Bouwnijverheid 2013/2014

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 augustus 2013 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Bouwnijverheid

UAW Nr. 11454

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van het Technisch Bureau Bouwnijverheid namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, Aannemers Vereniging Metselwerken (AVM), Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV), Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland (Bovatin), Nederlandse Vereniging van Kitverwerkende Bedrijven (NVK), Vereniging Wapeningsstaal Nederland (VWN), Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB), Vereniging van Infrabedrijven MKB INFRA, Boorinfo Branche Vereniging, Noordelijke vereniging Burgerlijke- en Utiliteitsbouw, Vereniging Kalkzandsteen Lijmbedrijven (VKL), VERAS, Vereniging voor aannemers in de sloop, Ondernemersorganisatie MKB Bouw, Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland (OBN), NVB, vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers, Vereniging van Waterbouwers;

Partij(en) ter andere zijde: FNV Bouw en CNV Vakmensen.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Bouwnijverheid 1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 42a lid 8 komt te luiden:

‘Artikel 42a: Garantielonen bouwplaatswerknemers

  • 8.

    • a. In afwijking van het in de voorgaande leden gestelde, betaalt de werkgever een werknemer die nog nooit in de bouw heeft gewerkt en die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt, maximaal voor de periode van een jaar een loon volgens de inloopschaal.

      Deze afwijking geldt niet voor de werknemer die:

      • een BBL 2- of BBL 3-opleiding volgt of heeft afgerond;

      • in het bezit is van een diploma van het SOMA-college.

    • b. De lonen behorend bij de inloopschaal (tabel IV, bijlage 10a), worden als volgt berekend. Gedurende de eerste 26 weken van het dienstverband geldt een schaalloon van het Wettelijk Minimum (Jeugd)Loon vermeerderd met 25% van het verschil tussen het Wettelijk Minimum (Jeugd)Loon en het loon volgens tabel I functiegroep A voor de vakvolwassen werknemer of tabel III ‘zonder vakopleiding’ voor de jeugdige werknemer. Gedurende de tweede 26 weken van het dienstverband bedraagt dit verhogingspercentage 50%.’

Aan artikel 42c wordt een nieuw lid 3 toegevoegd dat komt te luiden:

‘Artikel 42c: Garantielonen bouwplaatswerknemers in BBL 3

  • 3.

    • a. Een van de voorgaande leden afwijkend loon geldt voor de werknemer die

      • in de periode van 1 mei 2013 tot 1 november 2013 met een BBL 3-opleiding begint/is begonnen; én

      • op 1 januari 2013 een BBL 2-opleiding volgde; én

      • vóór 1 november 2013 het diploma van deze BBL 2-opleiding heeft gehaald.

    • b. Het loon van de jeugdige werknemer bedoeld onder 3a. is geënt op het vakvolwassen garantieloon van functiegroep B, rekening houdend met de staffel die geldt indien bij de leeftijd één jaar wordt bijgeteld. Het aldus bepaalde loon komt overeen met het loon dat is vermeld in de kolom ‘met BBL 2’ van tabel III. De werkgever zal aan de jeugdige werknemer per gewerkt uur minimaal het uurloon betalen dat volgens deze kolom geldt.

    • c. De werkgever zal aan de vakvolwassen werknemer bedoeld onder 3a. minimaal het loon van functiegroep B betalen.’

Artikel 43 lid 5 komt te luiden:

‘Artikel 43: Salarisschalen uta-werknemers

  • 5.

    • a. Ter bevordering van de arbeidsparticipatie van diegenen die langer dan 8 maanden achtereen niet in dienstverband werkzaam zijn geweest is naast de in lid 2 genoemde salarisschalen een inloopschaal opgenomen, gelegen op een niveau tussen het wettelijk minimumloon en schaal 1 voor uta-werknemers van 22 jaar en ouder.

    • b. De werkgever kan werknemers als bedoeld onder 5.a. in afwijking van de onder lid 2 genoemde salarisschalen gedurende het eerste jaar van hun dienstverband een salaris betalen overeenkomstig de betreffende tabel (tabel 3) van bijlage 10b.

    • c. De salarissen, genoemd in tabel 3 van bijlage 10b worden als volgt berekend. Gedurende het eerste halfjaar van het dienstverband bedraagt het salaris het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 25% van het verschil tussen dit wettelijk minimumloon en het minimum van functieniveau 1 van tabel 1, zoals opgenomen in de betreffende tabel van bijlage 10b. Gedurende het tweede halfjaar van het dienstverband bedraagt het salaris het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 50% van het hierboven genoemde verschil.’

BIJLAGE 3: TOEPASSING CAO VOOR DE BOUWNIJVERHEID VOOR BUITENLANDSE ARBEIDSKRACHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7

DEEL I: INVENTARISATIE EN UITWERKING TOEPASSELIJKE BEPALINGEN

In tabel 2 komt het onderdeel ‘Artikel 42a t/m 42d’ te luiden:

‘Tabel 2: Uitwerking van toepassing zijnde bepalingen

Artikel

Van toepassing zijnde delen

Artikel 42a t/m 42d: Garantielonen bouwplaatswerknemers

Zie aparte uitwerking in deel III van deze bijlage.

42a lid 8a: ‘In afwijking van het in de voorgaande leden gestelde, betaalt de werkgever een werknemer, die nog nooit in de bouw heeft gewerkt en die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt, maximaal voor de periode van een jaar een loon volgens de inloopschaal.’

42a lid 8b

DEEL III: UITWERKING GARANTIELONEN BOUWPLAATSWERKNEMERS

Lid 2 onder ‘uitwerking garantielonen voor vakvolwassenen’ komt te luiden:

‘Uitwerking garantielonen voor vakvolwassenen
  • 2. Inloopschaal vakvolwassen werknemers

    In afwijking van het bepaalde onder 1 betaalt de werkgever een werknemer die nog nooit in de bouw heeft gewerkt en die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt, maximaal voor de periode van een jaar, een loon volgens de inloopschaal. Deze afwijking geldt niet voor een werknemer die een vakopleiding in de bouw volgt of in het bezit is van een vakopleidingsdiploma (zie tabel IV, bijlage 10a).’

BIJLAGE 10A: LOONTABELLEN BOUWPLAATSWERKNEMERS

In bijlage 10a wordt tabel IV ingevoegd en komt te luiden:

‘Tabel IV: Inloopschaal bouwplaatswerknemers1

leeftijd

1e halfjaar

2e halfjaar

 

week

uur

week

uur

16

138,00

3,45

158,00

3,95

17

156,80

3,92

179,20

4,48

18

184,80

4,62

214,00

5,35

19

215,20

5,38

250,80

6,27

20

250,40

6,26

290,80

7,27

21

294,00

7,35

340,80

8,52

22

341,60

8,54

393,20

9,83

23 tot en met 26

380,00

9,50

418,80

10,47

X Noot
1

De bouwplaatswerknemer die niet eerder in de bouwnijverheid heeft gewerkt en die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt, mag maximaal een jaar lang worden betaald volgens deze inloopschaal. Dit geldt niet voor de bouwplaatswerknemer die een vakopleiding in de bouw volgt of in het bezit is van een vakopleidingsdiploma.’

BIJLAGE 10B: SALARISSCHALEN UTA-WERKNEMERS

Aan bijlage 10b wordt tabel 3 toegevoegd en komt te luiden:

‘Tabel 3: Inloopschaal uta-werknemers 22 jaar of ouder1

periode

leeftijd

 

22 jaar

23 jaar of ouder

1e halfjaar

1387,30

1553,54

2e halfjaar

1518,45

1629,28

X Noot
1

De uta-werknemer van 22 jaar of ouder die langer dan acht maanden achter elkaar niet als werknemer heeft gewerkt, mag het eerste jaar worden betaald volgens deze inloopschaal.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 13 augustus 2013

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes


X Noot
1

Stcrt. 2012, nr. 24953; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 mei 2013 (Stcrt. 2013, nr. 12738).

Naar boven