Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 juni 2013, 121696-104670-MC, houdende wijziging van de Kaderregeling VWS-subsidies ter introductie van ambtshalve vaststellen van verleende subsidies

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Kaderregeling VWS-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, onderdeel c, vervalt.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 4. Uit hoofde van het Beleidskader voor subsidiëring van patiënten- en gehandicaptenorganisaties kan onder overeenkomstige toepassing van artikel 8, onderdeel a, onder 2°, een subsidie worden verstrekt tot een bedrag van € 125.000.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In eerste lid, wordt na ‘minder dan € 25.000’ vervangen door: die minder bedraagt dan € 25.000 en zonder voorafgaande verlening wordt vastgesteld.

2. In het tweede lid wordt ‘verstrekt een projectsubsidie van € 25.000 of meer’ vervangen door: verleent een projectsubsidie.

C

Artikel 8, onderdeel a, komt als volgt te luiden:

• a. indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt:

  • 1°. een subsidie die zonder voorafgaande verlening direct wordt vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de vaststelling wordt genoemd of

  • 2°. een subsidie die ambtshalve wordt vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd,

D

In de artikelen 16 en 17 vervalt telkens ‘van € 25.000 of meer’.

E

Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 26a

De minister bepaalt in het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 2°:

• a. voor welke periode de subsidie wordt verleend,

• b. voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend,

• c. het bedrag dat aan subsidie wordt verleend,

• d. de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en

• e. de datum waarop de subsidie uiterlijk ambtshalve wordt vastgesteld.

F

Onder vernummering van het tweede tot derde lid wordt in artikel 41 een lid ingevoegd, luidende:

• 2. Indien een subsidie als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 2°, is verleend, doet de subsidieontvanger onverwijld een schriftelijke melding bij de minister zodra de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht is verstreken zonder dat de activiteiten geheel zijn verricht.

G

In de artikelen 51, 52, 55 en 56 wordt ‘artikel 8, onderdeel a,’ telkens vervangen door: artikel 8, onderdeel a, onder 1°.

H

Na het opschrift ‘Paragraaf 8. Vaststelling’ wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 49a

Uiterlijk op de datum, vermeld in het besluit tot verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, onder 2°, neemt de minister ambtshalve een besluit over de vaststelling van de subsidie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.

TOELICHTING

De Kaderregeling VWS-subsidies voorzag niet in de mogelijkheid subsidies tot € 25.000 voorafgaand aan de subsidiabele activiteiten te verstrekken. Het arrangement waarbij subsidies tot € 25.000 op aanvraag worden verleend en ambtshalve worden vastgesteld, biedt deze mogelijkheid. Ten behoeve van de subsidiëring van patiënten- en gehandicaptenorganisaties is daar behoefte.

Op subsidies die na verlening ambtshalve worden vastgesteld is van toepassing de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies. Die wet schrijft voor dat aan de verlening van een subsidie die ambtshalve wordt vastgesteld een bijzondere meldingsplicht wordt verbonden. Als gevolg van de onderhavige wijziging is de meldingsplicht verbonden aan dergelijke subsidies die op grond van de Kaderregeling VWS-subsidies worden verleend. De meldingsplicht houdt in dat de subsidieontvanger het meteen moet melden als de activiteiten niet voor de uiterste datum zijn verricht. Indien niet aan de meldingsplicht wordt voldaan, kan op grond van bovengenoemde wet een bestuurlijke boete worden opgelegd.

Volgens de Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking (Stcrt. 2009, nr. 20306) kan een arrangement voor subsidies tot € 25.000 ook worden ingezet voor hogere subsidiebedragen als dat op grond van een risicoanalyse mogelijk wordt geacht. Dit is het geval voor instellingssubsidies tot € 125.000 op het terrein van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. De keuze om dit arrangement ook op subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toe te passen wordt gerechtvaardigd door de uitkomst van een risicoanalyse, waaruit blijkt dat de kans dat een risico zich voordoet uiterst minimaal is. Gelet op deze overwegingen hoeft bij de aanvraag van deze subsidie geen begroting gevoegd te worden.

De Kaderregeling VWS-subsidies kent enkele uitzonderingen op de hoofdregel dat geen subsidies van minder dan € 125.000 worden verstrekt. De uitzondering voor subsidies op het terrein van de sport, voor zover van landelijke betekenis, gold alleen voor 2011 en 2012. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om deze uitgewerkte uitzondering te schrappen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.