Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 juli 2013, nr. 136397-107660-MEVA, houdende wijziging van de Regeling Gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met het invoeren van een vergoeding van een toegangsmiddel

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 21, tweede en derde lid, van het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 6 van de Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Voor een toegangsmiddel wordt een vergoeding voor drie jaar in rekening gebracht van:

    • a. 357 euro voor een pas.

    • b. 522 euro voor een certificaat.

  • 2. De vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen periodiek worden geïndexeerd.

  • 3. Restitutie van betaalde vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, is niet mogelijk, tenzij naar het oordeel van Onze Minister sprake is van een omstandigheid die niet kan worden toegerekend aan degene ten behoeve van wie de pas of het certificaat is geproduceerd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Bij de introductie van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (hierna: wet), in 2008, is gemeld dat toegangsmiddelen de eerste drie jaar kosteloos zouden zijn. Per 1 juli 2013 wordt een vergoeding ingevoerd voor de toegangsmiddelen, oftewel de passen en de certificaten. De vergoeding bedraagt 357 euro voor een pas en 522 euro voor een certificaat. Deze vergoeding is voor drie jaar. Vooruitbetaling van de middelen geschiedt voor de gehele looptijd van drie jaar. Restitutie van betaalde vergoedingen is niet mogelijk, behalve in uitzonderlijke gevallen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin het CIBG dan wel zijn leveranciers een duidelijk aanwijsbare fout in de productie of aflevering hebben gemaakt.

Het tarief is meerjarig kostendekkend en zonder winstoogmerk. De componenten van de aanvraagvergoeding zijn, kort gezegd, het verwerken en beoordelen van de aanvraag, productie van UZI-middelen, distributie en identiteitsvaststelling, procesondersteuning, materiaalkosten, kosten voor computersystemen, beveiling en toezicht.

Jaarlijks wordt de balans opgemaakt van de inkomsten en de uitgaven. Dit kan leiden tot indexeringen van de vastgestelde vergoedingen, die dan worden vastgelegd in de Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven