Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 22 januari 2013, nr. IENM/BSK-2012/234821, tot wijziging van de Beleidsregel schadevergoeding Ruimte voor de Rivier in verband met het uitzonderen van de maatregel Uiterwaardvergraving Huissense Waarden van het toepassingsbereik van de beleidsregel

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 2 van de Beleidsregel schadevergoeding Ruimte voor de Rivier wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Deze beleidsregel is niet van toepassing op besluiten of handelingen die verband houden met de maatregel Uiterwaardvergraving Huissense Waarden, genoemd in de bijlage behorende bij de PKB Ruimte voor de Rivier.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

In de PKB Ruimte voor de Rivier beschrijft het kabinet het beleid om uiterlijk in 2015 het vereiste veiligheidsniveau langs delen van de Rijn en de Maas te realiseren, evenals de daarmee samenhangende verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In de PKB is een pakket aan maatregelen opgenomen om dit veiligheidsniveau te bereiken. De daarvoor benodigde (op zichzelf rechtmatige) besluiten en handelingen kunnen nadelen voor derden veroorzaken.

Met de vaststelling van de Beleidsregel schadevergoeding Ruimte voor de Rivier is één loket gecreëerd voor de behandeling van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de uitvoering van de PKB Ruimte voor de Rivier. Op grond van de beleidsregel wordt op alle verzoeken om schadevergoeding beslist door de minister van I&M, ongeacht de schadeoorzaak. De door de minister van I&M toegewezen vergoedingen of tegemoetkomingen komen voor rekening van het ministerie van I&M. De beleidsregel is van toepassing verklaard op alle maatregelen en projectbesluiten van het basispakket Ruimte voor de Rivier, genoemd in de bijlage bij de PKB.

Met deze wijziging van de beleidsregel wordt een van de maatregelen uitgezonderd van het toepassingsbereik van de beleidsregel. Het betreft de maatregel ‘Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden’, waarbij delen van de uiterwaard worden afgegraven om de rivier de Nederrijn bij hoogwater meer ruimte te geven. Dit project is ten onrechte onder het toepassingsbereik van de beleidsregel komen te vallen. De uiterwaardvergraving is een initiatief van een particulier, gericht op delfstofwinning en herinrichting van de uiterwaard. Het project levert voldoende waterstandverlaging en een positieve bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit. Om die reden is het particulier initiatief in de PKB Ruimte voor de Rivier opgenomen, maar dan wel met een zogeheten terugvaloptie voor de situatie dat het project geen doorgang mocht vinden. De terugvaloptie is verlaging van de kribben in het Pannerdensch Kanaal op kosten van de overheid.

In vergelijking met andere Ruimte voor de Rivier-maatregelen is de Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden een bijzonder project. De planvorming, uitvoering en financiering zijn niet, zoals bij de andere PKB-maatregelen, in handen van de overheid, maar liggen volledig bij de particuliere initiatiefnemer. De particulier draagt dus niet alleen de realisatiekosten, maar ook de kosten verband houdende met eventuele schade.

Met deze wijziging van de beleidsregel wordt bereikt dat eventuele verzoeken om schadevergoeding die verband houden met het project Uiterwaardvergraving Huissense Waarden niet door de minister van I&M te worden behandeld, maar op de gebruikelijke manier door de bevoegde gezagen van de voor het project benodigde besluiten. Voor het project zijn in ieder geval benodigd een bestemmingsplanwijziging op grond van de Wet ruimtelijke ordening (gemeente Lingerwaard), een Waterwetvergunning (Minister van I&M), een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet (provincie Gelderland) en een

ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (provincie Gelderland). De Wet ruimtelijke ordening biedt het bevoegde gezag, in dit geval de gemeente, mogelijkheden om de schade geheel of gedeeltelijk door te berekenen aan de initiatiefnemer. Op grond van de Ontgrondingenwet kan de provincie een heffing instellen voor kosten die verband houden met het verlenen van de vergunning, waaronder kosten met betrekking tot schadevergoedingen. Deze bevoegdheid komt de Minister van I&M niet toe.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven