Logo ZeistVerkeersbesluit instellen van verkeersmaatregelen in het kader van de herinrichting van de Panweg

Gemeente Zeist

Burgemeester en wethouders van Zeist,

Gelet op:

• de bepalingen van de Wegenverkeersweg 1994 (WVW 1994);

• de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

• de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

Overwegingen dat:

• de Panweg aan de noordzijde van Zeist tussen de Amersfoortseweg en de Bergweg is gelegen;

• de Panweg onderdeel uitmaakt van het hoofdwegennet van Zeist en een belangrijke verbinding vormt van en naar het centrum van deze kern;

• sinds 2012 wordt gewerkt aan het (deels) vernieuwen van het riool en de asfaltverharding van de Panweg;

• hierbij in het kader van ‘werk met werk maken’ (= minder hinder en meer efficiency) is besloten om gelijktijdig met deze onderhoudswerkzaamheden de groenstructuur

in de directe omgeving van de Panweg te versterken en maatregelen te nemen ter verbetering van de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer;

• de Panweg hiertoe gelijktijdig met de onderhoudswerkzaamheden wordt gereconstrueerd;

• deze reconstructie onder meer voorziet in het op punten aanpassen van het wegprofiel, het realiseren van extra parkeerplaatsen waar dit mogelijk is, het herinrichten van het kruispunt Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan tot rotonde en het realiseren van een vrijliggend fietspad aan westzijde van de weg tussen De Dreef en Bergweg;

• het wenselijk is om aanvullend op deze reconstructie diverse verkeersmaatregelen in te stellen dan wel op te heffen teneinde de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer in de nieuwe situatie te kunnen waarborgen;

• de eerste set maatregelen betrekking heeft op het kruispunt Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan, in de huidige situatie een middels VRI geregeld voorrangskruispunt, welke tot rotonde wordt heringericht;

• het besluit tot deze herinrichting van het kruispunt mede is gebaseerd op het feit dat uit landelijke ervaringen is gebleken dat de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer verbetert op het moment dat een rotonde wordt aangelegd;

• een rotonde derhalve een bewezen maatregel is als het gaat om het verbeteren van de verkeersveiligheid en doorstroming ter plaatse;

• een rotonde bovendien een duurzame oplossing is aangezien deze relatief weinig onderhoud nodig heeft;

• de nieuwe rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan voor wat betreft de verkeersmaatregelen wordt uitgevoerd conform de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake Verkeersteken’;

• dit betekent dat op het middeneiland van de rotonde is aangegeven dat op de rotonde een verplichte rijrichting linksom van kracht is;

• daarnaast ter hoogte van de aansluiting van de toeleidende wegen op de rotonde middels bebording en markering een voorrangsregeling wordt ingesteld waarbij verkeer komende vanaf deze wegen voorrang moet verlenen aan het verkeer op de rotonde;

• op de toeleidende wegen naar de rotonde verder duidelijk vormgegeven middengeleiders worden gerealiseerd, waarbij middels bebording is aangegeven dat deze bij nadering aan de rechterzijde gepasseerd moeten worden;

• ten behoeve van overstekende voetgangers voorts op alle vier de takken van de rotonde (inclusief de bypass van de Panweg naar De Dreef) een formele voetgangersoversteekplaats (aangegeven middels zebramarkering en borden L2 van het RVV 1990) wordt aangelegd om voetgangers zodoende een duidelijk herkenbare en daarmee veilige oversteeklocatie te bieden bij het oversteken van de Panweg, De Dreef of de Dijnselburgerlaan, waarbij zij tevens juridische bescherming genieten;

• in landelijke richtlijnen is aangegeven dat het de voorkeur geniet dat fietsers op rotondes die binnen de bebouwde kom liggen voorrang genieten ten opzichte van verkeer op de toeleidende wegen;

•de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan conform deze richtlijnen wordt ingericht, wat betekent dat fietsers op het vrijliggende tweerichtingsfietspad rond de rotonde voorrang hebben ten opzichte van gemotoriseerd verkeer dat de rotonde op of af wil;

• de tweede set maatregelen betrekking heeft op de huidige voorrangsregelingen die ter hoogte van de overige kruispunten op de Panweg, voor zover gelegen tussen De Dreef en de Bergweg, van kracht zijn;

• de Panweg in de huidige situatie als voorrangsweg is aangewezen, wat ook in de nieuwe situatie na de reconstructiewerkzaamheden het geval zal zijn;

• de voorrang ter hoogte van het merendeel van de kruispunten van bovengenoemd gedeelte van de Panweg is geregeld middels een in- en uitritconstructie;

• bestuurders ingevolge artikel 54 van het RVV 1990 namelijk overig verkeer voor moeten laten gaan bij het in- en uitrijden van een in- of uitritconstructie;

• de aanwezigheid van bebording en haaientandmarkering op het wegdek bij in- en uitritten in dat verband overbodig is en dan ook zal worden verwijderd voor zover deze nog aanwezig is;

• in de huidige situatie nog een viertal kruispunten aanwezig zijn waar de voorrang middels bebording en markering is geregeld, te weten: het kruispunt Panweg – Bergweg, Panweg – Dijnselweg, Panweg – Thorbeckelaan en Panweg – Churchilllaan;

• het regelen van de voorrang middels bebording en markering op deze kruispunten onder meer te maken heeft met het feit dat deze kruispunten onderdeel vorm(d)en van een lijnbusroute, ten aanzien waarvan het in verband met een vlotte doorstroming wenselijk is dat bussen zo min mogelijk ‘obstakels’ - waaronder in- en uitritconstructies – tegenkomen;

• de route van lijnbus 53, welke gebruikmaakt van het kruispunt Panweg – Burgemeester Patijnlaan, in het voorjaar van 2013 wijzigt waardoor deze het betreffende kruispunt niet meer aandoet;

• daarom in het kader van uniformiteit van inrichting is besloten om de aansluiting van de Burgemeester Patijnlaan op de Panweg ook als in- en uitritconstructie te handhaven en de huidige voorrangsregeling ter hoogte van dit kruispunt op te heffen;

• ter benadrukking van de hiërarchie van het wegennet tevens is besloten om ook de aansluitingen van de P.J. Oudlaan en Laan van Vollenhove (beide 30 km/uur) op de straat De Dreef en de aansluitingen van de Thorbeckelaan, Dijnselweg en Bergweg (allen 30 km/uur) alsook de Churchilllaan op de Panweg als in- en uitritconstructie vorm te geven;

de derde set maatregelen betrekking heeft op het realiseren van diverse middenbermen op de Panweg ter hoogte van zijstraten en de realisatie van een drietal voetgangersoversteekplaatsen;

• deze middenbermen enerzijds gericht zijn op het reduceren van de snelheid van gemotoriseerd verkeer ter hoogte van de kruispunten met zijstraten en anderzijds om overstekende voetgangers de gelegenheid te geven om (indien nodig) de Panweg gefaseerd over te steken;

• in de huidige situatie geen formele voetgangersoversteekplaatsen op de Panweg aanwezig zijn, maar op een enkele locatie wel kanalisatiestrepen, welke echter geen juridische status hebben;

• ter verbetering van de verkeersveiligheid van voetgangers en de oversteekbaarheid van de Panweg derhalve is besloten om op drie locaties op Panweg, waar de meeste oversteekbewegingen plaatsvinden, een formele voetgangersoversteekplaats aan te leggen;

• het in deze gaat om de aanleg van een voetgangersoversteekplaats op de Panweg direct ten noorden van de Dijnselweg, direct ten zuiden van de Johan van Oldenbarneveltlaan en direct ten zuiden van de Thorbeckelaan;

de vierde set maatregelen betrekking heeft op de uitbreiding van het fietspadennetwerk ter hoogte de rotonde Panweg – Dijnselburgerlaan – De Dreef;

• in het kader van de reconstructie namelijk ook twee nieuwe vrijliggende paden worden aangelegd waarmee het bestaande fietsnetwerk wordt gecomplementeerd;

• het in deze gaat om een nieuw vrijliggend pad aan de zuidzijde van De Dreef, vanaf de P.J. Oudlaan tot de Panweg en een doorsteek naar de Panweg in de noordwestelijke hoek van de kruising Rooseveltlaan – Gerbrandylaan;

• beide vrijliggende paden overeenkomstig de rest van het fietsnetwerk waar ze op aansluiten worden aangewezen als verplichte fietspaden;

de vijfde maatregel bestaat uit het opheffen van het vrijliggende fietspad aan de westzijde van de Panweg voor zover gelegen tussen de Van der Heijdenlaan en Panweg huisnummer 21;

•deze maatregel verband houdt met het feit dat op de betreffende locatie een parallelweggetje aan de westzijde van de Panweg wordt gerealiseerd, waar auto’s aan beide zijden kunnen parkeren;

• deze parallelweg in het verlengde van het aan de westzijde van de Panweg gelegen vrijliggende fietspad ligt, wat betekent dat enkel op deze parallelweg sprake is van gemengd gebruik van fietsers en auto’s;

• fietsers direct ten zuiden van deze nieuwe parallelweg (vanaf het punt ter hoogte van huisnummer 21) hun reis wederom kunnen voortzetten via het aldaar gelegen vrijliggende fietspad richting de Schaerweijdelaan;

• in het kader van de herinrichting van de Panweg en directe omgeving tot slot is besloten tot het verplaatsen van een aantal bushaltes naar een locatie waar deze ofwel tot een verbetering van de dienstverlening leidt danwel op een gunstiger locatie ligt voor wat betreft de doorstroming van het overige verkeer;

• het in deze gaat om het verplaatsen van de huidige bushalte aan de westzijde van de Panweg, ten zuiden van de Schaperlaan, naar het punt direct ten zuiden van de Monseigneur Nolenslaan;

• daarnaast ook de huidige bushalte op de De Dreef, gelegen ten oosten van de P.J. Oudlaan, wordt verplaatst naar het punt direct ten westen van de P.J. Oudlaan;

• het in beide gevallen gaat om een verplaatsing van ongeveer 50 meter en het dan ook niet in de lijn der verwachting ligt dat dit nadelige gevolgen zal hebben voor busreizigers;

• de in dit besluit vermelde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belangen:

- het verzekeren van de veiligheid op de weg;

- het beschermen van weggebruikers en passagiers;

- het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg;

• de onder ‘besluiten’ genoemde weg, wegen c.q. weggedeelten in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Zeist;

• met betrekking tot de in dit besluit genoemde maatregelen overleg met de politie, als bedoeld in artikel 24 van het BABW, heeft plaatsgevonden en dat deze een positief advies heeft afgegeven;

• het eerder genomen verkeersbesluit met kenmerk 12uit06742 van 17 augustus 2012, betreffende het instellen van verkeersmaatregelen in het kader van de herinrichting van de Panweg op onderdelen onvolledigheden bevat;

• het hierdoor van belang is dit verkeersbesluit in te trekken en een nieuw verkeersbesluit te nemen, zodat wordt voldaan aan de wegenverkeerswetgeving.

Besluiten, gelet op het voorgaande, om:

1. het eerder genomen verkeersbesluit met kenmerk 12uit06742 van 17 augustus 2012, betreffende het instellen van verkeersmaatregelen in het kader van de herinrichting van de Panweg, hierbij in te trekken;

2. in verband met de reconstructie van het kruispunt Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan tot rotonde de huidige voorrangsregelingen ter hoogte van dit kruispunt op te heffen door het verwijderen van borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en de haaientanden van het wegdek;

­3. in verband met de reconstructie van het kruispunt Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan tot rotonde de huidige geboden ter hoogte van dit kruispunt voor bestuurders om de aanwezige middenbermen bij nadering aan de rechterzijde te passeren op te heffen door het verwijderen van de borden model D2 van Bijlage 1 van het RVV 1990;

­4. de verkeersbesluiten die betrekking hebben op het instellen van de onder lid 1 en lid 2 van dit besluit genoemde voorrangsregelingen en geboden hierbij in te trekken;

­5. het gereconstrueerde kruispunt Panweg – De Dreef - Dijnselburgerlaan aan te wijzen als rotonde met een verplichte rijrichting linksom door het plaatsen van borden model D1 van Bijlage 1 van het RVV 1990;

­6. door het plaatsen van borden model D2 van Bijlage 1 van het RVV 1990 bestuurders te gebieden om het bord op de volgende locaties voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (rechterzijde):

a. de middengeleiders van de toeleidende wegen naar de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan;

b. de middengeleiders ter hoogte van het kruispunt Panweg – Dijnselweg – Van der Heijdenlaan;

c. de middengeleiders ter hoogte van het kruispunt Panweg – Johan van Oldenbarneveltlaan;

d. de middengeleiders ter hoogte van het kruispunt Panweg – Nepveulaan;

e. de middengeleiders ter hoogte van het kruispunt Panweg – Churchilllaan;

7. door het verwijderen van de borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 alsook de haaientanden op het wegdek, de voorrangsregelingen ter hoogte van de volgende kruispunten op te heffen in verband met de realisatie van een in- en uitritconstructie dan wel het reeds aanwezig zijn van een in- en uitritconstructie:

a. het kruispunt Panweg – Bergweg;

b. het kruispunt Panweg – Van der Heijdenlaan – Dijnselweg;

c. het kruispunt Panweg – Burgemeester Patijnlaan;

d. het kruispunt Panweg – Nepveulaan;

e. het kruispunt Panweg – Schaperlaan;

f. het kruispunt Panweg – Thorbeckelaan;

g. het kruispunt Panweg – Churchilllaan;

h. het kruispunt De Dreef – P.J. Oudlaan;

­ 8. door het plaatsen van borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990, voorzien van onderbord OB503OB02, en het aanbrengen van haaientanden, zoals bedoeld in Hoofdstuk IV, paragraaf 2, onderdeel 7 van de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake Verkeerstekens’ voorrangsregelingen ter hoogte van de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan in te stellen waarbij:

a. verkeer op de toeleidende wegen naar de rotonde voorrang moet verlenen aan het verkeer op de rotonde alsook aan overstekende fietsers die gebruik maken van het vrijliggende tweerichtingsfietspad gelegen rondom de rotonde;

b. verkeer dat de rotonde afrijdt voorrang moet verlenen aan overstekende fietsers die gebruik maken van het vrijliggende tweerichtingsfietspad gelegen rondom de rotonde;

­9. door het (ver)plaatsen van borden model L3 van Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende bushaltes te verplaatsen:

a. de huidige bushalte aan de westzijde van de Panweg, gelegen ten zuiden van de Schaperlaan, naar het punt direct ten zuiden van de Monseigneur Nolenslaan;

b. de huidige bushalte aan de noordzijde van de De Dreef, gelegen ten oosten van de P.J. Oudlaan, naar het punt direct ten westen van de P.J. Oudlaan;

­10. door het plaatsen van borden model G11 van Bijlage 1 van het RVV 1990, voorzien van onderbord model OB505, de volgende vrijliggende paden aan te wijzen als verplicht fietspad dat in twee rijrichtingen te gebruiken is:

a. het vrijliggende pad aan de zuidzijde van De Dreef, gelegen tussen de P.J. Oudlaan en Panweg;

b. het vrijliggende pad dat ten noordwesten van de kruising Rooseveltlaan – Gerbrandylaan naar de Panweg loopt;

­11. het gedeelte van het vrijliggende fietspad aan de westzijde van de Panweg, gelegen tussen de Van der Heijdenlaan en Panweg huisnummer 21, op te heffen door het (ver)plaatsen van bord model G11 en G12 van Bijlage 1 van het RVV 1990;

12. een voetgangersoversteekplaats voorzien van borden model L2 van Bijlage 1 van het RVV 1990, zoals bedoeld in Hoofdstuk IV, paragraaf 2, onderdeel 9 van de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake Verkeerstekens’ en artikel 49 van het RVV 1990, aan te leggen op de volgende locaties:

a. op de Panweg, direct ten noorden van de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan;

b. op de bypass van de Panweg naar De Dreef, direct ten noordwesten van de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan;

c. op de Dijnselburgerlaan, direct ten oosten van de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan;

d. op de Panweg, direct ten zuiden van de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan;

e. op de De Dreef, direct ten westen van de rotonde Panweg – De Dreef – Dijnselburgerlaan;

f. op de Panweg, direct ten zuiden van het kruispunt met de Thorbeckelaan;

g. op de Panweg, direct ten zuiden van het kruispunt met de Johan van Oldenbarneveltlaan;

h. op de Panweg, direct ten noorden van het kruispunt met de Dijnselweg en Van der Heijdenlaan;

­13. de verkeersborden te plaatsen en de markering aan te brengen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekeningen.

­Hoogachtend, 

burgemeester en wethouders van Zeist,

Namens dezen,

de teammanager Beheer Openbare Ruimte

D.C. van Vulpen

Bezwaarmogelijkheid

Op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan diegene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is daartegen binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zeist. Het bezwaarschrift dient in ieder geval te bevatten:

1. de naam en het adres van de indiener en de dagtekening;

2. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

3. de gronden van het bezwaar.  

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt (in casu is gepubliceerd). Het bezwaarschrift dient voor het einde van deze termijn te zijn ontvangen, dan wel – bij verzending per post – voor het einde van de termijn per post te zijn bezorgd en binnen een week bij het bestuursorgaan aangekomen te zijn. 

Voorlopige voorziening

Daarnaast kunt u na het indienen van het beroepschrift (als onverwijlde spoed dat gelet op de betrokken belangen vereist) schriftelijk een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Ook aan deze procedure zijn griffiekosten verbonden. Na indiening van het verzoek om voorlopige voorziening krijgt u van de rechtbank nader bericht over de verdere procedure. 

U kunt ook digitaal het beroep- en verzoekschrift indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. GriffierechtHet griffierecht bedraagt:1. € 143,- voor een natuurlijk persoon; 2. € 285,- voor een rechtspersoon.  Na indiening ontvangt u hierover nader bericht van de rechtbank.

Naar boven