Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 20 juni 2013, nr. IENM/BSK-2013/117043, houdende bepalingen inzake het verstrekken van bijdragen voor het onderwerken van graanresten na de oogst (Regeling bijdragen onderwerken graanresten)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 2, aanhef en onderdeel b, 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Infrastructuur en Milieu;

onderwerken:

het bij de oogst van graan hakselen van stro en het onderwerken van graanresten na de oogst zodanig dat een perceel niet meer aantrekkelijk is voor op graanresten foeragerende ganzen;

overeenkomst:

de tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de minister, enerzijds en een eigenaar of pachter van een of meer percelen, anderzijds, gesloten overeenkomst ‘Versneld onderwerken graanresten’.

Artikel 2

De minister kan op aanvraag een bijdrage verstrekken voor het onderwerken van percelen in het kader van de aanpak van vogelaanvaringen op en rondom de luchthaven Schiphol.

Artikel 3

In aanmerking voor een bijdrage als bedoeld in artikel 2 komen eigenaren of pachters van percelen die zich bevinden in het gebied dat op de in de bijlage 1 opgenomen kaart gearceerd is weergegeven en die een overeenkomst hebben gesloten.

Artikel 4

  • 1. De bijdrage bedraagt € 853,– per hectare graanakker, indien het onderwerken binnen 48 uur na afronding van de oogst correct heeft plaatsgevonden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de bijdrage € 642,– per hectare graanakker, indien het onderwerken later dan 48 uur na afronding van de oogst correct heeft plaatsgevonden.

Artikel 5

Een eigenaar of pachter van een of meer percelen die in aanmerking wil komen voor een bijdrage, voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de overeenkomst.

Artikel 6

  • 1. Een eigenaar of pachter die zijn percelen heeft ondergewerkt, zendt uiterlijk twee weken na de afronding van het onderwerken een volledig ingevuld en ondertekend registratieformulier aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, t.a.v. Directie Luchtvaart, Meldpunt graan, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag.

  • 2. Het registratieformulier, bedoeld in het eerste lid, wordt aangemerkt als aanvraag voor een bijdrage.

  • 3. Het te gebruiken model van het registratieformulier is opgenomen in bijlage 2.

Artikel 7

De minister stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag de bijdrage vast zonder voorafgaande verleningsbeschikking.

Artikel 8

In de beschikking tot vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 7, wordt opgenomen op welk moment de betaling in één keer plaatsvindt.

Artikel 9

De minister kan weigeren de gehele bijdrage of een gedeelte daarvan te verstrekken, indien:

  • a. bij controle van de percelen blijkt dat het onderwerken niet of niet correct heeft plaatsgevonden;

  • b. het in artikel 6 bedoelde registratieformulier niet volledig is ingevuld.

Artikel 10

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013 en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. Deze regeling blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van bijdragen, op basis van deze regeling verleend, die voor de vervaldatum zijn verleend en op eventuele bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van die bijdragen. Deze regeling blijft eveneens van toepassing op aanvragen om bijdragen waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bijdragen onderwerken graanresten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

BIJLAGE 1 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3

BIJLAGE 2 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, DERDE LID

FORMULIER REGISTRATIE VAN DE OVEREENGEKOMEN MAATREGELEN

BEDRIJF

 

ADRES

 

TELEFOONNR.

 

E-MAILADRES

 

In de volgende tabel worden per rij de gegevens van een perceel ingevuld.

Het perceelnummer moet overeenkomen met de nummering op de ingediende kaart(en).

Perceel

nummer

Perceel oppervlak in ha

gewastype

Oogst van het graan

hakselen

onderwerken

datum

Tijdstip einde oogst

datum

datum

Tijdstip einde onderwerken

Methode onderwerken

                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 

DATUM

 

HANDTEKENING

 

TOELICHTING

Algemeen

De partijen, verenigd in de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen (NRV), hebben in het convenant Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol afgesproken in het gebied rond de nationale luchthaven Schiphol het risico van botsingen tussen vliegtuigen en vogels jaarlijks te reduceren met daarbij specifiek aandacht voor risicovolle soorten. In het convenant wordt een viersporen-aanpak uiteengezet. Eén van de sporen is het beperken van het foerageren van ganzen in de directe nabijheid van de start- en landingsbanen, met als doel het aantal ganzen dat door dit foerageren de start- en landingsbanen en de vliegpaden van naderende en vertrekkende vliegtuigen kruist, te beperken. Een belangrijke voedselbron voor overzomerende ganzen is het graan dat na de oogst op de akker achterblijft. Door de graanresten zo snel mogelijk na de oogst onder te werken, is deze voedselbron voor ganzen niet meer beschikbaar en zullen de foerageervluchten op de graanresten afnemen. Voor agrarische percelen binnen de Haarlemmermeer, ten noordoosten van de Venneperweg, (het werkingsgebied, zie ook de kaart opgenomen in bijlage 1) wordt sinds 2012 de betrokken agrarische ondernemers de mogelijkheid geboden om op vrijwillige basis een overeenkomst met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (verder: IenM) te sluiten. Op basis daarvan kunnen zij in aanmerking komen voor een bijdrage voor het na de oogst onderwerken van graanresten op hun graanpercelen. Het is van belang dat zoveel mogelijk agrarische ondernemers, die binnen het werkingsgebied graan verbouwen, de graanresten versneld onderwerken. Desondanks is bewust gekozen voor vrijwillige deelname met een niet te gedetailleerde beschrijving van de voorwaarden. Dit doet recht aan de eigen betrokkenheid bij en de verantwoordelijkheid voor het bijdragen aan de oplossing van het foerageervraagstuk.

De bijdrage die de agrarische ondernemer per hectare ondergewerkte graanakker krijgt is € 853,–. Lukt het, vanwege de weersomstandigheden, niet om een graanperceel binnen 48 uur versneld onder te werken dan is de ondernemer verplicht dit alsnog op de kortst mogelijke termijn uit te voeren. De bijdrage bedraagt dan € 642,–. Met de onderhavige regeling wordt voorzien in de benodigde wettelijke grondslag voor het verstrekken van deze bijdrage.

Administratieve lasten

De administratieve lasten ten gevolge van deze regeling betreffen de kosten die gemoeid zijn met het voldoen aan de (informatie)verplichtingen om in aanmerking te komen voor de bijdrage. Het gaat hierbij om: de opgave van de percelen, de opgave van het oogstmoment en het aanleveren van de administratieve gegevens na het afronden van het onderwerken. Na berekening komen de totale administratieve lasten uit op een bedrag van € 3.550,– per jaar. Per deelnemende agrarische ondernemer (stand per 5 juni 2013) komt dit neer op een bedrag van € 51,–.

Inwerkingtreding

De onderhavige regeling geldt met ingang van 1 juli 2013. Hiermee wordt aangesloten bij de zogenaamde vaste verandermomenten die gelden voor de inwerkingtreding van ministeriële regelingen. Voor wat betreft de publicatie wordt afgeweken van de standaardtermijn van twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding. Het vasthouden aan de termijn van twee maanden zou ertoe leiden dat de regeling niet op 1 juli a.s. in werking zou kunnen treden en zou daarmee leiden tot ongewenste nadelen voor de beoogde doelgroep en het proces van verstrekking van de bijdrage (mede gelet op het oogstseizoen in het derde kwartaal van 2013).

Artikelsgewijs

Artikel 1

Zoals in het algemeen deel van de toelichting is te lezen, wordt in het kader van het onderwerken van graanresten na de oogst gewerkt met overeenkomsten tussen het Ministerie van IenM en betrokken eigenaren of pachters van de percelen. Om dit goed in de onderhavige regeling te borgen, is er voor gekozen de term ‘overeenkomst’ in de begripsbepalingen op te nemen.

Artikel 3

Op de kaart in bijlage 1 is de begrenzing van het werkingsgebied van de regeling aangegeven. Alleen eigenaren of pachters van percelen die zich binnen het gearceerde gebied bevinden, en die een overeenkomst als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, hebben gesloten, kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage.

Artikel 4

In het tweede lid van artikel 4 is de hoogte van de bijdrage bepaald ingeval direct onderwerken (dat wil zeggen binnen 48 uur) niet mogelijk blijkt te zijn. Dit zal zich voordoen als het weer zodanig slecht is dat onderwerken niet mogelijk is. Het onderwerken dient dan alsnog op de kortst mogelijke termijn te gebeuren. Deze termijn is niet begrensd, aangezien niet op voorhand is aan te geven wanneer het onderwerken dan wel mogelijk is.

Artikel 5

In de overeenkomst, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, is opgenomen welke verplichtingen gelden voor een eigenaar of pachter van de percelen om voor een bijdrage in aanmerking te komen. In de onderhavige regeling wordt daarom volstaan met een verwijzing naar deze overeenkomst.

Artikel 6

Nadat een eigenaar of pachter van de percelen het onderwerken heeft voltooid, zal dit in opdracht van het Ministerie van IenM gecontroleerd worden. Een eigenaar of pachter zendt dan het volledig ingevulde en ondertekende formulier, opgenomen in bijlage 2, aan het Ministerie van IenM. Het ontvangen formulier wordt aangemerkt als aanvraag voor de bijdrage.

Artikel 9

Artikel 9 bevat de gronden op basis waarvan de minister de gehele bijdrage, of een gedeelte daarvan, kan weigeren. Ingeval het registratieformulier niet volledig is ingevuld (de weigeringsgrond opgenomen in onderdeel b), zal, voordat tot weigering kan worden overgegaan, eerst de gelegenheid worden geboden de ontbrekende gegevens aan te vullen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W. J. Mansveld

Naar boven