Logo Zuidplas
Vaststelling bestemmingsplan Hornbach, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zuidplas

Burgemeester en wethouders maken op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas bij besluit van 11 juni 2013 het bestemmingsplan “Hornbach” te Nieuwerkerk aan den IJssel naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State opnieuw heeft vastgesteld.

Inhoud van het plan

Het plangebied is gelegen op het perceel aan de Hoofdweg 25a te Nieuwerkerk aan den IJssel tussen de rijksweg A20 en de Hoofdweg-Noord te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het bestemmingsplan bestaat uit een plankaart (verbeelding) en regels, en gaat vergezeld van een toelichting. De planologische doelstelling van het bestemmingsplan is de vestiging van een tuincentrum en bouwmarkt mogelijk te maken.

Terinzagelegging

Met ingang van donderdag 27 juni 2013 ligt het raadsbesluit tot vaststelling en het vastgestelde bestemmingsplan “Hornbach” met bijbehorende stukken, gedurende zes weken ter inzage in het gemeentehuis van de gemeente Zuidplas, Raadhuisplein 1 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Daarnaast zijn het vaststellingsbesluit, het vastgestelde bestemmingsplan met bijbehorende stukken vanaf bovengenoemde datum digitaal raadpleegbaar op www.ruimtelijkeplannen.nl (vul bij ID in: NL.IMRO.1892.BpHornbach-Va03 ). Op de website van de gemeente Zuidplas (www.zuidplas.nl ) kunt u het plan tevens inzien als pdf-bestand.

Beroep

Belanghebbenden die tijdig tegen het ontwerpbestemmingsplan zienswijzen hebben ingediend, kunnen tijdens de inzagetermijn tegen de vaststelling van het bestemmingsplan beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Als u beroep instelt, kunt u verzoeken om een voorlopige voorziening. Dit verzoek richt u aan de voorzieningenrechter van voornoemde afdeling. Voor het in behandeling nemen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd.

Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij toepassing wordt gegeven aan het zesde lid van artikel 3.8 Wro, of om een voorlopige voorziening wordt verzocht.

Naar boven