Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie 10 juni 2013, nr. 313662 houdende wijziging van de Regeling aanwijzing ambtenaren van politie en functionarissen t.b.v. uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken;

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 373, 391, 541, tweede lid, 556, eerste lid, en 587, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1

Voor de uitvoering van opdrachten of werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 373, 391, 541, tweede lid, 556, eerste lid, en 587, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering worden aangewezen:

  • a. ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder b, van de Politiewet 2012;

  • b. ambtenaren, werkzaam bij de gerechten en genoemd in artikel 14, tweede lid, en artikel 145, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

  • c. ambtenaren werkzaam bij het openbaar ministerie;

  • d. ambtenaren, werkzaam bij de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • e. ambtenaren, werkzaam bij de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA), welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • f. ambtenaren, werkzaam bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • g. ambtenaren, werkzaam bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • h. ambtenaren, werkzaam in een penitentiaire inrichting;

  • i. ambtenaren, werkzaam in een rijksinrichting, als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  • j. functionarissen, werkzaam in een particuliere jeugdinrichting, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  • k. functionarissen, werkzaam in een niet-justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • l. functionarissen, werkzaam in een rijksinrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • m. functionarissen werkzaam in een particuliere justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • n. functionarissen, die door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden worden belast met de invordering van geldboeten en administratieve sancties.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juni 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Onderhavige regeling strekt tot aanpassing van de Regeling aanwijzing ambtenaren van politie en functionarissen t.b.v. uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken. Op grond van de artikelen 373, 391, 541, tweede lid, 556, eerste lid, en 587, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, kunnen personen worden aangewezen die bevoegd zijn om, kort gezegd, gerechtelijke stukken uit te reiken en te betekenen. Per abuis werden de functionarissen, werkzaam in een particuliere justitiële jeugdinrichting, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, niet in deze regeling genoemd, terwijl zij in de praktijk gerechtelijke stukken moeten kunnen uitreiken en betekenen. Deze functionarissen zijn in het besluit toegevoegd (onderdeel j.). Bovendien is de regeling op enige punten geactualiseerd en verduidelijkt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven