Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 2013, nr. WJZ/13048404, tot wijziging van de Subsidieregeling, starten, groeien en overdragen van ondernemingen (openstelling garantie ondernemingsfinanciering voor schadeverzekeraars)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 4, 17, eerste lid, 18, eerste lid, 19, 30, vierde en vijfde lid, 32, derde lid, en 34, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van hoofdstuk 3, paragraaf 3, wordt ‘Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering’ vervangen door: Garantie ondernemingsfinanciering.

B

Artikel 3.12f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘De in artikel 3.6 bedoelde adviescommissie heeft tevens tot taak’ vervangen door: Er is een Adviescommissie Kredietcommissie die tot taak heeft.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘Er is een Adviescommissie Kredietcommissie die tot taak heeft’ vervangen door: De commissie heeft tevens tot taak.

3. In het derde en vierde lid vervalt telkens de zinsnede ‘, genoemd in het tweede lid,’.

C

Artikel 3.12u, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt als financier aangewezen:

    • a. een bank;

    • b. een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

D

Artikel 3.12v, vijfde lid, vervalt.

E

In artikel 3.12z wordt ‘artikel 3.12f, tweede lid’ vervangen door ‘artikel 3.12f, eerste lid’ en wordt na ‘omtrent’ een zinsnede ingevoegd, luidende: de afwijzingsgronden voor aanvragen om het sluiten van een garantstellingsovereenkomst, bedoeld in de artikelen 22 en 24 van het Kaderbesluit EZ-subsidies indien met de financier nog geen garantstellingsovereenkomst is gesloten als bedoeld in paragraaf 2 of 3 en.

F

Bijlage 3.12 wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel 3 wordt ‘GO GO’ vervangen door ‘GO’, wordt ‘paragraaf 3’ vervangen door ‘paragraaf 3b’ wordt ‘(hoofdstuk 3, paragraaf 2 van de SGO)’ vervangen door ‘(hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de SGO)’ en wordt na ‘GO of Groeifaciliteit’ een zinsnede ingevoegd, luidende: (hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de SGO).

G

Bijlage 3.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, onderdeel c, wordt na ‘bank’ een zinsnede toegevoegd, luidende: of schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

2. Artikel 2, tiende lid, vervalt.

3. In artikel 3, onderdeel f, wordt ‘€ 150.000.000’ vervangen door: € 50.000.000.

H

In bijlage 3.14, onderdeel 3, wordt ‘bank’ vervangen door ‘financier’ en wordt ‘€ 150.000.000’ vervangen door ‘€ 50.000.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 augustus 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Doel en aanleiding

In de loop van 2008 ontstond wereldwijd en dus ook in Nederland een ernstige (banken)crisis met forse uitwerking op de financiële markten. Tengevolge daarvan kwam het aanbod van bankkrediet voor ondernemingen in de knel, mede versterkt door een forse krimp van de economie, waardoor de resultaten van ondernemingen en daarmee hun kredietwaardigheid onder druk kwamen. In 2009 is de Garantie ondernemingsfinanciering (GO-regeling) in het leven geroepen om de toegang tot bankkrediet voor het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren. In de loop van 2010 is de regeling uitgebreid met een faciliteit ter zake van bankgaranties, te weten door banken af te geven garanties voor de nakoming van contractuele verplichtingen van de desbetreffende onderneming. In de praktijk betreft dit in hoofdzaak vooruitbetalings-, biedings- en uitvoeringsgaranties. Door de banken wordt, net als bij het verstrekken van leningen, het daaraan verbonden kredietrisico beoordeeld en daarna geaccepteerd of afgewezen.

Op het terrein van het stellen van garanties voor ondernemingen bewegen zich ook schadeverzekeraars. Ook zij bieden ondernemingen de gelegenheid om garanties te laten stellen. Zij ondervinden toenemende belangstelling voor hun aanbod, hetgeen (mede) veroorzaakt wordt door terughoudendheid van de banken bij hun risico-acceptatie.

Het aanbod van garanties door deze schadeverzekeraars draagt wezenlijk bij aan de financierbaarheid van het Nederlandse bedrijfsleven. Tot dusverre kunnen zij geen gebruik maken van de GO-regeling. De aanpassing van de regeling maakt het mogelijk dat schadeverzekeraars, met een daarvoor benodigde vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB), net als banken als financier in de zin van de regeling kunnen optreden. Schadeverzekeraars vallen op basis van de Wet op het financieel toezicht onder controle van DNB. De eisen aan de soliditeit van schadeverzekeraars zijn vergelijkbaar met de eisen die aan banken worden gesteld. Zonder specifieke vergunning van DNB voor het afgeven van garanties kan de schadeverzekeraar niet optreden in die markt en derhalve evenmin gebruik maken van de onderhavige regeling.

Om voor toelating tot de regeling in aanmerking te komen moeten alle financiers in de zin van de regeling, derhalve ook de schadeverzekeraars, voldoen aan de eisen die volgen uit de artikelen 22 en 24 van het Kaderbesluit EZ-subsidies. De eisen die volgen uit artikel 24, houden verband met de deskundigheid, betrouwbaarheid, integriteit en de financiële draagkracht en stabiliteit van de financier. Een adviescommissie zal de minister adviseren of voldaan wordt aan deze eisen.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enkele kleinere aanpassingen, waaronder van redactionele aard, door te voeren. Het betreft hier een nadere precisering van de adviescommissie die voor de advisering over toelating tot de regeling wordt aangewezen, het vervallen van de einddatum waarvoor een bankgarantie onder een goedgekeurde bankgarantiefaciliteit kan worden gebracht en het aanpassen van het aanvraagformulier en de garantstellingsovereenkomst aan de tekst van de regeling (ten dele als gevolg van de onderhavige wijziging). Tot slot wordt het opschrift van de GO gewijzigd, waardoor tot uitdrukking wordt gebracht dat de regeling niet langer als tijdelijke crisismaatregel is bedoeld.

Staatssteun

De onderhavige regeling leidt niet tot een wijziging van de voorwaarden voor de te financieren bedrijven en heeft derhalve geen effect in verband met staatssteun.

Administratieve lasten

Deze regeling leidt tot een geringe eenmalige stijging van de relatieve administratieve lasten. Door deze regeling kunnen andere financieringsinstellingen dan banken – te weten schadeverzekeraars – ook verzoeken om geaccrediteerd te worden. Strikt genomen zouden ongeveer 70 instellingen een verzoek tot accreditatie in kunnen dienen. De verwachting is echter dat maximaal vijf bedrijven van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. Aan de aanvraag tot toelating tot de regeling is een administratieve last verbonden van € 1.080. Omdat voor deze groep financiers een vergunning op grond van de Wet op het financieel toezicht reeds noodzakelijk is, is deze toelating relatief eenvoudig. Gerelateerd aan het totale borgstellingsplafond van € 400 miljoen maximaal op jaarbasis betekent dit een verwaarloosbare eenmalige relatieve toename van de administratieve lasten.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Deze afwijking is gerechtvaardigd en wenselijk, omdat het van belang is voor de doelgroep van de regeling dat er op korte termijn nieuwe financieringsmogelijkheden voor ondernemingen ontstaan.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven