TOELICHTING
I. Algemeen
1. Inleiding
Deze wijzigingsregeling wijzigt de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke
afvalstoffen (hierna: Regeling melden). De wijzigingen zijn van inhoudelijk ondergeschikte
aard.
Zo zijn verwijzingen naar inmiddels verouderde versienummers van onder andere accreditatieprogramma’s
voor de keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen (artikel
1, tweede lid, van de Regeling melden) geactualiseerd. Tevens wordt in de Regeling
melden SenterNovem niet langer genoemd als bevoegde instantie, maar wordt thans verwezen
naar Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+. Voor een inhoudelijke toelichting op deze
wijzigingen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij deze regeling.
Verder zijn de formulieren, aangaande de procedure van erkenning van personen of instellingen
voor de monsterneming van afvalstoffen gewijzigd. In de volgende paragraaf is uiteengezet
waarom die formulieren zijn gewijzigd.
2. Regels inzake de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming
Ingevolge artikel 10.39, eerste lid, onder a, van de Wet milieubeheer (hierna: Wm)
dient degene die zich van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen ontdoet
door afgifte aan een persoon als bedoeld in artikel 10.37, tweede lid, onder a tot
en met e, van de Wm aan deze persoon een omschrijving van de aard, eigenschappen en
samenstelling van die afvalstoffen te verstrekken. Paragraaf 5 van het Besluit melden
bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afval (hierna: Besluit melden) bevat regels over
de verstrekking van een omschrijving van de aard, de eigenschappen en de samenstelling
van afvalstoffen. Zo staat in artikel 10, derde lid, van het Besluit melden vermeld
wat een omschrijving verder moet bevatten in gevallen waarin korrelvormige afvalstoffen
aan een persoon, die een stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder
a, van de Wm drijft (een stortplaatsexploitant), worden afgegeven om te worden gestort.
Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens over de bron en oorsprong van de afvalstoffen,
over het proces waarbij de afvalstoffen zijn ontstaan, een beschrijving van de behandeling
van de afvalstoffen die is toegepast, gegevens over het uitlooggedrag van de afvalstoffen
en gegevens over de eigenschappen van de afvalstoffen die specifiek van belang zijn
voor het zo nodig treffen van aanvullende voorzorgsmaatregelen op de plaats waarop
de afvalstoffen zullen worden gestort.
Ingevolge artikel 10a, eerste lid, van het Besluit melden draagt degene die een omschrijving
verstrekt in gevallen als bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Besluit melden
er zorg voor dat ter bepaling van de in de omschrijving op te nemen gegevens over
de samenstelling en het uitlooggedrag van afvalstoffen, monsters van de betrokken
afvalstoffen worden genomen, die monsters worden geanalyseerd en dat daaromtrent gegevens
worden geregistreerd. De monsterneming dient uitgevoerd te worden door een persoon
of instelling die beschikt over een erkenning als bedoeld in artikel 12b van het Besluit
melden.
De (bovenstaande) regels inzake de erkenning van personen of instellingen voor de
monsterneming zijn ingevoerd ter implementatie van Beschikking nr. 2003/33/EG van
de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het
aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage
II van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen (PbEG 2003, L
11). De specifieke regels voor de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming
zijn opgenomen in paragraaf 6a van het Besluit melden (artikelen 12a e.v.). In artikel
6h van de Regeling melden wordt het gebruik van bepaalde formulieren voor de procedure
rondom de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming van te storten
afvalstoffen voorgeschreven. De formulieren zijn opgenomen in de bijlage, onderdeel
E. Met deze wijzigingsregeling zijn enkele van die formulieren gewijzigd.
De wijziging van de formulieren is zowel ingegeven door de aanvragers (monsternemers)
als door de bevoegde instantie, Rijkswaterstaat, en is met name voortgekomen uit de
wens tot harmonisatie van de formulieren die op grond van het Besluit bodemkwaliteit
dienen te worden gebruikt en de wens tot digitalisering van de procedures.
Voor het aanvragen van soortgelijke erkenningen als de erkenningen voor monsternemers
van te storten afvalstoffen, wordt in de Regeling melden gebruik gemaakt van één standaard
formulierenset voor aanvraag en wijziging. Alleen voor de erkenning als bedoeld in
artikel 12c, eerste lid, van het Besluit melden (grond van het VKB-protocol 1004)
werden aparte (en anders ingerichte) formulieren gebruikt. Door deze formulieren te
vervangen door een formulier dat wordt gebruikt bij overige erkenningen, wordt uniformiteit
bereikt.
Het gebruik van geharmoniseerde formulieren heeft voor zowel aanvragers als de bevoegde
instantie wezenlijke voordelen. De aanvragers zijn bekend met het invullen en het
gebruik en ondervinden daardoor minder problemen. De bevoegde instantie kan aansluiten
bij de werkwijze zoals deze standaard wordt gebruikt bij de beoordeling van erkenningen.
Een geharmoniseerde formulierenset voor het aanvragen van een erkenning maakt daarnaast
digitalisering van het erkenningenproces bij de bevoegde instantie in de toekomst
eenvoudiger.
3. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Met betrekking tot de wijzigingen aangaande artikel 1, tweede lid, van de Regeling
melden zijn er positieve gevolgen voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, doordat
thans verwezen wordt naar de meest recente versie van de accreditatieprogramma’s en
protocollen.
De aanpassing van de formulieren heeft positieve gevolgen doordat zowel aanvrager
als de bevoegde instantie deze formulieren herkennen en bekend zijn met het gebruik
en de beoordeling ervan.
4. Financiële gevolgen rijksoverheid
Voor de rijksoverheid treedt een minimale lastenverlichting op door de snellere verwerking
van aanvragen en wijzigingen. Daarnaast is de harmonisatie van de formulieren een
opmaat naar digitalisering van de uitvoering.
5. Financiële gevolgen burgers, bedrijven en andere overheden
De wijzigingen ingevolge deze regeling hebben gevolgen voor de administratieve lastendruk
voor burgers en bedrijven. Zoals hiervoor aangegeven zullen aanvragers (burgers en
bedrijven) de gewijzigde formulieren herkennen uit aanvragen voor andere, soortgelijke
erkenningen die zij al bezitten.
Daarnaast is, zoals hieronder aangegeven bij de artikelsgewijze toelichting bij artikel
I, onderdeel E, een aantal veranderingen doorgevoerd in de gestelde vragen. Deze veranderingen
hebben geen noemenswaardige toe- of afname van de administratieve lasten voor de aanvragers
tot gevolg.
Voor provincies en gemeenten verandert er niets.
6. Gevolgen voor het milieu
Het wijzigen van het aanvraagformulier heeft geen gevolgen voor het milieu.
7. Melding in het kader van de dienstenrichtlijn
Het doel van richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december
2006 betreffende diensten op de interne markt (Pb EU L 376/36) (hierna: de dienstenrichtlijn)
is het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen voor het vrije verkeer van diensten.
In artikel I, onderdeel E, van deze wijzigingsregeling zijn wijzigingen opgenomen
in de formulieren aangaande de erkenning van personen of instellingen voor de monsterneming
(bijlage, onderdeel E, onder 1 en 2 van de Regeling melden). In artikel 12f van het
Besluit melden zijn reeds zogenoemde wederzijdse erkenningsclausules opgenomen voor
deze eisen. Deze regeling zal ter voldoening aan de meldingsplicht op grond van de
artikelen 16 en 39, vijfde lid, van de dienstenrichtlijn gemeld worden bij de Europese
Commissie.
II. Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Dit artikel actualiseert de versienummers van enkele accreditatieprogramma’s en een
beoordelingsrichtlijn (BRL 1000). Verder is een versienummer toegevoegd aan het VKB-protocol
1004. Op deze manier kan er geen onduidelijkheid bestaan over de te hanteren documenten.
Onderdelen B en gedeeltelijk C, onder 4 en 5
Op 1 januari 2013 is onderdeel Bodem+ van Agentschap NL (voorheen SenterNovem), verantwoordelijk
voor de uitvoering en beoordeling van de erkenningsregeling, overgegaan naar Rijkswaterstaat.
Aanvragen en erkenningen die voorheen bij SenterNovem of Agentschap NL binnen kwamen
worden nu afgehandeld door Rijkswaterstaat, onderdeel Bodem+.
Onderdelen C en E
Artikel I, onderdeel C, wijzigt artikel 6h van de Regeling melden. De eerste twee
leden van artikel 6h zijn samengevoegd. Deze samenvoeging houdt verband met de wijzigingen
(Artikel I, onderdeel E) die aangebracht zijn in de formulieren betreffende de erkenning
van personen of instellingen voor de monsterneming, bedoeld in artikel 10a, derde
lid, van het Besluit melden. Met artikel I, onderdeel E, van deze wijzigingsregeling
zijn enkele formulieren, opgenomen in de bijlage, onderdeel E, onder 1 en 2, bij de
Regeling melden vervangen door de formulieren, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.
Het formulier voor de aanvraag om een erkenning, bedoeld in artikel 12c, eerste lid,
van het Besluit melden en het formulier voor het verzoek om wijziging van een erkenning,
bedoeld in artikel 12e, eerste lid, van het Besluit melden zijn thans samengevoegd.
Samenvoeging van deze formulieren maakt de administratieve afwikkeling eenvoudiger
en doet geen afbreuk aan de informatiebehoefte.
Voor de aanvraag om een erkenning en het verzoek om wijziging van een erkenning kan
thans gebruik worden gemaakt van één formulier. De andere formulieren in onderdeel
E van de bijlage, betreffende de melding van een faillissement of surseance van betaling
(als bedoeld in artikel 12i van het Besluit melden) en de melding van een schorsing
of intrekking van een certificaat voor de monsterneming (als bedoeld in artikel 12j
van het Besluit melden) blijven ongewijzigd. Die formulieren zijn vanwege het vervallen
van formulier 2 vernummerd tot 2 en 3.
Als nieuwe vragen in het formulier zijn toegevoegd:
-
1. het e-mailadres als logisch en gangbaar communicatiemiddel bij aanvragen;
-
2. eventuele bestuursrechterlijke maatregel opgelegd aan aanvrager/bestuurder/leidinggevende;
-
3. eventuele bestuursrechterlijke maatregel opgelegd aan monsternemer.
De vragen 2 en 3 kunnen van invloed zijn op het afgeven van de Verklaring omtrent
het gedrag.
Onderdeel D
Met een nieuw artikel 6i is aangegeven op welke grondslagen de Regeling melden is
gebaseerd. Ten aanzien van de grondslagen uit de Wet milieubeheer is niets veranderd.
De grondslagen uit het Besluit melden waren soms onjuist en onvolledig. In dit artikel
zijn daarom alle relevante grondslagen vermeld.
Artikel II
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2013. Aangesloten
wordt bij het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten van regelgeving (Kamerstukken
II 2009/10, 29 515, nr. 309), waaruit volgt dat als algemeen uitgangspunt voor de inwerkingtreding van ministeriële
regelingen vier vaste data gelden, te weten 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober,
en een minimale invoeringstermijn van 2 maanden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld.