Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken van 1 juli 2013, nr. 396425, houdende de instelling van het team Urban Search and Rescue Nederland (Instellingsbesluit USAR.NL)

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. INSARAG:

International Search and Rescue Advisory Group, waarvan het secretariaat valt onder de Field Coordination Support Section van de Emergency Service Branch van het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs van de Verenigde Naties;

b. Richtlijn:

INSARAG Guidelines and Methodology, vastgesteld op grond van de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 57/170 van 16 december 2002 met betrekking tot Strengthening the effectiveness and coordination of international urban search and rescue assistance;

c. IFV:

Instituut Fysieke Veiligheid als bedoeld in artikel 66 van de Wet veiligheidsregio’s;

d. Veiligheidsregio:

veiligheidsregio als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s;

e. Ramp:

ramp als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s;

f. Minister:

Minister van Veiligheid en Justitie;

g. USAR.NL:

Urban Search and Rescue Nederland.

Artikel 2

  • 1. Er is een USAR.NL.

  • 2. USAR.NL heeft tot taak:

    • a. Het verlenen van integrale hulp in het land Nederland na een ramp waarbij mensen of dieren zijn ingesloten of bedolven;

    • b. Het na een ramp in het land Nederland opsporen, redden of in veiligheid brengen van mensen of dieren.

  • 3. In de in artikel 6 van dit besluit bedoelde gevallen kan USAR.NL ook buiten het land Nederland worden ingezet.

  • 4. USAR.NL voldoet aan de kwalificatie ‘heavy’, bedoeld in E 7.3 van de Richtlijn.

Artikel 3

  • 1. Aan het hoofd van USAR.NL staat de landelijk commandant USAR.NL.

  • 2. De landelijk commandant USAR.NL is verantwoordelijk voor de inzetbaarheid en gereedstelling van USAR.NL, draagt zorg voor de inzet van USAR.NL en heeft de leiding bij een inzet.

  • 3. Het beheer van USAR.NL berust bij het Instituut Fysieke Veiligheid.

Artikel 4

  • 1. De Minister benoemt en ontslaat de landelijk commandant USAR.NL en zijn plaatsvervanger, gehoord hebbende de leden van de Stuurgroep USAR.NL, bedoeld in artikel 8, met uitzondering van de landelijke commandant USAR.NL.

  • 2. De landelijk commandant USAR.NL legt jaarlijks schriftelijk verantwoording af over de taakuitvoering aan de Minister en zendt daarvan afschrift aan de Stuurgroep USAR.NL, bedoeld in artikel 8.

  • 3. De directeur Risico’s en Dreigingen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is focal point voor de INSARAG. Hij kan deze bevoegdheid mandateren aan de landelijk commandant, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5

De Minister beslist over de inzet van USAR.NL binnen het land Nederland.

Artikel 6

  • 1. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Buitenlandse Zaken beslist over de inzet van USAR.NL buiten het land Nederland en de daarbij geldende voorwaarden. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Buitenlandse Zaken laat zich hierbij adviseren door daartoe gemandateerde leden van het Kernteam USAR.NL, te weten:

    • a. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

    • b. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

    • c. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Defensie;

    • d. de landelijk commandant USAR.NL.

  • 2. De kosten van de inzet, bedoeld in het eerste lid, komen ten laste van de begroting van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • 3. De landelijk commandant USAR.NL legt na afloop van de inzet, bedoeld in het eerste lid, verantwoording af aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking alsmede over de kosten die zijn gemaakt bij de desbetreffende inzet.

Artikel 7

  • 1. Onverminderd de bevoegdheden van de landelijk commandant USAR.NL, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, staat USAR.NL bij de inzet in Nederland onder operationeel bevel van de burgemeester of van de voorzitter van de betrokken veiligheidsregio’s.

  • 2. Onverminderd de bevoegdheden van de landelijk commandant USAR.NL, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, staat USAR.NL bij de inzet in het buitenland onder operationeel bevel van de daartoe bevoegde lokale autoriteiten.

Artikel 8

  • 1. Er is een Stuurgroep USAR.NL die de Minister adviseert over beleid en beheer inzake USAR.NL.

  • 2. De Stuurgroep USAR.NL staat onder voorzitterschap van de directeur Weerbaarheidsverhoging van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en bestaat verder uit:

    • a. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

    • b. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

    • c. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Defensie;

    • d. een vertegenwoordiger van het Instituut Fysieke Veiligheid;

    • e. een vertegenwoordiger van de deelnemende veiligheidsregio’s;

    • f. de landelijk commandant USAR.NL;

    • g. de plaatsvervangend landelijk commandant USAR.NL.

  • 3. De Stuurgroep USAR.NL stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 4. Het secretariaat van de Stuurgroep USAR.NL berust bij het Instituut Fysieke Veiligheid.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit USAR.NL.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juli 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid,

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken, namens dezen, de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

TOELICHTING

Algemeen

Het Nederlandse Urban Search and Rescue team (hierna: USAR.NL) is in 2003 opgericht mede naar aanleiding van de aardbeving in Turkije (1999) en de vuurwerkramp in Enschede (2000). In het Kabinetsstandpunt Vuurwerk Enschede (Kamerstukken II, 27 157) is onder meer als actiepunt opgenomen dat er een bijstandseenheid voor opsporing en redding wordt opgericht, die zowel in binnen- als het buitenland inzetbaar is.

USAR.NL is opgezet in overeenstemming met de internationale richtlijnen die naar aanleiding van VN-resolutie 57/150 van 16 december 2002 ‘Strengthening the Effectiveness and Coordination of International Search and Rescue Assistance’ zijn ontwikkeld.

De International Search and Rescue Advisory Group (hierna: INSARAG) van de Verenigde Naties heeft USAR.NL geaccrediteerd als een ‘heavy’ team, één van de vijf USAR teams in Europa.

Met de inwerkingtreding van de Wet van 27 september 2012 tot wijziging van de Wet veiligheidsregio’s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de brandweer (Stb. 2012, 443), op 1 januari 2013, is onder meer de taak tot het verwerven, beheren en het aan de veiligheidsregio’s zo nodig ter beschikking stellen van materieel, uitrusting en telecommunicatievoorzieningen aan het Instituut Fysieke Veiligheid (hierna: IFV) opgedragen. Onder deze taak wordt tevens begrepen de ‘urban search and rescue’ beheerstaak.

Het onderhavige besluit strekt tot verduidelijking van de positie van USAR.NL in deze nieuwe opzet.

Artikelsgewijs

Artikel 1

USAR.NL heeft tot taak om, na een ramp waarbij mensen of dieren zijn ingesloten of bedolven, integrale hulp te verlenen in binnen- en buitenland en het opsporen, redden en in veiligheid brengen van mensen of dieren. Het team is opgebouwd en ingericht om onder bijzonder zware omstandigheden en langdurig reddingsoperaties uit te voeren. Er kan daarbij worden gedacht aan reddingsoperaties bij instortingen van gebouwen en tunnels, aardbevingen of aardverschuivingen, ongevallen in tunnels, orkanen of overstromingen.

USAR.NL is een zogeheten ‘heavy’ team in de termen van de richtlijnen van de INSARAG (zie www.insarag.org).

USAR.NL bestaat momenteel uit 141 personen en is multidisciplinair samengesteld: het bestaat op dit moment uit zoek- en redpersoneel, verpleegkundigen, speurhondenbegeleiders, ondersteunend personeel en leiding afkomstig uit de veiligheidsregio’s Zuid-Holland Zuid, Rotterdam-Rijnmond, Haaglanden en Hollands Midden, de Nationale Politie, het Ministerie van Defensie en het Medisch Centrum Haaglanden.

Artikel 2

Het beheer van USAR.NL berust bij het IFV. Dit brengt tevens met zich dat instandhoudingskosten van USAR.NL uit de bijdrage van de Minister van Veiligheid en Justitie aan het IFV voor de uitvoering van de bij wet opgedragen taken worden bekostigd (artikel 74 van de Wet veiligheidsregio’s). De opgedragen taken zijn opgesomd in artikel 68 van de Wet veiligheidsregio’s.

De verantwoordelijkheid van het IFV voor het beheer van USAR.NL bestaat uit:

  • a. het verwerven, beheren en in standhouden van de USAR.NL-uitrusting

  • b. aanstellen van de leden van USAR.NL, met uitzondering van de landelijk commandant en zijn plaatsvervanger, het verstrekken van toelagen en het opstellen van de benodigde detacheringsovereenkomsten.

De landelijk commandant heeft de leiding over USAR.NL en is verantwoordelijk voor de inzetbaarheid en gereedstelling van het team en is verantwoordelijk voor de uitvoering van een inzet en geeft leiding aan USAR.NL.

De samenwerking tussen de landelijk commandant en het IFV wordt nader geregeld in een convenant tussen deze twee partijen, met in achtneming van de kaders van dit besluit.

Artikelen 3 en 4

Deze bepalingen regelen de positie van de landelijk commandant USAR.NL.

USAR.NL staat onder leiding van de landelijk commandant USAR.NL. Hij wordt evenals zijn plaatsvervanger door de Minister van Veiligheid en Justitie en benoemd en ontslagen. Hiermee wordt de betrokkenheid van deze minister voor het optreden te lande tot uitdrukking gebracht.

De landelijk commandant rapporteert jaarlijks aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de taakuitvoering van USAR.NL (het jaarverslag USAR.NL). Een afschrift van dit jaarverslag wordt ook gezonden aan de Stuurgroep USAR.NL. Financiële verantwoording zal plaatsvinden via de verantwoording die het IFV jaarlijks zal afleggen aan de Minister van Veiligheid en Justitie over besteding van de lump-sum bijdrage ten behoeve van de wettelijke taken van het IFV.

De bevoegdheid tot inzet van USAR.NL binnen het land Nederland ligt bij de Minister van Veiligheid en Justitie. Er wordt uitdrukkelijk gesproken over het land Nederland omdat de Minister in voorkomende gevallen ook zal beslissen over de inzet op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Gelet op de Organisatieregeling van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de mandaatregelingen van het Ministerie is de desbetreffende bevoegdheid door de Minister van Veiligheid en Justitie toegekend aan de directeur Risico’s en Dreigingen. Deze zal voor de inzet binnen het Europese deel van Nederland mandaat verlenen aan de landelijk commandant USAR.NL.

De kosten van de inzet van USAR.NL komen voor rekening van het Ministerie van Veiligheid en Justitie dan wel de veiligheidsregio die om de inzet heeft verzocht. Op grond van artikel 55 van de Wet veiligheidsregio’s kan de Minister van Veiligheid en Justitie namelijk een bijdrage verlenen in de kosten die voor een gemeente voortvloeien uit de bestrijding van een ramp of de gevolgen van deze bestrijding. Onder omstandigheden en onder voorwaarden kan daartoe ook de inzet van USAR.NL worden gerekend.

Artikel 5

In de regel is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verantwoordelijk voor de inzet in landen die op de OESO-DAC lijst staan voor ODA-ontvangers, en de Minister van Buitenlandse Zaken voor de inzet in overige landen. De politieke realiteit en/of de relatie van het desbetreffende land met Nederland zal per geval bepalend zijn voor de vraag welke minister verantwoordelijk is.

Indien de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Buitenlandse Zaken besluit tot inzet buiten het land Nederland, volgt USAR.NL de Handleiding USAR.NL. Op de plaats van de ramp geschiedt de organisatie van de speur- en reddingswerkzaamheden volgens de richtlijnen van de Verenigde Naties. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Buitenlandse Zaken zal zich bij een eventuele inzet laten adviseren door het Kernteam USAR.NL dat is samengesteld uit door de functionarissen van de ministeries die bij de inzet zijn betrokken, alsmede de landelijk commandant. Aangezien Curaçao, Sint Maarten en Aruba autonome landen zijn binnen het Koninkrijk, en de openbare orde handhaving een eigen aangelegenheid van deze landen betreft, beslist ook hier de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingswerking of de Minister van Buitenlandse Zaken over de inzet.

Bij de inzet van USAR.NL in het buitenland komen de inzetkosten voor rekening van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Na afloop van elke uitzending rapporteert USAR.NL aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de inzet en de gemaakte kosten.

Artikel 6

Deze bepaling brengt tot uitdrukking welke taak op de landelijk commandant rust. De paraatheidseisen en een eisen ten aanzien van een adequate inzet zijn vastgelegd in de Handleiding USAR.NL. zoals vastgesteld door de landelijk commandant USAR.NL.

Hoewel USAR.NL bij een inzet onder operationeel bevel staat van de daartoe bevoegde lokale autoriteiten, kan de landelijk commandant niettemin besluiten dat het bijvoorbeeld onder omstandigheden niet verantwoord is om bepaalde speur- en reddingswerkzaamheden uit te voeren. Het ingezette team staat ter plaatse onder de operationele leiding van een aangewezen teamleader, onverminderd de bevoegdheden van de landelijk commandant USAR.NL.

Artikel 7

De Stuurgroep USAR.NL staat onder voorzitterschap van de directeur Weerbaarheidsverhoging en adviseert de Minister van Veiligheid en Justitie over de strategie en het beleid ten aanzien van USAR.NL. Daarnaast adviseert de Stuurgroep USAR.NL aan het IFV inzake beheer, dit in relatie tot voornoemde strategie en beleid.

Artikel 8

De terugwerkende kracht van dit besluit houdt verband met de instelling van het IFV.

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid,

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken, namens dezen, de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

Naar boven