Convenant Voorkomen of beperken van herhaalde insleep van exotische muggen bij bedrijven die handelen in gebruikte banden

Partijen

de Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; en

Vereniging VACO (Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche)

Overwegende:

  • Sinds er in 2009 bij verscheidene bandenbedrijven die handelen in gebruikte banden invasieve exotische muggen zijn aangetroffen, is het ministerie van VWS in overleg met Vereniging VACO (Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche) over mogelijke preventieve maatregelen om introductie en vestiging van exotische muggen te voorkomen.

  • Mede als gevolg van de moeizame procedure om met de biocideproducent te komen tot een Nederlandse registratie, en het RIVM advies over exotische muggen, benadrukt de Minister van VWS het belang van overige mogelijke maatregelen vooralsnog buiten het gebruik van biociden.

  • Bij gebrek aan internationale wetenschappelijke kennis over ‘best practices’ en (vooralsnog) een wettelijke basis voor te nemen maatregelen, hebben de betrokken partijen zich georiënteerd op verschillende opties.

  • Deze verkenning heeft geleid tot de in dit convenant neergelegde standpunten en mogelijke maatregelen om de grootste risico’s voor introductie en verspreiding van exotische muggen in te dammen.

  • De primaire verantwoordelijkheid voor het nemen van preventieve maatregelen ligt bij de bedrijven die handelen in gebruikte banden met een hoog risico op onbedoelde introductie van exotische muggen.

  • Dit convenant heeft als doel om via zelfregulering te komen tot een kleiner risico voor introductie en verspreiding van exotische muggen.

  • Dit convenant wordt gesloten voor een periode van één jaar, met de mogelijkheid om het convenant te verlengen door het opnieuw vast te stellen.

Besluiten:

Artikel 1 – Maatregelen

Herhaalde insleep en verspreiding van exotische muggen via bedrijven die handelen in gebruikte banden uit risicogebieden, moet worden voorkomen of beperkt conform het hierna gestelde:

  • Indien bandenbedrijven partijen gebruikte banden uit risicogebieden importeren, zorgen de bandenbedrijven ervoor dat deze partijen droog worden ingevoerd en vervolgens overdekt worden opgeslagen bij de bedrijven, zodanig dat er geen regenwater in kan komen.

  • Preventieve maatregelen op bandenbedrijven moeten haalbaar en uitvoerbaar zijn, rekening houdend met proportionaliteit. In eerste instantie richt men zich daarom op de grootste risico’s. Hiertoe wordt nu gedifferentieerd tussen risico’s van verschillende exotische muggen voor het nemen van preventieve maatregelen. Tijgermuggen vormen het grootste risico.

  • Voor het nemen van preventieve maatregelen op bandenbedrijven worden risicogebieden gedefinieerd als gebieden in Europa waar de tijgermug gevestigd is. Voor de meest up-to-date kaart met de Europese administratieve gebieden waar volgens ECDC tijgermuggen gevestigd zijn, zie de rode gebieden bij de geselecteerde soort Ae. albopictus op http://www.ecdc.europa.eu/en/activities/diseaseprogrammes/emerging_and_vector_borne_diseases/Pages/VBORNET_maps.aspx.

    Tevens worden alle gebieden buiten Europa gezien als risicogebied exclusief de gebieden waarvan aan de NVWA aangetoond kan worden dat de tijgermug er niet gevestigd is.

  • Partijen gebruikte banden die uit risicogebieden worden geïmporteerd, worden door de bandenbedrijven apart gehanteerd op de bedrijven.

  • Vereniging VACO stelt een instructie op waardoor de medewerkers van de bedrijven zich bewuster worden van de risico’s van uitheemse muggen en zij worden geïnstrueerd over het droog opslaan van banden uit risicogebieden.

  • Om het risico op verspreiding van exotische muggen verder te verkleinen, nemen bedrijven het initiatief om de banden uit risicogebieden, versneld te verwerken of af te voeren.

  • Voor de partijen banden die niet uit een direct of indirect risicogebied komen, zijn geen extra maatregelen, zoals droog opslaan, nodig.

Artikel 2 – Toepassing biocide

  • Er is op dit moment, buiten het droog invoeren en droog opslaan van banden, geen andere effectieve manier, zoals het preventief toepassen van een biocide, om de ontwikkeling van verschillende stadia van tijgermuggen te voorkomen. Een dergelijk effectief biocide is op de Nederlandse markt vooralsnog niet toegelaten. Zodra er alternatieve effectieve preventieve maatregelen worden aangedragen, zal dit convenant worden herzien.

Artikel 3 – Bestrijding

  • Indien ondanks de genomen preventieve maatregelen alsnog exotische muggen worden aangetroffen op een bandenbedrijf, wordt bestrijding (inclusief de communicatie) op de bedrijven uitgevoerd door de NVWA en start de NVWA met een intensieve monitoring. De bestrijding zal gelijk zijn aan de bestrijdingsactiviteiten zoals die de afgelopen jaren is uitgevoerd.

Artikel 4 – Verantwoording

  • Om transparantie en toezicht te bevorderen, verkennen het Ministerie van VWS en Vereniging VACO hoe partijen banden uit risicogebieden getraceerd kunnen worden en herkenbaar apart gehanteerd kunnen worden. Als banden niet apart gehanteerd worden op het bedrijf, zorgen de bandenbedrijven ervoor dat wordt aangetoond dat de banden niet afkomstig zijn uit een risicogebied.

  • In navolging van deze verkenning stelt het bandenbedrijf een preventieplan op waarin bovengenoemde maatregelen geïmplementeerd zijn. Het bandenbedrijf beschikt voorts over een administratie waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van het preventieplan op een systematische wijze zijn vastgelegd.

  • In deze verkenning wordt ook aandacht besteed aan banden die gekocht worden van een groothandelsbedrijf dat niet administratief kan aantonen dat de betreffende banden uit een ‘vrij’ gebied komen.

  • Bedrijven nemen deel aan de monitoring door de NVWA, waarbij de muggenvallen worden nagelopen en gecontroleerd.

  • De NVWA heeft toegang tot het bedrijf om op de gemaakte afspraken in dit convenant te kunnen nazien.

Artikel 5 – Slotbepalingen

  • Dit convenant treedt in werking met ingang van 25 juni 2013 en vervalt met ingang van 25 juni 2014.

  • Dit convenant wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 25 juni 2013

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze de Directeur-Generaal Volksgezondheid, P.H.A.M. Huijts

Het Algemeen bestuur van vereniging VACO, namens deze:

  • de Algemeen secretaris van Vereniging VACO, de heer R.J.L. Spuijbroek

  • de voorzitter van de VACO sectoren Bandenverwerking en Bandenvernieuwing, tevens lid van het Algemeen en Dagelijks bestuur van Vereniging VACO, de heer J.G. Driessen

  • de voorzitter van de VACO sector Bandeninzameling, tevens lid van Algemeen bestuur van Vereniging VACO, de heer R. Schoenmaker

Naar boven