Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juni 2013, nr. JOZ/499515, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren van de invoering van passend onderwijs (Regeling stimulering invoering passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs en cluster 1 en 2, 2013–2014)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 116, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 113, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag van een op grond van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet op het voortgezet onderwijs – bekostigde school;

Bron:

Basisregistratie onderwijsnummer;

contactschool:

school die door het samenwerkingsverband in oprichting (i.o.) in het kader van de Regeling stimulering invoering passend onderwijs in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en cluster 1 en 2 2012–2013 is aangewezen als contactschool of school die door de bevoegde gezagsorganen die betrokken zijn bij de instelling cluster 2 i.o. is aangewezen als contactschool;

minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

samenwerkingsverband:

samenwerkingsverband passend onderwijs, als bedoeld in artikel 18a, van de WPO en artikel 17a, van de WVO, zoals die artikelen komen te luiden na inwerkingtreding van de wet passend onderwijs;

instelling cluster 2 i.o.:

instelling in oprichting als bedoeld in artikel XXIII van de wet passend onderwijs;

wet passend onderwijs:

Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs (Staatsblad 2012, 533).

Artikel 2. Te bekostigen activiteiten

  • 1. De minister verstrekt aanvullende bekostiging in het schooljaar 2013–2014 ter voorbereiding op de invoering van de wet passend onderwijs.

  • 2. Per samenwerkingsverband, per instelling cluster 1 en per instelling cluster 2 i.o. wordt op grond van deze regeling ten hoogste eenmaal aanvullende bekostiging verstrekt.

Artikel 3. Ambtshalve toekenning en uitkering van aanvullende bekostiging

  • 1. De aanvullende bekostiging wordt ambtshalve toegekend en uitbetaald in de maand november 2013.

  • 2. De aanvullende bekostiging wordt uitbetaald aan het samenwerkingsverband, de instelling cluster 1, of de contactschool van de instelling cluster 2 i.o..

  • 3. Indien een samenwerkingsverband op 1 november 2013 niet bij DUO in BRIN staat geregistreerd, wordt de aanvullende bekostiging uitbetaald aan de contactschool van dat samenwerkingsverband;

Artikel 4. Berekening aanvullende bekostiging

  • 1. De aanvullende bekostiging per samenwerkingsverband passend onderwijs in het primair onderwijs bestaat uit een bedrag van € 10 per bekostigde leerling op de betreffende vestiging(en) van een basisschool of van een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband. Het aantal leerlingen wordt vastgesteld op basis van de telgegevens van 1 oktober 2012, naar de stand in Bron op 1 juli 2013.

  • 2. De aanvullende bekostiging per samenwerkingsverband passend onderwijs in het voortgezet onderwijs bestaat uit een bedrag van € 10 per bekostigde leerling op de betreffende vestiging(en) van een school voor voortgezet onderwijs in het samenwerkingsverband. Het aantal leerlingen wordt vastgesteld op basis van de telgegevens van 1 oktober 2012, naar de stand in Bron op 1 juli 2013.

  • 3. De aanvullende bekostiging per instelling cluster 1 bestaat uit een bedrag van € 10 per bekostigde leerling van de instelling cluster 1. Het aantal leerlingen wordt vastgesteld op basis van de telgegevens van 1 oktober 2012, naar de stand in Bron op 1 juli 2013.

  • 4. De aanvullende bekostiging per instelling cluster 2 i.o. bestaat uit een bedrag van € 10 per bekostigde leerling van een school die behoort tot de instelling cluster 2 i.o.. Het aantal leerlingen wordt vastgesteld op basis van de telgegevens van 1 oktober 2012, naar de stand in Bron op 1 juli 2013.

Artikel 5. Verantwoording

De verantwoording over deze aanvullende bekostiging vindt plaats conform artikel 13, eerste lid, van de Regeling OCW-subsidies.

Artikel 6. Informatieplicht

Het samenwerkingsverband, de instelling cluster 1 en de instelling cluster 2 i.o. werken mee aan een door of namens de minister ingestelde onderzoek.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2013 en vervalt met ingang van 1 augustus 2014.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimulering invoering passend onderwijs in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en cluster 1 en 2, 2013–2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De in deze regeling beschreven aanvullende bekostiging heeft tot doel de schoolbesturen en samenwerkingsverbanden in het primair en het voortgezet onderwijs, de instellingen cluster 1 en de instellingen cluster 2 i.o. te ondersteunen bij de invoering van passend onderwijs. De regeling is een vervolg op de Regeling stimulering invoering passend onderwijs in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en cluster 1 en 2 2012–2013.

In november 2012 is de wet passend onderwijs gepubliceerd in het Staatsblad (Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs; Stb. 2012, nr. 533). De invoering is voorzien per 1 augustus 2014.

Dat betekent dat de samenwerkingsverbanden, de instellingen cluster 1 en de instellingen cluster 2 i.o. nog één schooljaar hebben om passend onderwijs zowel inhoudelijk als organisatorisch vorm te geven. Daarbij valt te denken aan het goed in kaart brengen van de leerlingenpopulatie, het opstellen van een ondersteuningsplan, het tijdig betrekken van – en afstemmen met – gemeente(n), ouders en leraren, etc.

2. Administratieve lasten

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging hoeft geen aanvraag te worden ingediend. De middelen worden ambtshalve toegekend. Dit in tegenstelling tot de Regeling stimulering invoering passend onderwijs in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en cluster 1 en 2 2012–2013. Voorliggende regeling kent dan ook geen administratieve lasten.

Net als de vorige regeling, wordt er gezien de aard van de aanvullende bekostiging geen inhoudelijke verantwoording gevraagd. De financiële verantwoording verloopt via de jaarrekening van het samenwerkingsverband, het bevoegd gezag van de contactschool, de instelling cluster 1 of het bevoegd gezag van de contactschool van de instelling cluster 2 i.o.

3. Uitvoeringsgevolgen (Uitvoering en handhaving)

De ministeriële regeling is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan DUO, de Auditdienst Rijk en de Inspectie van het Onderwijs. De regeling is door hen uitvoerbaar verklaard.

4. Financiële gevolgen

Er is maximaal € 25,3 miljoen beschikbaar voor de samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs, voor de samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs, voor de instellingen cluster 1 en voor de instellingen cluster 2 i.o.. De regeling kent een bedrag van € 10,00 per bekostigde leerling op een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of voortgezet onderwijs per samenwerkingsverband of een instelling cluster 1 of een instelling cluster 2 i.o.

Over de inzet van de middelen worden afspraken gemaakt binnen het samenwerkingsverband of binnen de instelling cluster 1 of de instelling cluster 2 i.o.. Het bedrag dat het bevoegd gezag van het samenwerkingsverband of de instelling cluster 1 ontvangt, heeft als doel de invoering van passend onderwijs te ondersteunen.

5. Verantwoording

De verantwoording over deze aanvullende bekostiging vindt conform artikel 13, eerste lid, van de Regeling OCW-subsidies plaats in de jaarverslaglegging van het samenwerkingsverband, het bevoegd gezag van de contactschool van het samenwerkingsverband in oprichting, van de instelling cluster 1 of van het bevoegd gezag van de contactschool van de instelling i.o., bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening bevat in dat geval tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze aanvullende bekostiging.

6. Informatie

De communicatie over deze regeling verloopt via de accountmanagers implementatie passend onderwijs, die vanuit het ministerie van OCW fungeren als contactpersoon voor het samenwerkingsverband. Verder wordt de regeling bekend worden gemaakt via de website www.passendonderwijs.nl . Ook wordt de regeling in de Staatscourant geplaatst.

7. Inwerkingtreding

Er wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten van regelgeving.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1

Deze regeling heeft betrekking op de samenwerkingsverbanden passend onderwijs die binnen het primair en het voortgezet onderwijs gevormd zijn, de instellingen cluster 1 en de instellingen in oprichting cluster 2. Wat betreft het begrip samenwerkingsverband wordt verwezen naar het samenwerkingsverband zoals bedoeld in het artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 17a van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals die artikelen komen te luiden na inwerkingtreding van de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs (Stb. 2012, nr. 533) (hierna: wet passend onderwijs).

Wat betreft de instelling cluster 2 i.o., wordt verwezen naar artikel XXIII, van de wet passend onderwijs.

Ook wat betreft het ondersteuningsplan en ondersteuningsplanraad wordt verwezen naar de wet passend onderwijs (artikel 18a, achtste lid, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 17a, achtste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs) en artikel 4a van de Wet medezeggenschap op scholen.

Artikel 3

In dit artikel wordt beschreven aan wie en wanneer de ambtshalve toekenning plaatsvindt.

De aanvullende bekostiging wordt in beginsel overgemaakt aan het samenwerkingsverband. Voorwaarde hiervoor is dat het samenwerkingsverband is geregistreerd bij DUO in BRIN.

Het verzoek van het samenwerkingsverband tot registratie in BRIN moet uiterlijk 20 november 2013 bij DUO zijn ontvangen. Daarbij geldt dat het verzoek moet voldoen aan de daaraan gestelde eisen, zoals genoemd in het speciaal voor dit doel opgestelde Programma van Eisen.

Aan samenwerkingsverbanden die op 1 november 2013 niet bij DUO in BRIN zijn geregistreerd, wordt de aanvullende bekostiging overgemaakt aan de school die in het kader van de Regeling stimulering invoering passend onderwijs in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en cluster 1 en 2 2012–2013 is aangewezen als contactschool.

Mocht een samenwerkingsverband een andere contactschool wensen, dan moet het BRIN-nummer van de gewenste contactschool uiterlijk 20 september 2013 schriftelijk (en of per mail) door een voor het samenwerkingsverband gemandateerde persoon aan de accountmanager van OCW zijn gemeld.

Per samenwerkingsverband, instelling cluster 1 of 2 i.o. wordt maximaal één vergoeding ambtshalve toegekend.

Er wordt uitgegaan van 76 samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs en van 74 samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs zoals beschreven in de Regeling regio-indeling samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO en VO (Stcrt. 2012, nr. 24914) en de 2 landelijke reformatorische samenwerkingsverbanden. Er zijn 4 instellingen cluster 1 en 5 instellingen cluster 2 i.o..

Artikel 4

  • 1. Voor deze regeling tellen de leerlingen die worden bekostigd op een basisschool, op een speciale school voor basisonderwijs of op een school voor voortgezet onderwijs per samenwerkingsverband mee voor de berekening van het bedrag voor de aanvullende bekostiging, exclusief de leerlingen die staan ingeschreven op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit is naar analogie van de vaststelling van de omvang van het budget voor zware ondersteuning na de invoering van passend onderwijs. Voor het primair en voortgezet onderwijs betekent dit dat ten behoeve van de bekostiging wordt uitgegaan van de telgegevens die op 1 juli 2013 in BRON staan geregistreerd.

  • 2. Voor deze regeling tellen de leerlingen die worden bekostigd op een instelling cluster 1 of op één van de scholen behorend bij een instelling cluster 2 i.o. mee voor de berekening van het bedrag voor de aanvullende bekostiging. Om het aantal leerlingen te bepalen, wordt uitgegaan van de telgegevens die op 1 juli 2013 in BRON staan geregistreerd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker.

Naar boven