Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 12 augustus 2013, nr. MinBuza-2013.235921, houdende wijziging van de Sanctieregeling Noord-Korea 2007

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 696/2013 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (Pb EG L 198);

Gelet op Besluit 2013/183/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2010/800/GBVB (Pb EG L 111);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Noord-Korea 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘3 bis,’ ingevoegd ‘3 ter,’ en wordt ‘en 11 bis’ vervangen door: 11 bis en 11 ter.

2. In het tweede lid wordt ‘de artikelen 5, 7, 8 of 9’ vervangen door: de artikelen 3 quater, 5, 7, 8 of 9.

B

Artikel 1a komt als volgt te luiden:

Artikel 1a

Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren naar entiteiten of personen in de Democratische Volksrepubliek Korea, of voor gebruik in de Democratische Volksrepubliek Korea, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

C

Aan artikel 2 wordt een vierde lid toegevoegd luidende:

  • 4. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quater van Verordening (EG) nr. 329/2007 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 696/2013 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (Pb EG L 198) en tot uitvoering van Besluit 2013/183/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2010/800/GBVB (Pb EG L 111).

De beperkende maatregelen jegens Noord-Korea zijn door bovengenoemde verordening en bovengenoemd besluit gewijzigd.

  • Het verbod op het verstrekken van technische opleiding, advies, diensten of technische ondersteuning van verboden goederen wordt uitgebreid met andere bemiddelingsdiensten;

  • Het verbod op het verstrekken van financiële diensten wordt uitgebreid met een extra criterium en een aantal personen en entiteiten;

  • Het is verboden bankrekeningen te openen in Noord-Korea en het is tevens verboden om bankrelaties te onderhouden wanneer redelijkerwijs kan worden vermoed dat dit zou kunnen bijdragen tot de verboden activiteiten van Noord-Korea zoals kernwapensprogramma’s, massavernietigingswapens of ballistische raketten;

  • Vrachten afkomstig uit Noord-Korea of bestemd voor Noord-Korea moeten worden geïnspecteerd wanneer redelijkerwijs kan worden vermoed dat de betrokken vracht verboden goederen bevat; en

  • Een vliegverbod over, alsmede en landigingsverbod en een verbod om te vertrekken, van het grondgebied van de Europese Unie indien redelijkerwijs kan worden vermoed dat de vracht bestaat uit verboden goederen.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/exportcontrole .

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

Naar boven