De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 13, derde lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 10d, eerste lid, van de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel f vervalt het woord ‘of’;
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een komma en het woord
‘of’, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
In de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 vervallen de artikelen
3 en 16.
ARTIKEL III
-
1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.
-
2. Artikel II treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 4 van het Besluit verplichte
meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking treedt.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling wordt een wijziging doorgevoerd in de Regeling Wet kinderopvang
en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: de Regeling Wko) en in de Regeling kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 (hierna: de Regeling kwaliteit).
In de Regeling Wko is een certificaat toegevoegd aan de lijst waarin is vermeld welke
bewijsstukken gastouders kunnen overleggen om aan te tonen dat zij met goed gevolg
onderricht hebben afgesloten met betrekking tot eerste hulp aan kinderen bij ongevallen.
De Regeling kwaliteit wordt aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Wet
verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling per 1 juli 2013 (Stb. 2013, 142 en 247) en het daarop gebaseerde Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling,
dat onder meer een wijziging inhoudt van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
(hierna: het Besluit kwaliteit).
Artikelsgewijs
Artikel I (artikel 10d, eerste lid, van de Regeling Wko)
Op grond van artikel 13, derde lid, van het Besluit kwaliteit is het mogelijk om bij
ministeriële regeling bewijsstukken van het met goed gevolg afgesloten onderricht
inzake eerste hulp aan te wijzen. Uit het bezit van zo’n bewijsstuk blijkt dat voldaan
wordt aan de deskundigheidseis van de gastouder inzake het waarborgen van een veilige
en gezonde omgeving die aansluit op de leefwereld van deze kinderen (zie artikel 13,
eerste lid, onderdeel b, van het Besluit kwaliteit). Aanwijzing kan alleen plaatsvinden
indien is voldaan aan de in artikel 10d, derde lid, van de Regeling Wko genoemde inhoudelijke
criteria en de in artikel 10d, vierde lid, van de Regeling Wko genoemde processuele
criteria. Het certificaat ‘Eerste Hulp aan Baby’s en Kinderen’ van het Nederlandse
Rode Kruis voldoet aan deze criteria en is daarom opgenomen als erkend certificaat
voor gastouders in de kinderopvang.
Artikel II (artikelen 3 en 16 van de Regeling kwaliteit)
De in artikel 3 respectievelijk artikel 16 van de Regeling kwaliteit opgenomen verplichtingen
van kindercentra en peuterspeelzalen inzake de inhoud van een meldcode kindermishandeling
vervallen hier, omdat deze verplichtingen zijn verplaatst naar de artikel 2a en 17a
van het Besluit kwaliteit. De verplichting van een gastouderbureau inzake een meldcode
stond al in het Besluit kwaliteit en wel in artikel 8.
Deze wijziging houdt verband met de met ingang 1 juli 2013 in werking getreden artikelen
1.51a en 2.9a van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Stb. 2013, 142 en 247).
In verband met deze wetswijziging worden met het Besluit verplichte meldcode huiselijk
geweld en kindermishandeling de minimumeisen (hierna: Besluit meldcode) voor de meldcodes
in de sector kinderopvang opgenomen in het Besluit kwaliteit. Dit gebeurt om aan te
sluiten bij de minimumeisen die gaan gelden voor de overige sectoren die met een meldcode
moeten werken.
Voor de inwerkingtreding van deze wijziging wordt aangesloten bij het tijdstip waarop
het Besluit kwaliteit door het Besluit meldcode wordt aangepast.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher