Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 juni 2013, 121132-104504-PG, houdende uitbreiding van verlening van vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet afbreking zwangerschap

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gezien de aanvraag van Stichting CASA Rotterdam van 24 september 2012, om de verleende vergunning als bedoeld in artikel 2 en 4, eerste lid, van de Wet afbreking zwangerschap, laatstelijk gewijzigd op 6 juli 2005, uit te breiden naar een vergunning voor het afbreken van zwangerschappen in het tweede trimester;

Overwegende de mededeling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg van 11 april 2013, kenmerk 2013-502893/pr4/MA/ak, dat Stichting CASA Rotterdam voldoet aan de eisen die in de Wet afbreking zwangerschap en het Besluit afbreking zwangerschap worden gesteld aan instellingen met een tweede trimestervergunning in het kader van de Wet afbreking zwangerschap;

Besluit:

Aan Stichting CASA Rotterdam wordt een vergunning verleend tot het verrichten van behandelingen gericht op het afbreken van zwangerschap, met dien verstande dat de vergunning mede betrekking heeft op het afbreken van zwangerschappen in het tweede trimester.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ DEN HAAG.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat:

  • de naam en het adres van de indiener

  • de dagtekening

  • een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit

  • grond van bezwaar.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven