Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 17 juni 2013, nr. WJZ/13104817, tot wijziging van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties uitoefening van de diergeneeskunde in verband met de toetreding tot de Europese Unie van Kroatië

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn (EG) nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU 2005 L 255) en op de artikelen 3, eerste en tweede lid, 4 en 9, eerste, derde, vierde en vijfde lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 en artikel 33 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties uitoefening van de diergeneeskunde wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 8 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 8a

Tot de uitoefening van de diergeneeskunde, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet, zijn toegelaten personen die in het bezit zijn van een opleidingstitel van dierenarts die is afgegeven door het voormalige Joegoslavië of ter verwerving waarvan de opleiding in Kroatië is aangevangen vóór 8 oktober 1991, mits die opleidingstitel vergezeld gaat van een officieel gewaarmerkte verklaring, waarin door de Kroatische autoriteiten wordt bevestigd dat:

  • a. de opleidingstitel, wat betreft de toegang tot de uitoefening van het betreffende beroep, op het grondgebied van Kroatië dezelfde rechtsgeldigheid heeft als de Kroatische opleidingstitels van dierenarts, en

  • b. de bezitter van de opleidingstitel de werkzaamheden van dierenarts gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren tijdens de vijf jaren voorafgaande aan de afgifte van de verklaring daadwerkelijk en op wettige wijze heeft uitgeoefend.

ARTIKEL II

Artikel 6, onder b, van de Regeling aanmelding tot uitoefening der diergeneeskunde wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt de zinsnede ‘ingevolge artikel 2 tot en met 7, van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties uitoefening van de diergeneeskunde’ vervangen door: ingevolge artikel 2 tot en met 8a van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties uitoefening van de diergeneeskunde.

2. Achter het eerste gedachtestreepje wordt de zinsnede ‘verklaringen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 7 van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties uitoefening van de diergeneeskunde’ vervangen door: verklaringen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 8a van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties uitoefening van de diergeneeskunde.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 juni 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

Richtlijn nr. 2005/36/EG1 bevat bepalingen over de erkenning van opleidingstitels en beroepskwalificaties met betrekking tot het verrichten van diergeneeskundige handelingen van onderdanen uit de Europese Gemeenschap, de Europees Economische Ruimte en Zwitserland. Een gereglementeerd beroep is een beroep waarvoor geldt dat de toegang daartoe of de uitoefening daarvan wettelijk is geregeld. Dit betekent dat een beroep alleen mag worden uitgeoefend als een bepaalde, in regelgeving vastgelegde, kwalificatie is behaald.

In Nederland is het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen voorbehouden aan dierenartsen en anderen die daartoe door de Minister van Economische Zaken zijn toegelaten, te weten dierenartsassistenten, dierfysiotherapeuten en embryotransplanteurs. De toelating tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen is afhankelijk gesteld het beschikken over bepaalde kwalificaties. Deze beroepen zijn derhalve aan te merken als gereglementeerde beroepen.

Voor een migrerende beroepsbeoefenaar die over een nationale kwalificatie beschikt kan het lastig zijn om het beroep in een andere lidstaat uit te oefenen als het beroep daar gereglementeerd is. De richtlijn heeft daarom tot doel de grensoverschrijdende toegang tot gereglementeerde beroepen in EU-lidstaten te vergemakkelijken. Hiertoe bevat de richtlijn bepalingen waarmee wordt geborgd dat EU-onderdanen die hun beroepskwalificaties in een lidstaat hebben behaald toegang hebben tot hetzelfde gereglementeerde beroep in een andere lidstaat en dit kunnen uitoefenen met dezelfde rechten als de onderdanen van die lidstaat.

De richtlijn is ten algemene geïmplementeerd in de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. Voor een meer uitgebreide toelichting op de inhoud en werking van de richtlijn en deze wet wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (Kamerstukken II 2006–2007, 31 059, nr. 3).

Voor de zogenaamde ‘jonge lidstaten’ is een bijzondere voorziening getroffen. Het is mogelijk dat een dierenarts een opleidingstitel heeft verworven of een opleiding is gestart in een staat waar zich staatkundige wijzigingen hebben voorgedaan.

Deze wijziging betreft de voorziene toetreding van Kroatië tot de Europese Unie met ingang van 1 juli 2013. Onder andere betreft het de voorziening voor een dierenarts die een opleidingstitel in het voormalige Joegoslavië heeft verworven of in het voormalige Joegoslavië een opleiding op het gebied van de diergeneeskunde is begonnen. Omdat deze staat is gesplitst zou de betreffende dierenarts geen gebruik kunnen maken van de automatische erkenning van zijn opleidingstitel.

De regeling strekt ertoe dat in zodanig geval de opleidingstitel vergezeld te gaan van een officieel gewaarmerkte verklaring van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de opleidingstitel heeft afgegeven. In deze verklaring moet worden bevestigd dat de opleidingstitel op het grondgebied van de betrokken staat dezelfde rechtsgeldigheid heeft als een opleidingstitel die door de bevoegde autoriteit van de nieuwe lidstaat is afgegeven. Daarnaast dient de betrokken beroepsbeoefenaar de werkzaamheden van dierenarts gedurende een periode van ten minste drie opeenvolgende jaren tijdens de vijf jaren voorafgaande aan de afgifte van voornoemde verklaring daadwerkelijk en op wettige wijze te hebben uitgeoefend.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt ook de Regeling aanmelding tot uitoefening der diergeneeskunde te actualiseren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.


X Noot
1

Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU 2005 L 255).

Naar boven