Vrijstelling geluidproductieplafonds spoorlijn Zutphen – Hengelo, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

KENNISGEVING

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu deelt, gelet op artikel 11.23 van de Wet milieubeheer, het volgende mee.

Spoorwegbeheerder ProRail heeft het verzoek van een spoorwegonderneming ingewilligd om extra vervoerscapaciteit toe te delen op het baanvak Zutphen – Hengelo. Daardoor treedt tussen Zutphen Twentekanaal aansluiting – Goor een overschrijding op van de geldende geluidproductieplafonds. ProRail maakt daarom voor dit baanvak gebruik van de mogelijkheid tot vrijstelling van de naleving van de geluidproductieplafonds die in artikel 11.23 van de Wet milieubeheer is geboden.

In overeenstemming met artikel 11.23, vierde lid, heeft ProRail dit gemeld aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Daarbij is gemotiveerd dat wordt voldaan aan de voorwaarden uit het eerste lid van genoemd artikel.

Een van die voorwaarden houdt in dat de berekende geluidproductie inclusief de extra vervoerscapaciteit niet meer zal bedragen dan 60 dB. Omdat in dit geval de extra inzet van goederentreinen op enkele referentiepunten zou kunnen leiden tot een geluidproductie van meer dan 60 dB, heeft de spoorwegonderneming besloten de goederentreinen om te bouwen naar stille goederentreinen en om, in afwachting van deze aanpassingen aan de treinen, de rijsnelheid te beperken tot maximaal 60 km/uur. Op deze wijze blijft de geluidproductie op alle referentiepunten onder de 60 dB en wordt voldaan aan de beschreven voorwaarde.

Conform het tweede lid van artikel 11.23 is deze vrijstelling voor het baanvak Zutphen Twentekanaal aansluiting – Goor eenmalig en geldt deze voor de kalenderjaren 2012 tot en met 2015.

Deze vrijstelling vloeit rechtstreeks voort uit artikel 11.23 van de Wet milieubeheer. Hiertegen is geen bezwaar of beroep mogelijk.

Naar boven