Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 juni 2013, nr. IENM/BSK-2013/113767, tot wijziging van de Regeling aanwijzing Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen en Protocollen broeikasgassen (2013)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 2, derde lid, en 3 van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wlv en artikel 59, vierde lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling aanwijzing Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen en Protocollen broeikasgassen komt te luiden:

Artikel 2

De protocollen, bedoeld in artikel 3 van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wlv, zijn:

  • Protocol 13-001. Referentiebenadering, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-002. Stationaire bronnen fossiel, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-003. Procesemissies fossiel, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-004. Mobiele werktuigen, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-005. Binnenlandse luchtvaart, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-006. Wegtransport CO2, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-007. Wegtransport CH4 en N2O, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-008. Spoorwegtransport, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-009. Binnenlandse scheepvaart, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-010. Visserij, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-011. Defensie, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-012. Olie en gas: productie, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-013. Olie en gas: distributie en transport, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-014. Procesemissie niet-fossiel, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-015. Salpeterzuur, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-016. Caprolactam, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-017. Aluminiumproductie, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-018. Productie HCFK-22, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-019. Ompakken HFK, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-020. Koeling stationair, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-021. Koeling mobiel, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-022. Gebruik overig HFK, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-024. Gebruik overig SF6, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-025. Halfgeleiders, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-026. Sterkstroom, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-027. Pensfermentatie, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-028. Mest N2O, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-029. Mest CH4, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-030. Landbouwbodem indirect, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-031. Landbouwbodem direct, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-032. Bos, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-033. Bodem, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-034. Stortplaatsen, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-035. Afvalwater, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-036. Grootschalige compostering, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-037. Internationale bunkers, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-038. Biomassa, Uitgave IenM april 2013;

  • Protocol 13-039. Ontbossing en herbebossing, Uitgave IenM april 2013.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

TOELICHTING

De voorliggende regeling strekt tot wijziging van de Regeling aanwijzing Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen en Protocollen broeikasgassen van 16 december 2005 (hierna: Regeling).

In Nederland bestaat het nationaal inventarisatiesysteem voor de monitoring van broeikasgassen onder meer uit het geheel van de in artikel 2 van de Regeling genoemde protocollen. Deze protocollen beschrijven de methode, gebruikte activiteitendata en toegepaste emissiefactoren. Ook zijn in de protocollen de rollen, verantwoordelijkheden, taken en werkprocessen uitgewerkt van de organisaties die betrokken zijn bij de inventarisatie van de broeikasgasemissies. Agentschap NL is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de protocollen.

In artikel I van de voorliggende wijzigingsregeling zijn de van toepassing verklaarde protocollen in artikel 2 van de Regeling vervangen door een meer recente versie, omdat in de protocollen wijzigingen zijn doorgevoerd. De wijzigingen in de protocollen betreffen:

  • doorgevoerde methodewijzigingen bij de berekening van emissies van binnenlandse luchtvaart (CO2, CH4 en N2O), wegtransport (N2O), ontbossing en herbebossing (CO2, CH4 en N2O), stortplaatsen (CH4) en bos (CO2, CH4 en N2O). De wijzigingen zijn nodig om aan de internationale rapportageverplichtingen te voldoen;

  • een actualisatie van de wetenschappelijke rapporten waar in de protocollen naar wordt verwezen, en

  • tekstuele en redactionele wijzigingen van ondergeschikte betekenis en extra toelichtingen.

Vaste verandermomenten

Ingevolge het kabinetsbeleid inzake de aanpak van administratieve lasten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), gelden als algemeen uitgangspunt voor de inwerkingtreding van ministeriële regelingen vier vaste data, te weten 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober, en een minimale invoeringstermijn van 2 maanden. Deze wijzigingsregeling treedt ingevolge artikel II echter in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013. Hierbij is gebruik gemaakt van een van de uitzonderingen die in genoemd kabinetsbeleid zijn opgenomen. In het kabinetsbeleid is namelijk reeds aangegeven dat, indien er sprake is van private- of publieke voor- of nadelen van vertragingen of vervroeging van invoering, een uitzondering gemaakt kan worden op de vaste data van inwerkingtreding en de invoeringstermijn. Daarvan is in het voorliggende geval sprake. De protocollen zijn alleen gericht tot de organisatie die belast is met de nationale emissie-inventarisatie, zijnde Agentschap NL. Agentschap NL is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding en wel met terugwerkende kracht, omdat de doorgevoerde methodewijziging en andere wijzigingen reeds vanaf begin 2013 moeten worden toegepast.

Administratieve en bestuurlijke lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve en bestuurlijke lasten en inhoudelijke nalevingskosten, aangezien de protocollen uitsluitend zijn gericht tot Agentschap NL en de wijzigingen niet doorwerken in de gegevensaanlevering door bedrijven en burgers.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven