Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 18 juni 2013, nr.394209, houdende nadere regels betreffende de inhouding van de vaste vergoeding bij buitengewoon verlof verleend op grond van artikel 45, eerste of tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Regeling inhouding vaste vergoeding bij buitengewoon verlof op grond van artikel 45 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 38b van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Voor de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding die is benoemd of verkozen in een publiekrechtelijke college is artikel 2 van de regeling Taakduren lidmaatschap publiekrechtelijke colleges van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

    • a. onder betrokkene wordt verstaan: de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

    • b. onder artikel 33a, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of artikel 57, eerste lid, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal wordt verstaan: artikel 38b van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

  • 2. De inhouding bedraagt niet meer dan wat de betrokkene wordt geacht te ontvangen als vaste vergoeding voor de in artikel 2, van de regeling Taakduren lidmaatschap publiekrechtelijke colleges genoemde functies.

Artikel 2

Indien de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding een vaste vergoeding ontvangt uit hoofde van de activiteiten waarvoor hem op grond van artikel 45, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging is verleend, wordt deze vaste vergoeding door de in artikel 45, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren bedoelde functionele autoriteit ingehouden op zijn bezoldiging.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inhouding vaste vergoeding bij buitengewoon verlof op grond van artikel 45 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juni 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Algemeen

Aan een rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding die werkzaamheden verricht die verband houden met het lidmaatschap van een publiekrechtelijk college waarin deze is benoemd of verkozen, of vakbondsactiviteiten verricht of daaraan deelneemt, wordt buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend op grond van artikel 45, eerste en tweede lid, Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (hierna: Wrra). Artikel 38b van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (hierna: Brra) regelt dat, wanneer een vaste vergoeding wordt ontvangen voor deze werkzaamheden, een inhouding op de bezoldiging wordt toegepast. Deze regeling bevat nadere regels omtrent de inhouding op de bezoldiging.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Wordt buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend op basis van artikel 45, eerste lid, Wrra, dan wordt, indien voor de politieke nevenfunctie een vaste vergoeding wordt ontvangen, voor de inhouding uitgegaan van een voor deze politieke nevenfunctie vastgestelde taakurennorm. Hierbij wordt voor rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding aangesloten bij de taakdurennorm zoals deze geldt voor rijksambtenaren, vastgelegd in de regeling Taakduren lidmaatschap publiekrechtelijke colleges. Het eerste lid strekt ertoe dit te regelen.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de inhouding de vaste vergoeding voor de politieke nevenfunctie te boven gaat. Het gestelde in het tweede lid strekt daartoe.

Artikel 2

In dit artikel wordt bepaald dat, indien de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding een vaste vergoeding ontvangt uit hoofde van de activiteiten waarvoor hem op grond van artikel 45, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging is verleend, deze vaste vergoeding wordt ingehouden op zijn bezoldiging. Het betreft een vaste vergoeding die wordt ontvangen voor het verrichten van of deelnemen aan vakbondsactiviteiten voor of van een vereniging of centrale van verenigingen als bedoeld in 50, tweede lid, Wrra.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven