Vergunning ingevolge de Kernenergiewet aan Belastingdienst/Douane Landelijk Kantoor te Rotterdam, Agentschap NL

KENNISGEVING BESLUIT STRALINGSBESCHERMING

(terinzagelegging beschikking)

Vergunningaanvraag 2013/0565

De minister van Economische Zaken maakt bekend dat hij naar aanleiding van de aanvraag d.d. 19 mei 2013 van Belastingdienst/Douane Landelijk Kantoor te Rotterdam, ingevolge artikel 34 van de Kernenergiewet en het bepaalde in hoofdstuk 4 van het Besluit stralingsbescherming, een vergunning heeft verleend voor:

• het verrichten van handelingen met ioniserende straling uitzendende toestellen.

Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden om nadelige gevolgen voor mensen, dieren, planten en goederen te beperken.

Procedure

Voor de behandeling van bovengenoemde aanvraag is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure doorlopen, conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Naar aanleiding van de op 19 mei 2013 ontvangen vergunningaanvraag zijn vanaf 12 juni 2013 de aanvraag en de ontwerpbeschikking ter inzage gelegd. Hierop zijn geen zienswijzen ingediend. Ten opzichte van de ontwerpbeschikking is de definitieve beschikking op enkele punten gewijzigd. Het gaat om ambtshalve wijziging van voorschriften op het gebied van organisatie en deskundigheid.

Inzage aanvraag en definitieve beschikking

De aanvraag, het definitieve besluit en de overige relevante stukken liggen vanaf 15 augustus 2013, op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur (donderdag van 9.00 uur tot 13.30 uur) ter inzage bij:

Gemeente Rotterdam

Stadswinkel Centrum (Stadhuis Rotterdam)

Balie Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR)

Coolsingel 40

3011 AD Rotterdam

Desgewenst kan een mondelinge toelichting op de stukken worden verkregen bij Agentschap NL, Team Stralingsbescherming, op werkdagen van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 17.00 uur (telefoon 088 – 602 55 49).

Beroep

Ingevolge artikel 50 van de Kernenergiewet kan van 16 augustus 2013 tot en met 26 september 2013 beroep tegen de beschikking ingesteld worden door:

• a. belanghebbenden die zienswijzen naar voren hebben gebracht overeenkomstig artikel 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht;

• b. enige andere belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest overeenkomstig artikel 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht een zienswijze naar voren te brengen.

Het beroepschrift moet van een datum, de naam en het adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen deze beschikking beroep aantekent.

Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.

Indien gedurende de beroepstermijn bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een voorlopige voorziening wordt gevraagd, wordt de beschikking niet van kracht voordat op dat verzoek is beslist.