gold ook al in 2013 en 2014;
• Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands.
vak |
leerweg |
hulpmiddel |
---|---|---|
Alle vakken |
Alle leerwegen |
Basispakket, bestaande uit: – Schrijfmateriaal incl. millimeterpapier – tekenpotlood – blauw en rood kleurpotlood – liniaal met millimeterverdeling – passer – geometrische driehoek – vlakgum – elektronisch rekenapparaat (zie 3.3) |
Alle schriftelijke examens |
Alle leerwegen |
Woordenboek Nederlands (zie 3.1) |
Fries, Moderne vreemde talen |
Alle leerwegen |
Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal c.q. naar en van Fries (zie 3.2); Engels (op verzoek kandidaat) woordenboek Engels-Engels in plaats van Engels-Nederlands |
Papieren cse’s Nederlands |
Alle leerwegen |
Voorbeeld briefsjabloon Nederlands (zie 3.3) |
Papieren cse Engels |
GL/TL |
Voorbeeld briefsjabloon Engels (zie 3.3) (In de papieren cse’s Engels BB en KB komen geen schrijfopdrachten voor.) |
Frans |
BB en KB |
computer |
wiskunde |
Alle leerwegen |
Naast of in plaats van de geometrische driehoek: een windroos Roosterpapier in cm2 |
nask 1, nask 2 |
Alle leerwegen |
Door CvE goedgekeurd informatiemateriaal (zie 3.5) |
Muziek, dans, drama |
GL, TL |
computer |
Cspe beroepsgericht en cpe beeldend |
BB en KB (cspe), GL en TL (cpe beeldend) |
De informatie over de benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen bij de praktische opdrachten van het cspe wordt elk jaar in de instructie voor de examinator meegedeeld. Het gebruik van een woordenboek Nederlands is bij deze praktische examens niet toegestaan |
Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens; dus
NIET: bij cspe’s (ook niet bij de minitoetsen) en bij het cpe beeldend GL/TL
WEL: bij cse's beroepsgericht in de gemengde leerweg en bij het cse beeldend GL/TL
In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een
woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat).
Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.
Waar de spelling van het Nederlands wordt beoordeeld, zijn alleen schrijfwijzen volgens de huidige officiële spellingsregels toegestaan.
Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. In situaties zoals het voorbeeld bij het vak muziek is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.
Bij Fries en de moderne vreemde talen is een woordenboek naar én een woordenboek vanuit Fries c.q. de moderne vreemde taal toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is zinvol bij centrale examens die een onderdeel schrijfvaardigheid bevatten: GL/TL Engels, BB en KB Frans en computerexamens Engels en Duits BB en KB. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.
Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands.
Bij de centrale examens Engels GL/TL, Nederlands GL/TL en in de papieren centrale examens Nederlands BB en KB komt een schrijfopdracht voor. Soms in de vorm van een brief die de kandidaat moet schrijven. De kandidaat mag bij deze examens een computer met tekstverwerker gebruiken, maar niet alle scholen bieden deze mogelijkheid. De kandidaten die het examen in een tekstverwerker maken hebben daarbij de toegang tot zogeheten briefsjablonen. Daarom wordt alle kandidaten de mogelijkheid geboden om een door het CvE verstrekte voorbeeld van een sjabloon te gebruiken. Dit briefsjabloon is te downloaden via een link in de septembermededelingen.
Bij wiskunde KB en GL/TL, nask 1 KB en GL/TL, nask 2 GL/TL en bij de cspe’s GL voor bouw-breed, bouwtechniek-metselen, bouwtechniek-timmeren, bouwtechniek-schilderen en bouwtechniek- fijnhoutbewerking moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen tevens beschikken over toetsen voor pi, x tot de ye macht, x kwadraat, 1/x en sin/cos/tan in graden (en hun inversen). Bij de overige vakken en bij alle vakken BB zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag, maar:
de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben: lichtnetaansluiting tijdens het examen, opladen tijdens het examen, schrijfrol, alarm of ander geluid, alfanumeriek (letters op scherm)*, grafieken weergeven, zend- of ontvanginstallatie.
Meerregeligheid van het scherm wordt in de criteria niet genoemd. Dit houdt in dat een meerregelige machine niet is verboden als hij aan de overige criteria voldoet. Wel is het zo dat de meerregelige machines mogelijkheden hebben die bij de eenregelige ontbreken, zoals het maken van tabellen. Bij de huidige centrale examens is niet gebleken is dat die extra mogelijkheden de kandidaat voordeel bieden.
Ook bij de digitale centrale examens is de rekenmachine een toegestaan hulpmiddel.
* Bedoeld is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld met de mobiele telefoon wel kan. De letters ‘sin’ als afkorting van sinus worden in dit verband dus niet als alfanumeriek beschouwd.
Bij het centraal examen nask 1 in alle leerwegen en nask 2 in de gemengde en theoretische leerweg heeft de kandidaat op het centraal examen informatiemateriaal nodig. Goedgekeurd zijn:
Voor BB: BINAS vmbo-basis, informatieboek nask 1 (2e editie, ISBN 978-90-01-80067-3)
Voor KB en GL/TL: BINAS vmbo-kgt, informatieboek voor nask 1 en nask 2 (2e editie, ISBN 978.90.01.80069.7)
Bij de exameneenheid Meetkunde van het centraal examen wiskunde in BB, KB en GL/TL moet de kandidaat enkele oppervlakte- en inhoudsformules kunnen toepassen, de kandidaat hoeft deze formules echter niet te kennen (zie de syllabus). Bij de examens BB worden de formules vermeld in het examen bij de opgave(n) waarvoor en indien zij relevant zijn. De kandidaat moet eenvoudige meetkundige berekeningen (zoals de oppervlakte in een rechthoekige driehoek) ook moet kunnen uitvoeren zonder de bijgeleverde formule.
Bij de examens KB en GL/TL worden alle formules opgesomd in één tabel in het examen.
Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten, kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Op www.cve.nl : Home Publicaties Overig staan aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei willen inzetten.
Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen. Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op de computer, is o.m. een (papieren) woordenboek toegestaan. Uit een kleine praktijkproef is gebleken dat deze op het eerste gezicht wellicht anachronistische oplossing goed uitvoerbaar is.
De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen. Een kandidaat die bij een vak een voor dat vak toegestaan hulpmiddel gebruikt, is niet in overtreding. Een kandidaat die zonder het hulpmiddel aan het examen wenst deel te nemen, mag echter niet op grond van het ontbreken van het hulpmiddel de toegang worden ontzegd.
De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de Binas bij nask 1 en nask 2: het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle informatie heeft gememoriseerd. Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander. Bij examens moderne vreemde talen zonder schrijfvaardigheid is een woordenboek naar de vreemde taal eigenlijk overbodig – het is slechts toegestaan om de regelgeving eenvoudig te houden (bij examens met schrijfvaardigheid is het immers weer wel zinvol), en ter voorkoming van veronderstelde rechtsongelijkheid ten opzichte van kandidaten die beschikken over beide delen in één band.
Door scholen wordt soms gevraagd of de school de hulpmiddelen ter beschikking moet stellen, of dat aan de kandidaat kan worden gevraagd ze mee te nemen. Dat is ter keuze aan de school.
• Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands.
• In 2015 is bij zowel het centraal examen aardrijkskunde havo als vwo alleen de 54e druk van de Bosatlas toegestaan.
• De grafische rekenmachine is voor M&O havo in 2015 NIET MEER toegestaan. De eenvoudige rekenmachine uit het basispakket uiteraard wel.
• Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma economie vwo is de grafische rekenmachine NIET toegestaan, de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket uiteraard wel.
• In 2015 wordt op de havo voor het eerst op alle scholen biologie geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma.
• Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma biologie havo zijn Biodata en Binas 5e druk NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma biologie havo (bezem in 2015) zijn Biodata en Binas 5e druk WEL toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan.
• In 2015 wordt op de havo voor het eerst op alle scholen natuurkunde geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma.
• Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma natuurkunde havo zijn Binas 5e druk en de grafische rekenmachine NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan evenals uiteraard de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma natuurkunde havo (bezem in 2015) zijn de grafische rekenmachine en Binas 5e druk wel toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan.
• In 2015 wordt op de havo voor het eerst op alle scholen scheikunde geëxamineerd volgens het nieuwe examenprogramma.
• Bij het centraal examen volgens het nieuwe examenprogramma scheikunde havo zijn Binas 5e druk en de grafische rekenmachine NIET toegestaan. Binas 6e druk is WEL toegestaan evenals uiteraard de eenvoudige rekenmachine uit het basispakket. Bij het centraal examen volgens het oude examenprogramma scheikunde havo (bezem in 2015) zijn de grafische rekenmachine en Binas 5e druk wel toegestaan. Binas 6e druk is bij het bezemexamen NIET toegestaan.
Vak |
Havo en vwo |
---|---|
Alle vakken |
Basispakket (zie 3.3) |
Alle schriftelijke examens |
Woordenboek Nederlands (zie 3.1) |
Latijn, Grieks |
Latijns resp. Grieks woordenboek (zie 3.2) |
Fries, moderne vreemde talen |
woordenboek naar en van de doeltaal (zie 3.2); Engels (op verzoek kandidaat) woordenboek Engels-Engels in plaats van Engels-Nederlands |
Wiskunde A, B, C |
– grafische rekenmachine (zie 3.4) – roosterpapier in cm2 |
Natuurkunde havo, Scheikunde havo |
Regulier (nieuw examenprogramma): – goedgekeurd informatieboek: Binas 6e druk Bezem: – grafische rekenmachine (zie 3.4) – goedgekeurd informatieboek: Binas 5e druk |
Natuurkunde vwo, Scheikunde vwo |
– Grafische rekenmachine (zie 3.4) – Goedgekeurd informatieboek: Binas 5e druk |
Biologie havo |
Regulier (nieuw examenprogramma): – Goedgekeurd informatieboek: Binas 6e druk Bezem: – goedgekeurd informatieboek: Biodata 2e druk óf Binas 5e druk |
Biologie vwo |
goedgekeurd informatieboek: Biodata 2e druk óf Binas 5e druk |
Economie vwo |
Pas op! Geen grafische rekenmachine voor reguliere examens havo en vwo economie. Grafische rekenmachine (zie 3.4) alleen nog voor bezemexamen vwo. |
Aardrijkskunde |
Door het CvE goedgekeurde atlas voor het CE in 2015 is de Grote Bosatlas: – 54e druk voor vwo – 54e druk voor havo |
Management & Organisatie |
Geen grafische rekenmachine voor reguliere examens havo. Laatste jaar grafische rekenmachine voor reguliere examens vwo. (zie 3.4) |
Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens.
In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een
woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat).
Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Waar spelling wordt beoordeeld (centraal examen Nederlands) zijn alleen schrijfwijzen volgens de huidige officiële spelling toegestaan.
Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. In situaties zoals het gegeven muziekvoorbeeld is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige. Voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.
Bij Fries en de moderne vreemde talen is een woordenboek vanuit én een woordenboek naar de moderne vreemde taal c.q. Fries toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is bij examens zonder schrijfvaardigheid (alle talenexamens havo en vwo) niet zinvol maar ook niet verboden. Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands.
Bij Latijn en Grieks is een woordenboek toegestaan en een grammaticaoverzicht (in het woordenboek of los) zonder voorbeeldzinnen en toelichting op het gebied van de syntaxis. Niet toegestaan is een woordenboek dat specifiek is toegesneden op een auteur aan wiens werk de vertaalopgave ontleend is.
Bij Grieks is het woordenboek van Ch. Hupperts toegestaan inclusief het hierin opgenomen grammatica-overzicht en de alfabetische werkwoordenlijst. Ook is het toegestaan dit grammatica-overzicht en deze alfabetische werkwoordenlijst (als los boekje uitgegeven onder de naam Compendium) naast een ander Grieks woordenboek te gebruiken.
Bij Latijn is het woordenboek Latijn-Nederlands van H. Pinkster toegestaan inclusief het daarin opgenomen grammaticaoverzicht. Ook is het toegestaan dit als los boekje uitgegeven grammaticaoverzicht naast een ander Latijns woordenboek te gebruiken.
Het standaard basispakket bij alle centrale examens bevat:
– schrijfmateriaal inclusief millimeterpapier
– tekenpotlood
– blauw en rood kleurpotlood
– liniaal met millimeterverdeling
– passer
– geometrische driehoek
– vlakgum
– elektronisch rekenapparaat
Bij de vakken zonder grafische rekenmachine is een machine met de basisbewerkingen voldoende. Meer bewerkingen zijn toegestaan, maar niet toegestaan is het gebruik van apparaten die:
a. op het lichtnet aangesloten moeten worden
b. tijdens het examen opgeladen moeten worden
c. geluidsoverlast bezorgen
d. zijn voorzien van een schrijfrol, alarminstallatie, dan wel zend- en/of ontvangstmogelijkheden
e. alfanumeriek zijn
f. grafieken kunnen weergeven in het afleesvenster
De meest recente toegestane grafische rekenmachines zijn:
– Casio FX-9750GII, FX-9860GII of FX-9860GII SD, CG20
– Hewlett Packard 39GII
– Sharp EL 9900
– Texas Instruments 83 plus, 84 plus silver edition of 84 plus C silver edition
– Texas Instruments TInSpire CX, alleen de versie zonder CAS (de TI-Nspire CAS is niet toegestaan). TI levert ook een opvallend oranje extern gemonteerde cradle waarmee communicatie met een externe computer mogelijk is. De cradle is bij het centraal examen niet toegestaan.
Oudere typen zijn ook toegestaan maar de kans bestaat dat sommige examenopgaven daarmee niet of minder goed te maken zijn. De grafische rekenmachines genoemd in de Regeling toegestane hulpmiddelen 2014 voldoen nog.
Verder geldt het volgende.
a. Een grafische rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden aangesloten of met
b. andere apparatuur worden verbonden.
c. Het is een kandidaat niet toegestaan tijdens het examen gebruik te maken van de grafische
d. rekenmachine van een andere kandidaat.
e. Het is niet toegestaan dat de kandidaat tegelijkertijd de beschikking heeft over twee grafische rekenmachines.
f. Het is niet nodig dat het geheugen van een grafische rekenmachine wordt gewist voor de aanvang van
g. een zitting van het centraal examen.
Voor de Binas uitgave (5e druk) voor havo/vwo is een erratum uitgegeven. Zie voor errata de site http://www.noordhoffuitgevers.nl ., > voortgezet onderwijs > zoeken op ‘Binas errata’. Het is toegestaan deze fouten in Binas te verbeteren.
Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten, kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Op cevo.nl staan aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei willen inzetten.
Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen. Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op de computer, is o.m. een ( papieren) woordenboek toegestaan.
De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen.
De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de atlas bij havo en vwo: in opgaven wordt concreet naar kaarten verwezen en het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle kaarten voldoende heeft gememoriseerd.
Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander.
Door scholen wordt soms gevraagd of de school de hulpmiddelen ter beschikking moet stellen, of dat aan de kandidaat kan worden gevraagd ze mee te nemen. Dat is ter keuze aan de school.
Als bij een hulpmiddel tussen twee opties kan worden gekozen (bijvoorbeeld Biodata en Binas bij biologie havo en vwo), dan mag de kandidaat slechts één van beide gebruiken. Twee woordenboeken Nederlands of twee grafische rekenmachines zijn evenmin toegestaan.
De regeling legt de toegestane hulpmiddelen vast voor het centraal examen. Er is geen voorschrift dat bij alle schoolexamens van een vak dezelfde hulpmiddelen zouden moeten worden voorgeschreven als bij het centraal examen. De school kan gegronde redenen hebben om bijvoorbeeld vast te leggen dat bij kleinere toetsen in de moderne vreemde talen geen woordenboek is toestaan, of dat bij sommige toetsen in een vak met grafische rekenmachine het geheugen vooraf wordt gewist (of volstaan moet worden met een eenvoudige grafische rekenmachine). De school kan omgekeerd ook bij schoolexamentoetsen hulpmiddelen toestaan die in het centraal examen niet zijn toegestaan.
Sinds 2013 wordt door het CvE jaarlijks bij het begin van het cursusjaar een brochure gepubliceerd over regels, levering en achtergronden bij het afleggen van het centraal examen door leerlingen met een beperking. De up to date brochure voor het centraal examen 2015 verschijnt in september 2014. De brochures van voorgaande jaren (zoals september 2013 voor het centraal examen 2014) bevatten relevante achtergrondinformatie ook voor de school die zich al voor september 2014 op de hoogte wil stellen van de mogelijkheden bij het centraal examen 2015. Voor de exacte regels bij het centraal examen in 2015 geldt deze regeling met als achtergrond de brochure die in september 2014 verschijnt.
Ten behoeve van de toegankelijkheid van de school- en centrale examens voor leerlingen met een beperking kan de directeur op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit aanvullende maatregelen treffen, die passen binnen de kaders van de examinering. Ten behoeve van de centrale examinering biedt het College voor Examens aangepaste examens aan met dezelfde exameneisen, die het mogelijk maken de exameneisen te toetsen bij kandidaten met een beperking. In deze bijlage wordt het aanbod van aangepaste examens beschreven met de daarbij behorende afnameregels. Deze vallen onder, en binnen het kader van, de algemene regels in artikel 55 van het Eindexamenbesluit. De algemene regels zoals verwoord in dit artikel van het Eindexamenbesluit (onder andere omtrent tijdverlenging, melding aan de inspectie en aanwezigheid van een deskundigenverklaring) zijn ook van toepassing bij het gebruik van door het College voor Examens geleverde aangepaste examens.
Kandidaten met een visuele beperking
De centrale examens en de rekentoets worden door CvE op bestelling geleverd in een format dat zich leent voor de hulpmiddelen die door kandidaten met een visuele beperking worden gebruikt. Daarbij wordt het examen ook verder inhoudelijk geschikt gemaakt voor de kandidaat met een visuele beperking, Het aangepaste examen gaat vergezeld van een aangepast beoordelingsvoorschrift.
De directeur meldt in het kader van de bestelling van examens (voor 1 november voorafgaand aan het centraal examen) bij DUO via een speciaal bestelformulier de noodzaak van levering van een aangepast examen. CvE neemt met de school na ontvangst van de bestelling contact op voor het noodzakelijke maatwerk. Als de noodzakelijke aanpassingen zouden moeten leiden tot een volledig herzien examen, kan CvE in plaats daarvan besluiten tot het aanstellen van een gecommitteerde die samen met de examinator van de kandidaat een vervangend mondeling afneemt. Dat zal in ieder geval gebeuren bij examinering van kunst (algemeen) op havo en vwo voor kandidaten met een visuele beperking.
Kandidaten met een auditieve beperking
Voor kandidaten met een auditieve beperking levert het College voor Examens waar nodig een aangepast centraal examen. Middels een speciaal formulier meldt de directeur aan DUO in het kader van de bestelling van centrale examens voor 1 november voorafgaand aan de afname van het centraal examen de noodzaak van een voor de kandidaat met een auditieve beperking aangepast examen. Als de aanpassing noopt tot een volledige herziening van het examen, kan het College voor Examens besluiten een gecommitteerde aan te wijzen. .De examinator en gecommitteerde nemen in overleg een examen af dat past op de exameneisen en waarin rekening wordt gehouden met de beperking van de kandidaat.
NB dit is alleen van toepassing bij digitale examens of bij examens met de computer als noodzakelijk hulpmiddel. Bij de digitale rekentoets is geen aanpassing nodig.
Kandidaten met dyslexie
Voor kandidaten met dyslexie levert het College voor Examens het volgende:
Voor digitale examens (en de digitale rekentoets) een dyslexievariant waarin kunstmatige spraak of ingesproken tekst is toegevoegd.
Voor papieren examens, naar keuze van de directeur, waarbij de keuze per kandidaat kan verschillen:
– een bestand op CD-ROM (Daisy-CD) met de gesproken tekst van het examen (natuurlijke stem of spraaksynthese), te gebruiken naast een papieren examen in een Daisyspeler of op de computer
– een examenbestand in pdf geschikt voor spraaksynthese (tekst naar spraak via de computer); daarbij kan de kandidaat de tekst lezen op het scherm van een computer en tegelijkertijd desgewenst in spraak omzetten.
Als Daisy en spraaksynthese-pdf geleverd kunnen worden, bepaalt de directeur welke vorm voor de kandidaat geschikt is. Als de geschikte vorm in een tijdvak niet leverbaar is, moet worden voorzien in een voorlezer (individuele voorleeshulp).
Kandidaten met kleurenblindheid
Voor kandidaten met kleurenblindheid worden geen aangepaste examens geleverd. Voor kleurenblinde kandidaten kan een opzoekhulp worden ingezet die op verzoek van de kandidaat de kleur van een door de kandidaat aangewezen vlakdeel benoemt, of een door de kandidaat aangewezen kleur aanwijst in examen of hulpmiddel
Kandidaten met dyscalculie
Nadere informatie over de aanpassingen in examens en hulpmiddelen bij dyscalculie volgt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 oktober 2014.
Kandidaten met een zware lichamelijke beperking
Als door een zware lichamelijke beperking de gangbare vorm van het examen niet bruikbaar is, neemt de directeur contact op met CvE
Overige beperkingen
Indien de directeur van oordeel is dat de kandidaat redelijkerwijze aan de exameneisen kan voldoen maar de wijze van examineren de toegankelijkheid belemmert en het aanbod van aangepaste examens en de overige mogelijkheden waarover de directeur beschikt daarin niet voorzien, neemt hij contact op met CvE. Het CvE kan in overleg met de school besluiten dat een andere aanpassing dan bovengenoemde mogelijk is binnen het kader van de exameneisen. Het CvE kan ook besluiten dat naast bovengenoemde aangepaste uitvoeringen, andere aanpassingen kunnen worden geleverd. Indien dat gebeurt, wordt dat voor 1 november voorafgaand aan het centraal examen bekendgemaakt.
NB
onder de mogelijkheden waarover de directeur beschikt, vallen indien relevant ook de tijdverlenging met criteria uit artikel 55 van het Eindexamenbesluit, en maatregelen zoals het apart zetten van een kandidaat. Voor aanpassingen die mogelijk de inhoud van het examen raken en waarin niet is voorzien met de standaardlevering, is contact met CvE vereist. Het is gewenst en mogelijk om zo tijdig mogelijk contact op te nemen, zodat in het onderwijs en het schoolexamen met de mogelijke aanpassingen rekening kan worden gehouden. Tijdig contact kán betekenen dat voor een leerling die bijvoorbeeld examen havo aflegt, al contact wordt opgenomen bij het begin van het vierde leerjaar.
In de opsomming ontbreken aanpassingen in verband met dyscalculie. In de pilot met de rekentoets wordt onderzocht of aanpassingen wegens dyscalculie binnen de kaders van de exameneisen mogelijk en doeltreffend zijn. Als dat leidt tot integrale aanpassing (aangepaste levering en/of aanpassing in toegestane hulpmiddelen) valt dat onder de nadere aanvullingen genoemd onder ‘overige beperkingen’.
Met deze regeling worden het tijdstip en de duur van de toetsen voor de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens vwo, havo en vmbo in 2015 vastgesteld. Tevens worden regels gegeven met betrekking tot de hulpmiddelen die gebruikt mogen worden bij het maken van de opgaven.
In bijlage 1 is het rooster voor de centrale examens 2015 opgenomen.
De in het rooster in bijlage 1A opgenomen vakken in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg betreffende de centrale examens die op een vast moment worden afgenomen
Voor eventualiteiten waarbij de geheimhouding van de examens geschonden is of afname niet mogelijk is, treedt een Continuïteitsplan in werking.
In het meest ingrijpende noodscenario kunnen één of meer centrale examens worden uitgesteld en kan het eerste en tweede tijdvak zich uitstrekken tot het moment van de aanvang van de vroegste zomervakantie (aanvangsdatum 4 juli 2015, volgens het overzicht schoolvakanties schooljaar 2014–2015 van het ministerie van OCW).
Meivakantie: 2 mei t/m 10 mei
mei-vakantie: week 19; NB: In 2015 incidenteel week 19 i.p.v. week 18
Hemelvaart: do 14 mei
Blokdag: vr 15 mei
Pinksteren: 24 en 25 mei
Wekenfeest: 24 en 25 mei
Start zomervakantie, Noord 4 juli
Uitgangspunten bij het rooster v oor de centrale examens
• Er wordt uitgegaan van wisseling van het rooster per jaar (een zelfde soort rooster komt eens in de drie jaar terug) gebaseerd op correctielast, en verdeling van exacte vakken, zaakvakken (zoals bijvoorbeeld geschiedenis) en talen;
• Een vak als Nederlands staat bij voorkeur voor in het rooster. Dit vak is correctie-intensief (open vragen, elke leerling heeft het vak) en iedereen start gelijk zodat scholen de gelegenheid hebben om op hetzelfde moment nog belangrijke zaken over de examenperiode mee te geven.
• Correctie-intensieve vakken worden zoveel mogelijk aan het begin van de examenperiode gepland zodat docenten tijd hebben voor de correctie. Dit zijn vakken met veel nakijkwerk door bijvoorbeeld open vragen. Daarnaast worden overeenkomstige vakken havo/wvo over het rooster gespreid, omdat het veel voorkomt dat een zelfde docent het werk van deze twee groepen nakijkt.
• Er moet rekening gehouden worden met bepaalde vakken die ook op de scholen in Caribisch Nederland worden afgenomen en daardoor alleen op de middag gepland worden.
• De inzet is om zoveel als mogelijk een exact- of zaakvak naast een taal- of kunstvak in te plannen.
activiteit |
vmbo, beroepsgericht |
vmbo, algemeen |
vwo/havo |
---|---|---|---|
inzending deelscores aan Cito cspe |
uiterlijk 18 mei |
– |
– |
inzending deelscores aan Cito cse GL beroepsgericht |
uiterlijk 19 mei |
– |
– |
inzending deelscores aan Cito vakken t/m 20 mei |
– |
uiterlijk 25 mei |
|
inzending deelscores aan Cito vakken t/m 27 mei |
– |
Uiterlijk 1 juni |
|
inzending deelscores aan Cito vakken 28 mei |
– |
Uiterlijk 2 juni |
|
bekendmaking normen (08.00 uur) |
3 juni |
11 juni |
11 juni |
aanmelding 2e tijdvak aangewezen vakken (staatsexamen, aanmelden bij DUO Examendiensten) |
uiterlijk maandag 15 juni, 17.00 uur |
||
tweede tijdvak school |
vanaf 16 juni |
||
tweede tijdvak aangewezen vakken (staatsexamen) |
19 juni |
19 juni |
|
levering deelscores aan Cito tweede tijdvak |
niet |
23 juni |
|
bekendmaking normen tweede tijdvak |
30 juni 08.00 uur |
||
begin zomervakanties (regio noord) |
4 juli |
In bijlage 2A en 2b zijn de algemene hulpmiddelen opgenomen die zijn toegestaan bij de centrale examens 2015 voor respectievelijk vmbo en havo/vwo. In bijlage 3 zijn hulpmiddelen opgenomen met betrekking tot kandidaten met een beperking bij toepassing van artikel 55 Eindexamenbesluit, Afwijking wijze van examineren.
Bij alle schriftelijke examens is een eendelig verklarend Nederlands woordenboek toegestaan. Een verklarend woordenboek kan verschillende vormen hebben. Een standaard woordenboek verklaart het Nederlandse woord met een omschrijving in het Nederlands. Het vmbo-beeldwoordenboek geeft een verklaring in de vorm van eenvoudige plaatjes. Er zijn ook speciale verklarende woordenboeken voor kandidaten voor wie het Nederlands de tweede taal is. Deze beide meer speciale woordenboeken zijn ook toegestaan. De regeling staat ook een andere vorm van verklaring toe: een woordenboek dat het Nederlandse woord verklaart door te vertalen in een taal die door de kandidaat goed wordt beheerst, bijvoorbeeld zijn thuistaal. Een woordenboek Nederlands-Spaans mag op grond van de regeling door de school worden toegestaan.
Bij examens door een school of instelling is deze verantwoordelijk voor de afname en de toegestane en gebruikte hulpmiddelen binnen de kaders van de regeling hulpmiddelen. De school kan bepalen dat het woordenboek door de school wordt verstrekt of dat de kandidaten hun woordenboek meenemen dat ter zitting wordt gecontroleerd. Als een kandidaat een van de schoolstandaard afwijkende vorm van het woordenboek wil gebruiken (bijvoorbeeld Nederlands-Spaans, of een beeldwoordenboek), dan kan de school van de kandidaat verwachten dat hij dat tijdig (een voldoende aantal schooldagen voor aanvang van het centraal examen) aan de school kenbaar maakt. De school heeft dan voldoende tijd om na te gaan of deze vorm toegestaan is en – indien de school dit wenst – na te gaan of deze vorm in het belang van de kandidaat is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-24311.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.