Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 20 juni 2013, nr. IENM/BSK-2013/122909, tot wijziging van de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen in verband met wijzigingen van inhoudelijk ondergeschikte aard

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10a, vijfde lid, 12b, vierde lid, 12c, eerste lid en derde lid, 12e, tweede lid, 12i en 12j van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de omschrijving van de begrippen ‘AP04-A’ en ‘AP04-E’ wordt ‘versie 4’ vervangen door: versie 6.2.

2. In de omschrijving van het begrip ‘AP04-SB’ wordt ‘versie 4’ vervangen door: versie 6.2a.

3. In de omschrijving van het begrip ‘AP04-V’wordt ‘versie 5’ vervangen door: versie 7.

4. In de omschrijving van het begrip ‘BRL 1000’ wordt ‘versie 8’ vervangen door: versie 8.0.

5. In de omschrijving van het begrip ‘VKB-protocol 1004’ wordt na ‘partijkeuringen’ ingevoegd: , versie 1.0.

B

In artikel 6g wordt ‘SenterNovem’ vervangen door: Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+.

C

Artikel 6h wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor de aanvraag om een erkenning, bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van het besluit en voor het verzoek om wijziging van een erkenning, bedoeld in artikel 12e, eerste lid, van het besluit, wordt gebruik gemaakt van het formulier dat is opgenomen in de bijlage in onderdeel E, onder 1.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

4. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘SenterNovem’ vervangen door ‘Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+’ en ‘de bijlage in onderdeel E, onder 3’ door: de bijlage in onderdeel E, onder 2.

5. In derde lid (nieuw) wordt ‘SenterNovem’ vervangen door ‘Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+’ en ‘de bijlage in onderdeel E, onder 4’ door: de bijlage in onderdeel E, onder 3.

D

Na artikel 6h wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6i

Deze regeling berust op de artikelen 10.50 van de Wet milieubeheer voor zover het artikel 5 betreft, en 9.2.2.1, derde lid, van de Wet milieubeheer voor zover het artikel 3, tweede en vijfde lid, betreft, en op de artikelen 2, vierde lid, 3, zevende lid, 5, derde lid, 10, zesde lid, 10a, vijfde lid, 12c, eerste en derde lid, 12e, tweede lid, 12i en 12j van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen.

E

Onderdeel E in de bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 1 wordt vervangen door het in de bijlage bij deze regeling vervatte onderdeel 1.

2. Onderdeel 2 vervalt.

3. De onderdelen 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

1. Formulier voor het aanvragen/wijzigen van een erkenning als bedoeld in artikel 12c, eerste lid, resp. artikel 12e, eerste lid, van het besluit

1. Algemene gegevens van de aanvrager

A

Aanvrager (bedrijfsnaam)

 

B

Handelsna(a)m(en) de afgelopen 5 jaar

 

C

Naam contactpersoon

Geslacht

□ M/V □

D

Postadres

 

E

Postcode/plaats

 

F

Telefoonnummer

 

Faxnummer

G

E-mailadres

   
 

De aanvraag heeft betrekking op vestiging(en). (vul hier het aantal vestigingen in)

LET OP: Vul voor iedere vestiging een apart volgblad in.

2. Antecedenten * LET OP: alle vragen verplicht invullen!

2A. Heeft de aanvrager in de 3 jaar voorafgaande aan deze aanvraag strafbare feiten gepleegd?

□ Nee

□ Ja: indien ja, geeft u dan hieronder aan welke feiten dit betrof en wanneer deze zijn gepleegd, welke straf en door wie deze is opgelegd en onder welk parketnummer.

 

2B. Heeft de bestuurder of leidinggevende van de aanvrager in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag strafbare feiten gepleegd?

□ Nee

□ Ja: indien ja, geeft u dan hieronder aan welke feiten dit betrof. Geef daarbij tevens aan door wie en wanneer deze zijn gepleegd en wanneer de veroordeling heeft plaatsgevonden, welke straf en door wie is deze opgelegd en onder welk parketnummer geregistreerd.

 

2C. Is aan de aanvrager, de bestuurder of leidinggevende van de aanvrager in de 3 jaren voorafgaand aan deze aanvraag een bestuursrechtelijke maatregel (bestuursdwangaanschrijving of een last onder dwangsom) opgelegd?

□ Nee

 

□ Ja*:

□ Wm

□ Wvo

□ Wbb

□ Erkenning/aanwijzing

□ Overig, n.l.

*: Indien ja, geeft u dan hieronder aan welke feiten dit betrof en wanneer deze zijn gepleegd, welke maatregelen zijn opgelegd, aan wie en wanneer deze maatregelen zijn opgelegd.

 

2D. Heeft de monsternemer in de 3 jaar voorafgaande aan deze aanvraag strafbare feiten gepleegd?

□ N.v.t.

□ Nee

□ Ja: indien ja, geeft u dan hieronder aan welke persoon en welk feit dit betrof en wanneer deze zijn gepleegd, welke straf en door wie zijn deze opgelegd en onder welk parketnummer.

 

2E. Is aan de monsternemer in de 3 jaar voorafgaande aan deze aanvraag een bestuursrechtelijke maatregel (bestuursdwangaanschrijving of een last onder dwangsom) opgelegd?

□ N.v.t.

□ Nee

 

□ Ja*:

□ Wm

□ Wvo

□ Wbb

□ Erkenning/aanwijzing

□ Overig, n.l.

* Indien ja, geeft u dan hieronder aan welke feiten dit betrof en wanneer deze zijn gepleegd, welke maatregelen zijn opgelegd, aan wie en wanneer deze maatregelen zijn opgelegd.

 

3. Waarop heeft deze melding betrekking?

1e aanvraag erkenning

Wijziging erkenning

 

□ verhuizing vestiging

 

□ extra werkzaamheden

 

□ minder werkzaamheden

 

□ naamswijziging bedrijf

 

□ extra vestiging(en)

 

□ wijziging van certificerende instelling

 

□ wijziging van bestuurder(s)

 

□ wijziging persoonsregistratie

4. Ondertekening

De ondergetekende verklaart in de hoedanigheid van bestuurder van de aanvrager of als gemachtigde dat:

– dit formulier inclusief volgblad(en) naar waarheid is ingevuld;

– de verplichte bijlagen bij deze aanvraag recent en actueel zijn;

– bekend te zijn met de voorwaarden en verplichtingen zoals bepaald in het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen;

– bereid is op verzoek nadere informatie (omtrent de aanvraag) te verstrekken.

 

□ Ondertekening als alleen/zelfstandige of alle gezamenlijke bevoegde bestuurder(s)

□ Ondertekening door een gemachtigde

1. Naam ondertekenaar

 

Datum

 

Plaats

 

Handtekening

 

2. Naam ondertekenaar

 

Datum

 

Plaats

 

Handtekening

 

3. Naam ondertekenaar

 

Datum

 

Plaats

 

Handtekening

 

Let op!

Indien sprake van gezamenlijke bevoegdheid, dienen alle bestuurders gezamenlijk te tekenen.

Stuur de aanvraag met alle verplichte bijlagen naar: Rijkswaterstaat, Bodem+. Het adres kunt u vinden op www.bodemplus.nl

  • Voor meer info, kijk op onze website www.bodemplus.nl onder de FAQ’s (veelgestelde vragen).

  • Machtigingsformulier is te downloaden van website!

  • BELANGRIJK: Onvolledige aanvragen kunnen buiten behandeling worden gesteld!

Te erkennen locatie (vestiging)

(Handels)naam*

*(zoals vermeld op inschrijving KvK en certificaat)

 

Straatnaam

 

Huisnummer

 

Postcode

 

Vestigingsplaats

 
 

NB: indien naam/adres zijn gewijzigd, gaarne oude gegevens ook te vermelden

 

Persoonsregistratie (vul hier alle namen van de te registreren personen waarop de aanvraag betrekking heeft).

Voor de ondergenoemde personen mag de Verklaring omtrent het gedrag (VOG) niet ouder zijn dan zes maanden.

Achternaam, Voorletters te registreren personen

Geslacht

M / V

Geboortedatum

Datum afgifte VOG*

       
       
       
       
       
       
       

* Indien de betreffende VOG al bij een aanvraag van een andere instelling is ingediend (en nog geldig is), geeft u dan behalve de datum van de VOG ook aan bij welke aanvraag de VOG aan Bodem+ is overgelegd.

Monsterneming bij partijkeuringen (BRL SIKB 1000 of AP04 M)

Certificaatnummer

Uitgiftedatum certificaat

Protocol

Na(a)m(en) te registreren perso(o)n(en)

Achternaam, Voorletters

Moet de persoon worden toegevoegd of

verwijderd?

Protocol 1004

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

 

□ Toevoegen / □ Verwijderen

→ Denk aan het invullen van de checklist!

Checklist behorende bij Aanvraag/Wijziging Erkenning Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

Document

Aanwezig

– Formulier Aanvraag/Wijziging erkenning.

– Volgblad per vestigingsadres waarop het verzoek tot erkenning betrekking heeft.

 

– Volledig exemplaar van het accreditatiecertificaat, incl. eventuele bijlagen.

– Recent en actueel uittreksel van de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. (richtlijn niet ouder als 1 jaar)

– Uittreksels Kamer van Koophandel waaruit de tekenbevoegdheid van de bestuurder blijkt.

– Originele machtiging bij ondertekening door gemachtigde (indien ondertekening niet geschied door een zelfstandige/alleen bevoegde bestuurder(s)). TIP: machtigingsformulier is te downloaden op: www.bodemplus.nl )

– Originele Verklaring omtrent het Gedrag (VOG). Let op! Deze mag niet ouder zijn dan 6 maanden.

– Overzichtslijst van geregistreerde milieukundige begeleiders, Veldwerkers en Monsternemers (door de certificerende instelling uitgegeven).

– Indien er sprake is van uitbesteding; document waaruit blijkt dat de uitbestede verrichting structureel wordt uitbesteed aan een, voor die verrichting erkende instantie. (Alleen van toepassing bij AS2000)

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze wijzigingsregeling wijzigt de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (hierna: Regeling melden). De wijzigingen zijn van inhoudelijk ondergeschikte aard.

Zo zijn verwijzingen naar inmiddels verouderde versienummers van onder andere accreditatieprogramma’s voor de keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen (artikel 1, tweede lid, van de Regeling melden) geactualiseerd. Tevens wordt in de Regeling melden SenterNovem niet langer genoemd als bevoegde instantie, maar wordt thans verwezen naar Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+. Voor een inhoudelijke toelichting op deze wijzigingen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij deze regeling.

Verder zijn de formulieren, aangaande de procedure van erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming van afvalstoffen gewijzigd. In de volgende paragraaf is uiteengezet waarom die formulieren zijn gewijzigd.

2. Regels inzake de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming

Ingevolge artikel 10.39, eerste lid, onder a, van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) dient degene die zich van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen ontdoet door afgifte aan een persoon als bedoeld in artikel 10.37, tweede lid, onder a tot en met e, van de Wm aan deze persoon een omschrijving van de aard, eigenschappen en samenstelling van die afvalstoffen te verstrekken. Paragraaf 5 van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afval (hierna: Besluit melden) bevat regels over de verstrekking van een omschrijving van de aard, de eigenschappen en de samenstelling van afvalstoffen. Zo staat in artikel 10, derde lid, van het Besluit melden vermeld wat een omschrijving verder moet bevatten in gevallen waarin korrelvormige afvalstoffen aan een persoon, die een stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder a, van de Wm drijft (een stortplaatsexploitant), worden afgegeven om te worden gestort. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens over de bron en oorsprong van de afvalstoffen, over het proces waarbij de afvalstoffen zijn ontstaan, een beschrijving van de behandeling van de afvalstoffen die is toegepast, gegevens over het uitlooggedrag van de afvalstoffen en gegevens over de eigenschappen van de afvalstoffen die specifiek van belang zijn voor het zo nodig treffen van aanvullende voorzorgsmaatregelen op de plaats waarop de afvalstoffen zullen worden gestort.

Ingevolge artikel 10a, eerste lid, van het Besluit melden draagt degene die een omschrijving verstrekt in gevallen als bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Besluit melden er zorg voor dat ter bepaling van de in de omschrijving op te nemen gegevens over de samenstelling en het uitlooggedrag van afvalstoffen, monsters van de betrokken afvalstoffen worden genomen, die monsters worden geanalyseerd en dat daaromtrent gegevens worden geregistreerd. De monsterneming dient uitgevoerd te worden door een persoon of instelling die beschikt over een erkenning als bedoeld in artikel 12b van het Besluit melden.

De (bovenstaande) regels inzake de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming zijn ingevoerd ter implementatie van Beschikking nr. 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage II van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen (PbEG 2003, L 11). De specifieke regels voor de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming zijn opgenomen in paragraaf 6a van het Besluit melden (artikelen 12a e.v.). In artikel 6h van de Regeling melden wordt het gebruik van bepaalde formulieren voor de procedure rondom de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming van te storten afvalstoffen voorgeschreven. De formulieren zijn opgenomen in de bijlage, onderdeel E. Met deze wijzigingsregeling zijn enkele van die formulieren gewijzigd.

De wijziging van de formulieren is zowel ingegeven door de aanvragers (monsternemers) als door de bevoegde instantie, Rijkswaterstaat, en is met name voortgekomen uit de wens tot harmonisatie van de formulieren die op grond van het Besluit bodemkwaliteit dienen te worden gebruikt en de wens tot digitalisering van de procedures.

Voor het aanvragen van soortgelijke erkenningen als de erkenningen voor monsternemers van te storten afvalstoffen, wordt in de Regeling melden gebruik gemaakt van één standaard formulierenset voor aanvraag en wijziging. Alleen voor de erkenning als bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van het Besluit melden (grond van het VKB-protocol 1004) werden aparte (en anders ingerichte) formulieren gebruikt. Door deze formulieren te vervangen door een formulier dat wordt gebruikt bij overige erkenningen, wordt uniformiteit bereikt.

Het gebruik van geharmoniseerde formulieren heeft voor zowel aanvragers als de bevoegde instantie wezenlijke voordelen. De aanvragers zijn bekend met het invullen en het gebruik en ondervinden daardoor minder problemen. De bevoegde instantie kan aansluiten bij de werkwijze zoals deze standaard wordt gebruikt bij de beoordeling van erkenningen.

Een geharmoniseerde formulierenset voor het aanvragen van een erkenning maakt daarnaast digitalisering van het erkenningenproces bij de bevoegde instantie in de toekomst eenvoudiger.

3. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Met betrekking tot de wijzigingen aangaande artikel 1, tweede lid, van de Regeling melden zijn er positieve gevolgen voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, doordat thans verwezen wordt naar de meest recente versie van de accreditatieprogramma’s en protocollen.

De aanpassing van de formulieren heeft positieve gevolgen doordat zowel aanvrager als de bevoegde instantie deze formulieren herkennen en bekend zijn met het gebruik en de beoordeling ervan.

4. Financiële gevolgen rijksoverheid

Voor de rijksoverheid treedt een minimale lastenverlichting op door de snellere verwerking van aanvragen en wijzigingen. Daarnaast is de harmonisatie van de formulieren een opmaat naar digitalisering van de uitvoering.

5. Financiële gevolgen burgers, bedrijven en andere overheden

De wijzigingen ingevolge deze regeling hebben gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. Zoals hiervoor aangegeven zullen aanvragers (burgers en bedrijven) de gewijzigde formulieren herkennen uit aanvragen voor andere, soortgelijke erkenningen die zij al bezitten.

Daarnaast is, zoals hieronder aangegeven bij de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel E, een aantal veranderingen doorgevoerd in de gestelde vragen. Deze veranderingen hebben geen noemenswaardige toe- of afname van de administratieve lasten voor de aanvragers tot gevolg.

Voor provincies en gemeenten verandert er niets.

6. Gevolgen voor het milieu

Het wijzigen van het aanvraagformulier heeft geen gevolgen voor het milieu.

7. Melding in het kader van de dienstenrichtlijn

Het doel van richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (Pb EU L 376/36) (hierna: de dienstenrichtlijn) is het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen voor het vrije verkeer van diensten. In artikel I, onderdeel E, van deze wijzigingsregeling zijn wijzigingen opgenomen in de formulieren aangaande de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming (bijlage, onderdeel E, onder 1 en 2 van de Regeling melden). In artikel 12f van het Besluit melden zijn reeds zogenoemde wederzijdse erkenningsclausules opgenomen voor deze eisen. Deze regeling zal ter voldoening aan de meldingsplicht op grond van de artikelen 16 en 39, vijfde lid, van de dienstenrichtlijn gemeld worden bij de Europese Commissie.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Dit artikel actualiseert de versienummers van enkele accreditatieprogramma’s en een beoordelingsrichtlijn (BRL 1000). Verder is een versienummer toegevoegd aan het VKB-protocol 1004. Op deze manier kan er geen onduidelijkheid bestaan over de te hanteren documenten.

Onderdelen B en gedeeltelijk C, onder 4 en 5

Op 1 januari 2013 is onderdeel Bodem+ van Agentschap NL (voorheen SenterNovem), verantwoordelijk voor de uitvoering en beoordeling van de erkenningsregeling, overgegaan naar Rijkswaterstaat. Aanvragen en erkenningen die voorheen bij SenterNovem of Agentschap NL binnen kwamen worden nu afgehandeld door Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+.

Onderdelen C en E

Artikel I, onderdeel C, wijzigt artikel 6h van de Regeling melden. De eerste twee leden van artikel 6h zijn samengevoegd. Deze samenvoeging houdt verband met de wijzigingen (Artikel I, onderdeel E) die aangebracht zijn in de formulieren betreffende de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming, bedoeld in artikel 10a, derde lid, van het Besluit melden. Met artikel I, onderdeel E, van deze wijzigingsregeling zijn enkele formulieren, opgenomen in de bijlage, onderdeel E, onder 1 en 2, bij de Regeling melden vervangen door de formulieren, opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Het formulier voor de aanvraag om een erkenning, bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van het Besluit melden en het formulier voor het verzoek om wijziging van een erkenning, bedoeld in artikel 12e, eerste lid, van het Besluit melden zijn thans samengevoegd. Samenvoeging van deze formulieren maakt de administratieve afwikkeling eenvoudiger en doet geen afbreuk aan de informatiebehoefte.

Voor de aanvraag om een erkenning en het verzoek om wijziging van een erkenning kan thans gebruik worden gemaakt van één formulier. De andere formulieren in onderdeel E van de bijlage, betreffende de melding van een faillissement of surseance van betaling (als bedoeld in artikel 12i van het Besluit melden) en de melding van een schorsing of intrekking van een certificaat voor de monsterneming (als bedoeld in artikel 12j van het Besluit melden) blijven ongewijzigd. Die formulieren zijn vanwege het vervallen van formulier 2 vernummerd tot 2 en 3.

Als nieuwe vragen in het formulier zijn toegevoegd:

  • 1. het e-mailadres als logisch en gangbaar communicatiemiddel bij aanvragen;

  • 2. eventuele bestuursrechterlijke maatregel opgelegd aan aanvrager/bestuurder/leidinggevende;

  • 3. eventuele bestuursrechterlijke maatregel opgelegd aan monsternemer.

De vragen 2 en 3 kunnen van invloed zijn op het afgeven van de Verklaring omtrent het gedrag.

Onderdeel D

Met een nieuw artikel 6i is aangegeven op welke grondslagen de Regeling melden is gebaseerd. Ten aanzien van de grondslagen uit de Wet milieubeheer is niets veranderd. De grondslagen uit het Besluit melden waren soms onjuist en onvolledig. In dit artikel zijn daarom alle relevante grondslagen vermeld.

Artikel II

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2013. Aangesloten wordt bij het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten van regelgeving (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), waaruit volgt dat als algemeen uitgangspunt voor de inwerkingtreding van ministeriële regelingen vier vaste data gelden, te weten 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober, en een minimale invoeringstermijn van 2 maanden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven