Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 juli 2013, tot instelling van de Commissie UFR

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a. commissie:

de Commissie UFR, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

b. ministerie:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2 Instelling

  • 1. Er is een Commissie UFR.

  • 2. De commissie wordt ingesteld tot 1 september 2013.

Artikel 3 Taken

  • 1. De commissie heeft tot taak:

    • a. te bezien of en hoe de wijze waarop de zogeheten Ultimate Forward Rate (UFR) methode zoals die met ingang van 30 september 2012 wordt toegepast op de rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen, aanpassing verdient met het oog op een structurele toepassing na 2013, waarbij uitgangspunten zijn een UFR die een zo goed mogelijke benadering vormt van de risicovrije rente die op lange termijn mag worden verwacht, en een toepassing van de UFR waardoor de rentetermijnstructuur in zijn geheel een zo goed mogelijke benadering vormt van de risicovrije rente;

    • b. het op basis van de bevindingen bij de uitvoering van de taak, bedoeld in onderdeel a, doen van aanbevelingen ten aanzien van een methode op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de (toepassing van de) UFR realistisch is en blijft;

    • c. bij de onder b genoemde aanbevelingen rekening te houden met de vergelijkbare methode die naar verwachting door de European Insurance and Occupational Pension Authority (EIOPA) zal worden ontwikkeld, waartoe de commissie naast contact met EIOPA desgewenst ook andere deskundigen in binnen- en buitenland kan raadplegen.

  • 2. Indien besluitvorming in het kader van de Solvency II Richtlijn daartoe aanleiding geeft kan de taakopdracht, bedoeld in het eerste lid, worden aangepast.

Artikel 4 Samenstelling

De commissie bestaat uit de volgende leden:

  • mr. drs. T.W. Langejan (voorzitter)

  • prof. dr. C. van Ewijk

  • prof. dr. Th.E. Nijman

  • prof. dr. A.A.J. Pelsser

  • prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen

  • prof. dr. O.W. Steenbeek

Artikel 5 Secretariaat

In het secretariaat wordt voorzien door het ministerie.

Artikel 6 Vergoeding

Aan de leden wordt een vergoeding per vergadering toegekend volgens de regels van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissie respectievelijk het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. De vergoeding per vergadering bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 september 2013.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie UFR.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 juli 2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

TOELICHTING

Tot 1 juli 2013 is de Commissie UFR werkzaam geweest op grond van het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Staatscourant 2013, nr. 270). De werkzaamheden van de commissie waren op de dag dat dit besluit verviel echter nog niet afgerond. Daarom is in de brief aan de Tweede Kamer “Financieel toetsingskader pensioenen: overgangsjaar 2014” van 12 juli jl. aangekondigd dat de Commissie UFR in augustus 2013 zal rapporteren. Het besluit tot instelling van de commissie wordt daarom met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2013 nogmaals vastgesteld. Voor de toelichting bij dit besluit wordt verwezen naar de toelichting bij het inmiddels vervallen besluit zoals dat gold voor 1 juli 2013. De inhoud van dit besluit is identiek aan het vervallen besluit.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven