BIJLAGE I BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST VAN 21 JUNI 2013,
NR. 2013-0000352681 TOT WIJZIGING VAN DE REGELING FORMULIEREN LEEGSTANDWET
Bijlage I bij de Regeling formulieren Leegstandwet
AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE
(Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting)
Toelichting op het formulier ‘aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur op basis
van de Leegstandwet’
1. Algemene informatie
De Leegstandwet voorziet in de mogelijkheid om leegstaande woonruimte in een gebouw
of in een voor de verkoop of sloop of vernieuwbouw bestemde woning tijdelijk te verhuren.
Daartoe is een vergunning nodig van burgemeester en wethouders van de gemeente, waarbinnen
de woning of het gebouw is gelegen. Tijdelijke verhuur is alleen mogelijk bij:
-
A. woonruimte in een gebouw;
Onder een gebouw wordt hier verstaan een bouwwerk dat blijkens zijn constructie dan
wel inrichting bestemd is voor doeleinden van groepsgewijze huisvesting, van verzorging
of verpleging, van logiesverschaffing, van administratie of van onderwijs of voor
een samenstel van twee of meer van deze doeleinden.
-
B. woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning welke:
-
1. nimmer bewoond is geweest (zoals een nieuwbouwwoning of een bestaand gebouw dat voor
de eerste maal tot woonruimte wordt bestemd), of
-
2. gedurende een tijdvak van ten minste twaalf maanden voorafgaand aan het tijdstip waarop
de woning laatstelijk geheel is komen leeg te staan, onafgebroken geheel of grotendeels
door de eigenaar als eigenaar bewoond is geweest, of
-
3. in haar geheel binnen een tijdvak van twaalf maanden voorafgaande aan het tijdstip
van leegkomen voor bewoning is gereedgekomen en gedurende het overblijvende gedeelte
van dat tijdvak onafgebroken geheel of grotendeels door de eigenaar als eigenaar bewoond
is geweest, of
-
4. gedurende een tijdvak van tien jaren voorafgaande aan het tijdstip waarop de vergunning
om tijdelijk te verhuren is aangevraagd, niet langer dan gedurende een al dan niet
aaneengesloten tijdvak van drie jaren geheel of grotendeels als woonruimte verhuurd
is geweest.
-
C. woonruimte in een voor verhuur bestemde woning welke ten tijde van het aanvragen van
de vergunning bestemd is voor afbraak of voor vernieuwbouw.
In alle overige gevallen is deze regeling van tijdelijke verhuur niet van toepassing.
Zoals aangegeven is vergunning vereist van burgemeester en wethouders van de gemeente,
waarbinnen de woning of het gebouw, dat men tijdelijk wil verhuren, is gelegen.
Indien de gevraagde vergunning wordt verleend, zijn de artikelen 206 lid 3, 232, 242,
269 leden 1 en 2, 270 leden 4 tot en met 8, 272 tot en met 277, 278 leden 1 en 2 en
281 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek op de huurovereenkomst van tijdelijke huur
en verhuur niet van toepassing. Dit betekent dat de huurder na afloop van de tijdelijke
huurovereenkomst geen aanspraak heeft op huurbescherming ingevolge het Burgerlijk
Wetboek. In plaats daarvan zijn de dwingende voorschriften inzake huurbescherming
van de Leegstandwet van toepassing (artikel 16).
De verschuldigde huurprijs voor woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning
kan vrij overeengekomen worden tussen de verhuurder en de huurder.
De verschuldigde huurprijs voor woonruimte in een gebouw en voor woonruimte in een
voor afbraak of voor vernieuwbouw bestemde woning kan niet hoger zijn dan de door
burgemeester en wethouders in de vergunning vermelde huurprijs. Burgemeester en wethouders
leggen aan de bepaling van deze huurprijs het woningwaarderingsstelsel van het Besluit
huurprijzen woonruimte ten grondslag. De in de vergunning vastgelegde huurprijs treedt
in de plaats van een hogere huurprijs indien deze tussen partijen zou zijn overeengekomen.
Een vergunning voor woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan een omgevingsvergunning
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht is verleend, wordt verleend voor de duur van de omgevingsvergunning
met een maximum van 10 jaren. Deze vergunning kan niet verlengd worden.
Een vergunning voor woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning wordt verleend
voor de periode van 5 jaren. Deze vergunning kan niet verlengd worden.
Een vergunning voor woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend, wordt verleend voor een periode van
2 jaren. Deze vergunning kan telkens verlengd worden met 1 jaar tot de gehele duur
van de vergunning (inclusief de verlengingen) 10 jaren bedraagt.
Een vergunning voor woonruimte in een voor verhuur bestemde woning welke is bestemd
voor afbraak of voor vernieuwbouw wordt verleend voor 2 jaren. Deze vergunning kan
telkens verlengd worden met 1 jaar tot de gehele duur van de vergunning (inclusief
de verlengingen) 7 jaren bedraagt.
2. Toelichting met betrekking tot de invulling
Punten 1 en 2
De naam en het adres van de eigenaar van de woonruimte, alsmede de aard en de plaatselijke
aanduiding van de woning of het gebouw moeten worden vermeld. Eventueel kan worden
volstaan met de kadastrale aanduiding van het perceel waar de woning of het gebouw
is gelegen.
Onder eigenaar wordt verstaan degene, die bevoegd is tot het in gebruik geven van
een woning of een gebouw.
Punt 3
In de eerste plaats moet u één van de vakken A, B, of C aankruisen. Dit is afhankelijk
van de woonruimte waarvoor u de vergunning aanvraagt.
Indien u vak A hebt aangekruist moet u ook een ondervak aankruisen.
Ofwel betreft het woonruimte waarvan voor het gebruik ervan een omgevingsvergunning
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht is verleend. Het betreft dan bouwwerken die in beginsel geen woonbestemming
hebben maar waarvoor in de omgevingsvergunning een tijdelijke ontheffing is verleend,
waardoor ze als woonruimte gebruikt mogen worden gedurende de in die vergunning aangegeven
termijn. In dit geval wordt u gevraagd om een kopie van de desbetreffende omgevingsvergunning
bij uw aanvraag te voegen.
Ofwel betreft het woonruimte in een gebouw waarvan voor het gebruik ervan geen omgevingsvergunning is vereist. Het betreft gebouwen die reeds een woonbestemming
hebben.
Indien u vak B hebt aangekruist, moet u aangeven welk ondervak van toepassing is.
Indien u vak C hebt aangekruist, moet u ook de datum aangeven wanneer de afbraak of
vernieuwbouw van de woning zal plaatsvinden.
Het formulier bevat de wettelijke teksten. (zie ook de algemene informatie in deze
toelichting)
Punt 4
De vragen onder dit punt moeten alleen beantwoord worden indien het een woonruimte
betreft in een voor verkoop bestemde woning (indien u bij punt 3 B heeft aangekruist).
Indien u de aanvraag indient als natuurlijke persoon, mag u tegelijkertijd maximaal
2 woonruimten in een voor verkoop bestemde woning verhuren met een vergunning op basis
van de Leegstandwet. Het gaat hier om nog geldende vergunningen voor woonruimte in
een voor de verkoop bestemde woning. Hieronder wordt zowel verstaan vergunningen die
betrekking hebben op twee woonruimten in dezelfde woning als woonruimten in twee verschillende
woningen. Het betreft zowel vergunningen die zijn afgegeven door het college van burgemeester
en wethouders van de gemeente waar u deze aanvraag indient, als vergunningen voor
woonruimte in andere Nederlandse gemeenten. U dient een kopie van deze nog geldende
vergunning mee te zenden bij dit aanvraagformulier. Enkel vergunningen voor woonruimte
in voor de verkoop bestemde woningen moeten worden gemeld. Geldende vergunningen voor
woonruimte in een gebouw en of in een woning bestemd voor sloop- of vernieuwbouw worden
niet meegerekend en dienen dus ook niet vermeld te worden.
Punt 5
Onder dit punt worden vermeld de naam en het huidige adres van de aanstaande tijdelijke
huurder(s) en het aantal personen dat in de woonruimte tijdelijk zal worden gehuisvest.
Vervolgens wordt ook de overeengekomen huurprijs vermeld.
Met betrekking tot woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning bent u zelf vrij
een huurprijs met de huurder overeen te komen.
Bij woonruimte in een gebouw of woonruimte in een voor sloop- of vernieuwbouw bestemde
woning stellen burgemeester en wethouders de maximale huurprijs vast. Burgemeester
en wethouders leggen aan de berekening van de huurprijs het woningwaarderingsstelsel
ten grondslag. Indien u een hogere huurprijs bent overeengekomen dan de door burgemeester
en wethouders vastgestelde maximale huurprijs, dan treedt de door burgemeester en
wethouders in de vergunning vastgestelde huurprijs in de plaats van de overeengekomen
huurprijs.
Punt 6
Onder dit punt dient een omschrijving van de tijdelijk te verhuren woonruimte (eengezinswoning,
etagewoning, portiekwoning, etc.) te worden vermeld.
Punt 7
Onder dit punt dient u aan te geven of u voor dezelfde woonruimte reeds eerder een
vergunning voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet heeft aangevraagd,
alsmede wat de einddatum van die vergunning (inclusief de verlengingen) was. Een vergunning
voor dezelfde woonruimte wordt immers slechts verleend indien die woonruimte voor
de duur van tenminste 5 jaren onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop de
vergunning wordt verleend, werd verhuurd of gebruikt zonder vergunning op basis van
de Leegstandwet. Met andere woorden: er moet een periode van 5 jaren zijn tussen twee
vergunningen tot tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet.
Punt 8
De verhuurder moet hier aangeven om welke reden hij tot deze aanvraag overgaat. Dit
zal bij voorbeeld kunnen zijn voorgenomen verkoop, verbouwing of afbraak. Ook overige
van belang zijnde gegevens dienen onder dit punt te worden vermeld, zoals de ingangsdatum
van de leegstand en de reden waarom geen normale huurovereenkomst kan worden aangegaan.
Bij voorgenomen verkoop dient hier tevens de vraagprijs te worden vermeld.
Punt 9
In veel gemeenten is een huisvestingsvergunning vereist voor een aantal woningen.
Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij de gemeente. Indien een huisvestingsvergunning
is vereist dient u aan te geven wanneer u deze voor de desbetreffende woning hebt
aangevraagd, alsmede indien deze reeds verleend is de datum van de vergunning.
Punt 10
Hier kunt u eventuele bijzonderheden vermelden die van invloed kunnen zijn bij de
beoordeling van uw aanvraag.
Met de ondertekening van de aanvraag verklaart u mede dat u deze naar waarheid hebt
ingevuld. Indien u onjuiste gegevens verschaft in de aanvraag, kan u een bestuurlijke
boete worden opgelegd die ten hoogste bedraagt het bedrag dat is vastgesteld voor
de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Vergeet niet de noodzakelijke bijlagen toe te voegen.
BIJLAGE II BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST VAN 21 JUNI,
NR. 2013-0000352681 TOT WIJZIGING VAN DE REGELING FORMULIEREN LEEGSTANDWET
Bijlage II bij de Regeling formulieren Leegstandwet
AANVRAAG VERLENGING VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE
(Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting)
Toelichting op het formulier ‘aanvraag verlenging vergunning tot tijdelijke verhuur
op basis van de Leegstandwet’
1. Algemene informatie
Het formulier aanvraag verlenging vergunning tot tijdelijke verhuur op basis van de
Leegstandwet moet worden gebruikt ter verkrijging van een verlenging van de periode
waarvoor aanvankelijk de vergunning tot tijdelijke verhuur is verleend.
Een vergunning voor een woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend, wordt verleend voor een periode van
maximaal 2 jaren. Deze vergunning kan telkens verlengd worden met maximaal 1 jaar
tot de gehele duur van de vergunning (inclusief de verlengingen) 10 jaren bedraagt.
Onder een gebouw wordt verstaan een bouwwerk dat blijkens zijn constructie dan wel
inrichting bestemd is voor doeleinden van groepsgewijze huisvesting, van verzorging
of verpleging, van logiesverschaffing, van administratie of van onderwijs of voor
een samenstel van twee of meer van deze doeleinden.
Een vergunning voor een woonruimte in een voor verhuur bestemde woning welke is bestemd
voor afbraak of voor vernieuwbouw wordt verleend voor maximaal 2 jaren. Deze vergunning
kan telkens verlengd worden met maximaal 1 jaar tot de gehele duur van de vergunning
(inclusief verlengingen) 7 jaren bedraagt.
Een vergunning voor woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning of voor woonruimte
in een gebouw voor het gebruik waarvan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend,
kan niet worden verlengd. Voor vergunningen voor die woonruimte die zijn verleend
vóór 1 juli 2013, worden per 1 juli 2013 de nieuwe vergunningtermijnen van kracht.
Een aanvraag voor verlenging van de vergunning is daarvoor niet nodig. De vergunninghouder
kan wel, als de gemeente dat nog niet heeft gedaan, aan de gemeente vragen om (schriftelijk)
te bevestigen dat de vergunning voor totaal 5 jaren respectievelijk de duur van de
omgevingsvergunning (met een maximum van 10 jaren) geldt, alsmede de nieuwe einddatum
van de vergunning aan te geven.
Het verzoek tot verlenging kan uiterlijk tot het tijdstip waarop de vergunning haar
geldigheid verliest worden ingediend.
2. Toelichting met betrekking tot de invulling.
Punt 1
Enkel een vergunning voor woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend, en een vergunning voor woonruimte
in een voor de verhuur bestemde woning welke is bestemd voor afbraak of voor vernieuwbouw,
kan worden verlengd. U dient aan te geven op welk soort woonruimte de aanvraag tot
verlenging betrekking heeft. Daarnaast dient u de plaatselijke aanduiding van de woning
of het gebouw (adres) of de kadastrale aanduiding van het perceel waar de woning of
het gebouw is gelegen te vermelden.
Punt 2
Bij dit punt dient de naam en het adres van de eigenaar te worden ingevuld. Onder
eigenaar wordt verstaan degene, die bevoegd is tot het in gebruik geven van een woning
of een gebouw.
Punt 3
Bij dit punt dient u de datum en het kenmerk van de vergunning tot tijdelijke verhuur
en de datum waarop deze vergunning afloopt in te vullen.
Punt 4
Bij dit punt dient u de namen en de aantallen huurders in te vullen.
Vervolgens mag niet ontbreken het bedrag van de voorgestelde huurprijs.
Burgemeester en wethouders stellen de maximale huurprijs vast. Burgemeester en wethouders
leggen aan de berekening van maximale huurprijs het woningwaarderingsstelsel ten grondslag.
Indien u een hogere huurprijs bent overeengekomen dan de door burgemeester en wethouders
vastgestelde maximale huurprijs, dan treedt de door burgemeester en wethouders in
de vergunning vastgestelde maximale huurprijs in plaats van de overeengekomen huurprijs.
Punt 5
Alle wijzigingen die hebben voorgedaan ten opzichte van de aanvraag van de vergunning
dient u hier te melden.
Punt 6
De eigenaar moet hier aangeven om welke reden hij tot deze aanvraag overgaat. Dit
zal bij voorbeeld kunnen zijn vertraging van een verbouwing of afbraak.
Punt 7
Hier kunt u eventuele bijzonderheden vermelden die van invloed kunnen zijn bij de
beoordeling van uw aanvraag.
Met de ondertekening van de aanvraag verklaart u mede dat u deze naar waarheid hebt
ingevuld. Indien u onjuiste gegevens verschaft in de aanvraag, kan u een bestuurlijke
boete worden opgelegd die ten hoogste bedraagt het bedrag dat is vastgesteld voor
de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
TOELICHTING
De wijziging van deze regeling is noodzakelijk wegens de inwerkingtreding van de wet
tot wijziging van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden
voor tijdelijke verhuur bij leegstand van gebouwen en woningen.
In artikel I wordt een verwijzing aangepast, omdat door de bovengenoemde wet het vierde
lid van artikel 15 van de Leegstandwet, vernummerd is tot zesde lid.
De wijzigingen in de bijlagen betreffen zowel het formulier dat gebruikt wordt voor
de aanvraag van een vergunning (bijlage I) als het formulier dat ziet op de verlenging
van de vergunning (bijlage II).
Wijzigingen in bijlage I
In het formulier voor het aanvragen van een vergunning tot tijdelijke verhuur op basis
van de Leegstandwet (bijlage I) zijn de volgende wijzigingen aangebracht:
-
• Vooreerst dient de aanvrager aan te geven of er al eerder een vergunning is aangevraagd
voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet. Dit gegeven is nodig omdat volgens
de Leegstandwet een vergunning op basis van deze wet voor dezelfde woonruimte slechts
wordt verleend indien voor die woonruimte voor de duur van ten minste vijf jaren voorafgaandelijk
aan het tijdstip waarop die vergunning wordt verleend geen vergunning voor het aangaan
van overeenkomsten van huur en verhuur op grond van deze wet was verleend.
-
• Verder wordt een vraag toegevoegd die uitsluitend van toepassing is op natuurlijke
personen die een aanvraag doen voor een vergunning op basis van de Leegstandwet voor
een woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning. Indien de aanvrager een natuurlijke
persoon is, wordt hem gevraagd voor hoeveel woonruimten in voor de verkoop bestemde
woningen hij een nog geldende vergunning op basis van deze wet heeft. Indien hij voor
meer dan één andere woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning een nog geldende
vergunning heeft, moet deze aanvraag worden afgewezen.
-
• Bij woonruimte in een gebouw wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds woonruimte
voor het gebruik waarvan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend en anderzijds
woonruimte voor het gebruik waarvan deze omgevingsvergunning niet is verleend. Dit
onderscheid is noodzakelijk in verband met de termijn waarvoor de vergunning wordt
verleend. Een vergunning op basis van de Leegstandwet voor een woonruimte voor het
gebruik waarvan zo een omgevingsvergunning is vereist wordt verleend voor de duur
van deze omgevingsvergunning met een maximum van 10 jaren. Daarom wordt aan de aanvrager
gevraagd een kopie van de omgevingsvergunning toe te voegen bij de aanvraag van een
vergunning op basis van de Leegstandwet. Indien het een woonruimte in een gebouw betreft
voor het gebruik waarvan geen omgevingsvergunning verleend is, wordt de vergunning
op basis van de Leegstandwet afgegeven voor een periode van maximaal 2 jaren met de
mogelijkheid om deze telkens te verlengen voor de duur van maximaal 1 jaar met dien
verstande dat de gehele duur van de vergunning maximaal 10 jaren bedraagt.
-
• Ten slotte is de tekst van de toelichting bij het formulier aangepast aan de Leegstandwet,
zoals die luidt na de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Leegstandwet
in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur bij leegstand
van gebouwen en woningen.
Wijzingen in bijlage II
In verband met het formulier voor het verlengen van de vergunning tot tijdelijke verhuur
op basis van de Leegstandwet (bijlage II) moet worden opgemerkt dat met de inwerkingtreding
van de wet tot wijziging van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden
voor tijdelijke verhuur bij leegstand van gebouwen en woningen, verlenging van een
vergunning enkel mogelijk is voor woonruimte voor het gebruik waarvan geen omgevingsvergunning
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht is verleend, en voor woonruimte in een voor de verhuur bestemde woning
welke bestemd is voor afbraak of vernieuwbouw. Het formulier in bijlage II en de toelichting
bij dit formulier zijn dienovereenkomstig aangepast.
Administratieve en uitvoeringslasten
De administratieve lasten worden door de inwerkingtreding van de wet tot wijziging
van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke
verhuur bij leegstand van gebouwen en woningen verminderd omdat de vergunning voor
tijdelijk verhuur van een woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning en van
woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan een omgevingsvergunning als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
is verleend, in één keer wordt verleend voor een periode van ten hoogste 5 jaren onderscheidenlijk
de periode waarvoor de omgevingsvergunning verleend is met een maximum van 10 jaren.
Dit vermindert de administratieve lasten aanzienlijk. De toegevoegde vraagstellingen
in het formulier voor de aanvraag van de vergunning brengen geen noemenswaardige verhoging
van de administratieve lasten met zich mee.
Ook de uitvoeringslasten voor gemeenten dalen nu zij geen huurprijs meer moeten vaststellen
in de vergunning voor de tijdelijke verhuur van te koop staande koopwoningen.
Afwijking van het systeem van vaste verandermomenten
Het is wenselijk gezien de aanhoudende malaise op de woningmarkt dat de wet de wet
tot wijziging van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden
voor tijdelijke verhuur bij leegstand van gebouwen en woningen, zo spoedig mogelijk
in werking treedt. Daarbij wordt vastgehouden aan het vaste verandermoment van 1 juli.
Het is noodzakelijk dat de inwerkingtreding van die wet en deze regeling op hetzelfde
moment plaatsvinden. Daarom wordt afgeweken van een periode van twee maanden tussen
de bekendmaking en de inwerkingtreding van deze regeling. De gemeenten zijn reeds
gedurende de behandeling van die wet geïnformeerd over de wijzigingen, zodat het geen
probleem zal opleveren voor de uitvoering.